Samenstelling
Minocycline (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Xerava XGVS PAION Deutschland GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100 mg
Bevat wanneer de aanwijzingen van de fabrikant worden gevolgd, na reconstitutie 10 mg/ml eravacycline, en na verdere verdunning 0,3 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Algemene infecties: Bij de behandeling van algemene infecties gaat binnen de groep tetracyclinen de voorkeur uit naar doxycycline en minocycline op grond van bijwerkingen, interacties en farmacokinetische parameters.
Voor de behandeling van een pneumonie (CAP), acute faryngotonsillitis of urineweginfecties komt minocycline pas in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Zie voor de empirische behandelingen de indicatieteksten: community acquired pneumonie (CAP), acute faryngotonsillitis en urineweginfecties.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Minocycline komt niet voor in de Nederlandse richtlijnen voor de behandeling van CAP. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie community-acquired pneumonie (CAP).
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticummonotherapie met isotretinoïne; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
Het gebruik van minocycline bij acne vulgaris wordt afgeraden. Het is niet effectiever dan doxycycline en tetracycline, en kan ernstige bijwerkingen kan geven.
Bacteriële huidinfecties Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden of clindamycine zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur. Het gebruik van minocycline bij bacteriële huidinfecties wordt afgeraden omdat het niet effectiever is gebleken dan doxycycline en ernstige bijwerkingen kan geven, zoals auto-immuunstoornissen, polyartralgie en benigne intracraniële hypertensie. Voor meer informatie zie de link.
Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief indien doxycycline gecontra-indiceerd is.
De medicamenteuze behandeling van soa’s is afhankelijk van het type verwekker en het resistentiepatroon. Geef voorlichting over veilig vrijen en partnerwaarschuwing.
Bij gonorroe is ceftriaxon eerste keus. Bij contra-indicaties komen op basis van een kweekuitslag met resistentiebepaling ciprofloxacine, amoxicilline (offlabel) of als derde keuze azitromycine (offlabel) in aanmerking. Azitromycine kan ook ‘blind’ gegeven worden, als het niet mogelijk is een kweekuitslag met resistentiebepaling af te wachten.
Behandel syfilis met benzathinebenzylpenicilline (i.m.) of benzylpenicilline (i.v.), afhankelijk van het stadium. Bij een penicilline-allergie is doxycycline een alternatief. Overweeg na eerdere, (mogelijk) IgE-gemedieerde, ernstige overgevoeligheidsreacties, bij behandeling van neurosyfilis of behandeling van syfilis tijdens de zwangerschap penicilline-desensibilisatie gevolgd door benzylpenicilline of, na ernstige (waarschijnlijk) niet-IgE-gemedieerde of na eerdere niet-ernstige overgevoeligheidsreacties, ceftriaxon (i.v.).
Minocycline komt niet voor in de richtlijnen voor de behandeling van seksueel overdraagbare aandoeningen. Zie voor de keuze van de juiste behandeling: seksueel overdraagbare aandoeningen.
Offlabel: Start bij de behandeling van rosacea met papels en/of pustels, met lokaal metronidazol, azelaïnezuur of ivermectine. Voeg bij onvoldoende werkzaamheid doxycycline toe aan de lokale behandeling. Bij onvoldoende effect kan in de tweedelijnszorg minocycline (offlabel) of isotretinoïne (offlabel) worden toegepast. Bij erythemateuze klachten staat het geven van niet-medicamenteuze adviezen, zoals het vermijden van vasomotorische prikkels, op de voorgrond. Overweeg bij onvoldoende verbetering een proefbehandeling met brimonidine-gel. Behandel hinderlijke klachten van teleangiëctasieën en/of erytheem in de tweedelijnszorg met laser of ‘intense pulsed light’ (IPL). Behandeling van oculaire rosacea en ernstige rhinophyma vindt plaats in de tweedelijnszorg.
Voor de behandeling van verschillende kenmerken van rosacea zoals papulopustels, erytheem en teleangiëctasieën kunnen diverse behandelingen worden gecombineerd, zoals lokale behandeling met orale behandeling of laserbehandeling.
Bij het voorschrijven van dit geneesmiddel dient volgens de Regeling Geneesmiddelenwet de reden van voorschrijven op het recept te worden vermeld.
