Samenstelling
Miconazol/Hydrocortison Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Crème, hydrofiel
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: miconazol(nitraat) 20 mg, hydrocortison 10 mg. Conserveermiddel: benzoëzuur.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Diprosalic Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 30 g, 50 g
Bevat per g: betamethasondipropionaat 0,64 mg (= 0,5 mg betamethason (0,05%)), salicylzuur 30 mg (3%).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Dermatomycosen: Bij de lokale behandeling van oppervlakkige tinea-infecties heeft terbinafine de voorkeur boven een imidazoolderivaat in verband met een kortere behandelduur en lagere smeerfrequentie. Bij oppervlakkige Candida-infecties zoals bij intertrigo heeft een imidazoolderivaat de voorkeur. Tinea pedis met mocassinpatroon wordt behandeld met oraal terbinafine. Pityriasis versicolor kan worden behandeld met seleensulfide, een lokaal imidazoolderivaat of lokaal terbinafine. Overweeg oraal itraconazol bij onvoldoende effect van lokale behandelingen of recidiverende pityriasis versicolor. Medicamenteuze behandeling van onychomycosen is meestal niet nodig. Geef desgewenst oraal terbinafine (teennagels) of oraal itraconazol (vingernagels). Overweeg miconazol nagellak als alternatief indien een oraal antimycoticum niet geschikt of gewenst is. Diepe dermatomycosen worden behandeld met oraal terbinafine.
Wees terughoudend met het voorschrijven van een corticosteroïd/imidazool combinatiepreparaat bij dermatomycosen. Het is onduidelijk hoe effectief behandeling met een combinatiepreparaat is ten opzichte van behandeling met alleen een antimycoticum. Alleen bij diagnostische twijfel zonder noodzaak tot aanvullende diagnostiek kan het zinvol zijn kortdurend (5–10 dagen) een corticosteroïd/imidazoolcombinatie (offlabel) te geven, bv. bij een milde huidafwijking en twijfel tussen de diagnosen dermatomycose en eczeem.
Advies
Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Indicaties
- Kortdurende behandeling van dermatomycosen (5–10 dagen), indien de inflammatoire verschijnselen symptomatische behandeling met een corticosteroïd vereisen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen die onvoldoende reageren op lokale corticosteroïden uit klasse 2 en 3 zoals:
- Psoriasis vulgaris;
- Lichen planus;
- Lichen sclerosus et atrophicus;
- Granuloma annulare;
- Pustulosus palmaris et plantaris.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Dermatomycosen met acute/hevige inflammatoire verschijnselen
Volwassenen en kinderen > 1 maand
Gedurende 5–10 dagen 1–2×/dag crème dun op het geïnfecteerde huidgedeelte aanbrengen en uitwrijven tot de crème volledig in de huid is gedrongen. De aansluitende behandeling met alleen het antimycoticum ononderbroken voortzetten, tot minstens een week na het verdwijnen van de huidaandoening; de totale behandelduur is meestal 2–6 weken.
Bij tinea pedis kan tegelijkertijd en als nabehandeling het antimycoticum in poedervorm dagelijks vooral tussen de tenen en eventueel in de sokken en schoenen worden gestrooid. Voor elke toepassing de voeten goed wassen, eventuele schilfers verwijderen en zorgvuldig drogen. Na aanbrengen schone sokken aantrekken.
Toediening
- Preparaten aanbrengen tot ongeveer 2 cm voorbij het aangedane huidgedeelte;
- Vermijd contact met/nabij de ogen, op en nabij slijmvliezen, behandeling op een groot oppervlak of onder occlusie;
- Zie voor meer toedieningsinformatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Steroïdgevoelige dermatosen
Volwassenen
1-2×/dag dun aanbrengen en voorzichtig inwrijven, bij verbetering dosering verlagen naar 1×/dag of minder (afbouwen). Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE). In het algemeen minder dan 30-60 g zalf per week gebruiken. Nadat de aandoening is onderdrukt met dit preparaat, zo mogelijk vervangen door een minder sterk werkend middel.
Toediening: Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.
Bijwerkingen
Lokaal: Soms (0,1-1%): huidklachten (jeuk, irritatie, branderigheid), urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): contacteczeem, colloïdmilium, erythrosis interfolliculare colli, granuloma gluteale, hypertrichosis.