Advies
Voor dit specifieke geneesmiddel zijn geen adviezen vastgesteld. Zie de SWAB-advies pagina's Intra-abdominale infecties voor advies bij een aantal van deze infecties.
Voor de plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie, kan ook geraadpleegd worden: Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie op swab.nl. Dit plaatsbepalingsdocument bespreekt onder andere alternatieven voor carbapenems als empirische en gerichte therapie bij (vermoeden van) een infectie met bacteriën met resistentie tegen derdegeneratie-cefalosporinen. Het document is geen richtlijn, maar biedt de voorschrijver handvatten bij het gebruik van de besproken antibiotica.
Indicaties
- Infecties door micro-organismen, gevoelig voor minocycline zoals:
- luchtweginfecties (incl. KNO-infecties);
- infecties van huid en weke delen, incl. ernstige (inflammatoire) acne vulgaris;
- infecties van het urogenitale stelsel;
- infecties van het maag-darmkanaal;
- trachoom (ooginfectie veroorzaakt door Chlamydia trachomatis).
- Bij overgevoeligheid voor β-lactamantibiotica ook:
- Actinomycose;
- Antrax;
- Syfilis;
- Gonorroe;
- Infecties veroorzaakt door Listeria monocytogenes.
- Offlabel: Rosacea met papels en/of pustels.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van gecompliceerde intra-abdominale infecties bij volwassenen.
Doseringen
Als algemene richtlijn
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Begindosis 200 mg, gevolgd door 100 mg 1–2×/dag. Behandelduur: De therapie voortzetten gedurende 1–3 dagen nadat de karakteristieke symptomen of de koorts zijn verdwenen. Echter een infectie door Streptococcus haemolyticus (groep A), waarvan de gevoeligheid is bepaald, gedurende ten minste 10 dagen behandelen.
Kinderen 9–12 jaar
Begindosis 4 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 2 mg/kg lichaamsgewicht per dag; dit komt overeen met een begindosis van 100–200 mg, gevolgd door 50–100 mg 2×/dag. Behandelduur: De therapie voortzetten gedurende 1–3 dagen nadat de karakteristieke symptomen of de koorts zijn verdwenen. Echter een infectie door Streptococcus haemolyticus (groep A), waarvan de gevoeligheid is bepaald, gedurende ten minste 10 dagen behandelen.
Gonokokken-urethritis
Volwassenen
Begindosis 200 mg, gevolgd door 100 mg 2×/dag gedurende ten minste 4 dagen (vrouwen soms tot 10 dagen), gevolgd door een controlekweek 2–3 dagen na de behandeling. Bij mannen blijkt een eenmalige dosis van 200–300 mg in > 90% van de gevallen ook effectief te zijn.
Niet-gonokokken-urethritis
Volwassenen
100–200 mg/dag gedurende 7 dagen.
Ernstige acne vulgaris
Volwassenen en kinderen ≥ 9 jaar
Begin- en onderhoudsdosering: 50 mg 2×/dag (elke 12 uur). Na vermindering van de inflammatoire fase de onderhoudsdosering verlagen naar 50 mg 1×/dag of 100 mg elke 2 dagen. De behandeling ten minste 4–6 weken toepassen; maximale behandelduur is 6 maanden. Bij onvoldoende respons gedurende de eerste weken de behandeling staken.
Offlabel: Rosacea met papels en/of pustels
Volwassenen
Volgens de NVDV-richtlijn Rosacea (2019) op richtlijnendatabase.nl: 100 mg 1×/dag. Evalueer na 4 weken en na 8–12 weken de effecten van de behandeling. Bij voldoende resultaat continueren tot 12 à 16 weken. Stop daarna en continueer de lokale behandeling.
Verminderde leverfunctie: Voorzichtig zijn (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen achter Lever- en nierfunctie); niet toepassen bij een ernstig gestoorde leverfunctie (zie rubriek Contra-indicaties).
Verminderde nierfunctie: De fabrikant adviseert om de totale dosis te verlagen of de aanbevolen individuele dosis te reduceren en/of de toedieningsintervallen verlengen.
Toediening
- In verband met de kans op slokdarm- en/of maagirritatie de tabletten heel innemen met een ruime hoeveelheid water of voedsel, in zittende of staande houding. Na de inname niet meteen gaan liggen.
- Gelijktijdige inname met melkproducten heeft een geringe invloed op de absorptie.
Doseringen
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. infusie: 1 mg/kg lichaamsgewicht om de 12 uur. Bij gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4-inductoren wordt 1,5 mg/kg om de 12 uur aanbevolen. Het infuus gedurende ca. 1 uur toedienen. Behandelduur: 4–14 dagen.
Verminderde nierfunctie of hemodialyse: Geen dosisaanpassing nodig, en toediening kan onafhankelijk van het tijdstip van hemodialyse plaatsvinden.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie en verdunning volgens de aanwijzingen van de fabrikant, alleen toedienen via i.v. infusie, in ca. 1 uur.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): angio-oedeem, huiduitslag, urticaria. Koorts. Eosinofilie, neutropenie, trombocytopenie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie, anafylactoïde purpura, pericarditis, lupusachtig syndroom van voorbijgaande aard, exacerbatie van systemische lupus erythematodes (SLE), pulmonale infiltraten met eosinofielen, serumziekte-achtige reactie, vasculitis, polyartralgie. Bomberende fontanel (bij kinderen), benigne intracraniële hypertensie (bij volwassenen), paresthesie, convulsies, sedatie. Zwarte tong, verkleuring van het gebit, stomatitis. Anorexie, misselijkheid, braken, oesofagitis, oesofagus ulcera. Hepatitis. Candida-infectie in het anogenitale gebied, pruritus ani. Hepatitis. Alopecia, jeuk, pigmentatie van de huid, nagels en slijmvliezen, fotodermatitis, maculopapuleuze en erythemateuze uitslag, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxisch epidermale necrolyse. Hemolytische anemie. Gestoorde leverfunctie, stijging van leverenzymwaarden, het ureumgehalte in bloed, verergering van een verminderde nierfunctie. Niet-symptomatische verkleuring van de botten.
Zeer zelden (< 0,01%): reversibel acuut nierfalen. Glossitis, epigastrische pijn, dyspepsie, dysfagie, enterocolitis (incl. stafylokokken-enteritis), pseudomembraneuze colitis, pancreatitis. Bruinzwarte microscopische verkleuring van de schildklier (bij langdurig gebruik), abnormale schildklierfuncties zoals thyreoïditis, schildklierknobbeltjes, struma en schildklierkanker.
Verder zijn gemeld: hoesten, dyspneu, bronchospasmen, astma-longaanval. Vasculitis, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom; waarbij meestal lever, longen en nieren betrokken zijn), erythema nodosum, fototoxische reacties met erytheem, oedeemvorming van de huid, blaarvorming en ook onycholyse. Auto-immuun hepatitis. Interstitiële nefritis. Hallucinaties. Stoornissen in het gezichtsvermogen (zoals scotoom, dubbel zien), pigmentatie van de cornea, sclera en retina. Oorsuizen, gehoorstoornissen, vestibulaire stoornissen. Polyarteriitis nodosa, artritis. Leukopenie, agranulocytose, pancytopenie. Vermindering protrombineactiviteit. Negatieve beïnvloeding van botten en tanden bij kinderen; broze botten, verkleuring van de botten. Vitamine B-deficiëntie bij langdurige behandeling door vernietiging van vitamine B-producerende bacteriën.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken. Verlenging van de protrombinetijd (PT) en aPTT, toename van de INR. Hypofibrinogenemie. (Trombo)flebitis, (andere) reacties op de infusieplaats (erytheem, pijn, hypo-esthesie).
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties (incidenteel fataal). Hoofdpijn, duizeligheid. Diarree, pancreatitis. Huiduitslag, hyperhidrose. Hyperbilirubinemie. Verhoogde waarden van ALAT en/of ASAT.
Bij andere tetracyclinen zijn gemeld: o.a. fotosensibilisatie, pseudotumor cerebri en een anti-anabole werking, die kan leiden tot uremie, acidose en hypofosfatemie. Mogelijk kunnen deze bijwerkingen ook optreden bij eravacycline.
Interacties
Vermijd toediening vlak vóór, tijdens of na een kuur met (orale) retinoïden, in verband met de toenemende kans op een verhoogde intracraniële druk.
Orale magnesium-, bismut-, aluminium-, calcium-, zink- en ijzerbevattende preparaten (denk aan antacida, multivitamine en mineralenpreparaten), geactiveerde kool en ionenwisselaars verminderen de absorptie van minocycline; minocycline ten minste 2 uur vóór óf 4 uur na deze preparaten innemen.
De werking van bactericide antibiotica wordt in vitro geantagoneerd door tetracyclinen. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis, en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie. Vermijd in deze gevallen de combinatie.
De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt; controleer de INR bij gelijktijdig gebruik vaker.
Bij gelijktijdig gebruik van methoxyfluraan en verwante anesthetica neemt de kans op nefrotoxische reacties toe.
Wees voorzichtig met comedicatie die potentieel hepatotoxisch is.
Niet gelijktijdig gebruiken met middelen die de peristaltiek remmen.
Barbituraten (bv. fenobarbital), carbamazepine en fenytoïne kunnen de uitscheiding van minocycline versnellen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van rifampicine (krachtige CYP3A4/5 inductor) geeft een verlaging van de blootstelling aan eravacycline van ca. 32% en een verhoging van de klaring ervan met ca. 54%. Bij gelijktijdige toediening van rifampicine of andere krachtige CYP3A-inductoren, zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital en sint-janskruid de dosis eravacycline met ca. 50% verhogen, zie rubriek Doseringen. Het effect van inductoren is tijdsafhankelijk en het kan na aanvang van de inductor 2 weken duren totdat het maximale effect is bereikt. Omgekeerd kan het na staken van de behandeling ten minste 2 weken duren voordat de CYP3A-inductie afneemt.
Gelijktijdige toediening van itraconazol (krachtige CYP3A-remmer) geeft o.a. een verhoging van de blootstelling (AUC0-24) aan eravacycline van 23%. Deze is waarschijnlijk niet klinisch relevant, maar patiënten die krachtige CYP3A-remmers (bv. ritonavir, itraconazol, claritromycine) krijgen mét een combinatie van factoren die de blootstelling aan eravacycline kunnen doen toenemen, zoals ernstige leverfunctiestoornis en/of obesitas, moeten op bijwerkingen worden gecontroleerd.
Eravacycline is in vitro substraat voor de transporters P-glycoproteïne (Pgp), OATP1B1 en -1B3. Een interactie met remmers van deze transporters (bv. ciclosporine, atazanavir, lopinavir) kan niet worden uitgesloten.
Eravacycline en metabolieten zijn in vitro geen remmers of inductoren van CYP-enzymen of transporteiwitten, interacties met geneesmiddelen die substraat voor deze enzymen of transporters zijn, zijn daarom onwaarschijnlijk.
Zwangerschap
Minocycline passeert de placenta.
Teratogenese: Uit waarnemingen bij de mens is gebleken dat minocycline vooral in het 2e en 3e trimester de osteogenese kan vertragen, met als gevolg brozere beenderen en ongunstige beïnvloeding van de tandontwikkeling (hypoplasie van tandglazuur, irreversibele tandverkleuring (geel-grijs-bruin)).
Farmacologisch effect: De kans op hepatotoxische werking bij de moeder neemt toe bij hoge doseringen, vooral bij gebruik tijdens de tweede helft van de zwangerschap.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Vóór behandeling van een vruchtbare vrouw zwangerschap uitsluiten.
Zwangerschap
Eravacycline passeert de placenta bij dieren, en wordt aangetroffen in foetaal plasma.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (bij supratherapeutische blootstelling, verminderde gewichtstoename en voedselconsumptie bij het moederdier, verminderd lichaamsgewicht en vertraagde verbening van het skelet bij de jongen, abortus).