Verder zijn gemeld: huidatrofie, striae atrophicae, periorale dermatitis, teleangiectasieën, neiging tot bloeden, psoriasis pustulosa, roodheid, huiduitslag, huidontsteking, depigmentatie. Maskeren van bacteriële-, parasitaire- en schimmelinfecties. Wazig zien.
Systemisch: Gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties (angio-oedeem, anafylaxie, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse).
De kans op lokale en systemische effecten neemt toe bij gebruik bij kinderen, bij langdurig gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote oppervlakken; zie ook Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Lokaal: huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, neiging tot bloeden.
Verder: Depigmentatie, overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis, maskeren van parasitaire, schimmel- en bacteriële infecties.
Zelden (0,01-0,1 %): verhoging intra-oculaire druk, colloïd-milia, erythrosis interfollicularis colli, granuloma gluteale, contactallergie, hypertrichosis.
Interacties
Miconazol remt CYP3A4 en CYP2C9. Miconazol versterkt het effect van vitamine K-antagonisten, hierdoor neemt de stollingstijd toe. Gelijktijdige toediening is gecontra-indiceerd aangezien ook bij cutaan gebruik van miconazol ernstige INR-stijgingen zijn gemeld.
Ondanks de geringe absorptie, kan niet worden uitgesloten dat het effect van orale bloedglucoseverlagende middelen en fenytoïne kan toenemen.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens met lokaal gebruik van miconazol en hydrocortison laat geen nadelige effecten zien. Hydrocortison en miconazol worden via de intacte huid in geringe mate systemisch geabsorbeerd.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Corticosteroïden en salicylaten passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens is er geen duidelijk hoger risico op schadelijkheid gebleken bij gebruik van corticosteroïden. Salicylzuur: Bij de mens, bij systemisch gebruik van lagere doseringen salicylaten (acetylsalicylzuur tot 160 mg/dag) geen aanwijzingen voor schadelijkheid; bij gebruik van hoge doses aanwijzingen tot schadelijkheid. Bij lokale toediening van salicylzuur treedt 9-25% absorptie op; deze neemt toe bij gebruik onder occlusie.
Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling toe. Ook door de combinatie met penetratiebevorderaars zoals salicylzuur kan de absorptie van dermatocorticosteroïden toenemen. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.
Advies: Kan kortdurend op kleine huidoppervlakken waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Miconazol: onbekend; hydrocortison: onbekend. Detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk zijn onwaarschijnlijk door de geringe systemische absorptie van miconazol en hydrocortison.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: Wanneer de borst moet worden behandeld, het gebied op/rond de tepel vóór het voeden eerst schoonmaken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (betamethason, salicylzuur). Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling bij de moeder toe. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden zijn effecten op de zuigeling via de moedermelk niet uit te sluiten.
Advies: Kan kortdurend op kleine huidoppervlakken waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.
Contra-indicaties
- bacteriële, virale of parasitaire huidinfecties;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
- bijwerkingen door hydrocortison (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- ichtyose, juveniele dermatosis plantaris, acne vulgaris, rosacea, fragiliteit van de huidvaten, huidatrofie;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden of imidazoolderivaten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- huidinfecties primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
- bijwerkingen door eerder gebruik van corticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: contact met en rond de ogen vermijden. De crème bevat benzoëzuur dat licht irriterend is voor de huid, ogen en slijmvliezen. Vermijd gebruik op/nabij slijmvliezen, onder occlusie (zoals luiers en huidplooien) of op grote oppervlakken, vanwege een toenemende kans op systemische absorptie en ongewenste effecten. Wees voorzichtig bij gebruik op het gelaat en genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen.
(Kruis)overgevoeligheid voor en kruissensibilisatie met andere imidazoolderivaten is mogelijk. Bij een lokale allergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de allergiereactie gelijktijdig onderdrukt. Wees bedacht op een lokale allergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. De behandeling staken bij ernstige bijwerkingen, ernstige irritatie of overgevoeligheidsreacties (inclusief angio-oedeem en anafylaxie).