Farmacologisch effect: Zoals voor de tetracycline-klasse antibiotica bekend is, kan eravacycline mogelijk permanente schade aan de tanden veroorzaken (irreversibele tandverkleuring, hypoplasie van het tandglazuur) en de botontwikkeling vertragen in foetussen vanaf week 16 van de zwangerschap. Dit komt door accumulatie in weefsels met een hoge calciumturnover en vorming van calciumchelaatcomplexen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, als de toestand van de vrouw behandeling met eravacycline noodzakelijk maakt.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Vruchtbaarheid: Geen gegevens over het effect op de vruchtbaarheid bij de mens. Uit dieronderzoek bleken gevolgen voor de paring en verminderde mannelijke vruchtbaarheid. Bij vrouwelijke dieren geen bijwerkingen op de paring of vruchtbaarheid.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Mogelijk ongunstige invloed op de bot- en tandontwikkeling bij de zuigeling. Effecten op de zuigeling bij een korte kuur zijn volgens Lareb echter nooit gemeld. In theorie is beïnvloeding van de darmflora van de zuigeling mogelijk, dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Gebruik is volgens de fabrikant gecontra-indiceerd. Volgens Lareb wordt een deel geïnactiveerd door in de moedermelk aanwezig calcium (door complexvorming). Voor minocycline en doxycycline is de complexvorming minder groot dan bij andere tetracyclinen, waardoor er een toegenomen kans is op opname door de zuigeling. In geval van een korte kuur (< 3 weken) is het onwaarschijnlijk dat gebit en botten worden aangetast door de minimale hoeveelheden. Bij kortdurend gebruik waarschijnlijk veilig indien volgens voorschrift gebruikt. Bij langdurig gebruik (bv. bij acne, en offlabel bij rosacea) het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren (eravacycline en metabolieten).
Farmacologisch effect: Mogelijk is er risico op tandverkleuring en vertraging van verbeningsprocessen bij de met moedermelk gevoede zuigeling, zoals is aangetoond bij langdurig gebruik van andere tetracyclinen waarmee significante absorptie optreedt.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Ernstige leverfunctiestoornis;
- Overgevoeligheid voor tetracyclinen;
- Toepasing bij kinderen jonger dan 8 jaar; zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor tetracyclinen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Behandeling van kinderen van 9–12 jaar alleen overwegen wanneer andere opties niet effectief óf gecontra-indiceerd zijn. Afzetting in groeiend tandweefsel veroorzaakt permanente verkleuring van de gebitselementen; daarom is de toepassing bij kinderen jonger dan 8 jaar gecontra-indiceerd.
Tussen tetracyclinen onderling bestaat kruisovergevoeligheid en kruisresistentie, wees daarom voorzichtig als er eerder sprake is geweest van overgevoeligheidsreacties. Resistentie kan zich snel ontwikkelen. Houd rekening met superinfecties door resistente micro-organismen (o.a. Candida, stafylokokken). In geval van superinfectie de toediening staken. Bij optreden van ernstige diarree met koorts tijdens de behandeling de diagnose pseudomembraneuze colitis of stafylokokken-enteritis overwegen.
Lever- en nierfunctie: Tetracyclinen kunnen, vanwege katabole werking, een verhoging in het ureumgehalte in het bloed veroorzaken. Bij nierfunctiestoornissen kunnen hogere concentraties van tetracyclinen leiden tot uremie, hyperfosfatemie en acidose. In geval van een nier- of leverafwijking kunnen zelfs normale doses leiden tot buitensporige systemische accumulatie van het middel en mogelijk leververgiftiging. Als lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornissen bestaan, de behandeling en leverfunctie nauw controleren en de dosering eventueel aanpassen.
Bij langdurige behandeling wordt aangeraden nier-, lever- en hematologische parameters te controleren. Ook is dan controle op schildklierkanker te overwegen; gevallen van abnormale schildklierfunctie, thyroïditis, schildklierknobbeltjes, struma en schildklierkanker zijn gemeld bij langdurig gebruik. Dit kan ook leiden tot een vitamine B-deficiëntie door eradicatie van vitamine B-producerende bacteriën in de darm.
Bij eerste tekenen van (auto-immuun) hepatitis of (verergering van) SLE de behandeling onmiddellijk staken.
Fotodermatitis kan optreden bij blootstelling aan direct zonlicht of UV-stralen tijdens het gebruik. Dit uit zich als een abnormaal hevige zonnebrandreactie; bij de eerste tekenen van huiderytheem deze behandeling staken.
Benigne intracraniële hypertensie (bij volwassenen) en een bomberende fontanel (bij jonge kinderen) zijn meestal reversibel na het staken van de behandeling; aanhoudende symptomen zoals hoofdpijn en/of visusstoornissen zijn echter mogelijk.
Vestibulaire bijwerkingen zijn reversibel; bij optreden van duizeligheid eventueel de dosering aanpassen of de behandeling staken. De behandeling staken bij het optreden van overige vestibulaire verschijnselen. Voorzichtig bij bestaande ziekte van Ménière.
De