De aanwezigheid van het corticosteroïd kan de werking van het antimycoticum verminderen; daarom overgaan op een preparaat dat alléén een antimycoticum bevat, zodra de ontstekingsverschijnselen verdwenen zijn (max. 10 dagen).
Wees voorzichtig bij het gebruik bij kinderen en ouderen (dunnere huid) vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen. Langdurig gebruik van dermatocorticosteroïden op grote en beschadigde huidoppervlakken kan bij hen mogelijk sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie (kinderen). Gebruik onder nauwsluitende lagen (waaronder luiers) bij baby's en jonge kinderen proberen te vermijden. De veiligheid en werkzaamheid van hydrocortison bij kinderen < 1 maand zijn niet vastgesteld; gebruik bij hen wordt ontraden.
Bepaalde synthetische materialen (zoals elastisch materiaal van beha's) en latex-producten (zoals condooms of pessaria) kunnen door de crème worden aangetast; aanbevolen wordt daarom katoenen ondergoed te dragen en contact met latex te vermijden.
Hulpstoffen: benzoëzuur (in sommige preparaten) kan geelzucht bij pasgeborenen (< 4 wk) verergeren, door absorptie via de onvolgroeide huid.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: niet toepassen op de (gevoelige) huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Vermijd contact met en rond de ogen, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract; was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij langdurig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers), vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Excessief langdurig gebruik kan symptomen van salicylisme veroorzaken.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling.
De behandeling staken als ernstige irritatie en/of droogheid optreedt.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.
Huidinfecties: het (onjuist ) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.
De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).
Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïd-insufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met vooral (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Kinderen: het gebruik van (zeer) sterk werkende corticosteroïden bij kinderen zoveel mogelijk vermijden. Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Gebruik bij hen kan sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.
Wees ook voorzichtig bij het gebruik bij ouderen (dunne huid en verhoogd risico op huidatrofie) vanwege de toegenomen kans op lokale en systemische bijwerkingen.
Overdosering
Excessief of langdurig gebruik kan leiden tot systemische toxiciteit van salicylzuur en betamethason. Zie voor symptomen en behandeling toxicologie.org/salicylaten en onder de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen (betamethason).
Eigenschappen
Miconazol is een imidazoolderivaat, werkzaam tegen de meeste voor de mens pathogene schimmels en gisten. Het remt 14α-demethylase, wat leidt tot depletie van ergosterol, het belangrijkste sterol in de celmembraan van schimmels en gisten. Hierdoor ontstaan er veranderingen in de permeabiliteit en in de lipidecomponenten van de membraan, waardoor essentiële celbestanddelen verloren gaan. Gewoonlijk gevoelig zijn: Candida albicans, Trichophyton spp., Microsporum spp., Epidermophyton floccosum, Pseudoallescheria boydii en Malassezia furfur. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Candida glabrata, Candida krusei, Candida parapsilosis en Candida tropicalis. Ongevoelig zijn: Rhizopus spp., Rhizomucor spp., Mucor spp., Absidia spp., Fusarium spp., Scedosporium proliferans en Scopulariopsis spp.
Hydrocortison is een zwakwerkend corticosteroïd; klasse 1. Het heeft een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Het onderdrukt de ontstekingsreactie en symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – aandoeningen.
Kinetische gegevens
Resorptie | in geringe mate via de intacte huid. Miconazol blijft na lokale toepassing tot vier dagen in de huid. Plasmaconcentraties van miconazol en/of metabolieten waren 24 uur en 48 uur na toediening meetbaar. Absorptie hydrocortison: ca. 3%. |
F | < 1% (miconazol). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Betamethason is een sterk werkend corticosteroïd, klasse 3. Betamethason heeft in combinatie met salicylzuur een werking op de huid die vergelijkbaar is met de werking van zeer sterk werkende corticosteroïden (klasse 4). Het heeft een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Verder remt het de celdelingen van de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Salicylzuur werkt keratolytisch waardoor de onderliggende lagen toegankelijker worden voor betamethason.
Kinetische gegevens
Resorptie | Betamethason en salicylzuur kunnen systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie van betamethason en salicylzuur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
miconazol/hydrocortison hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (cutaan) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
betamethason/salicylzuur hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (cutaan) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk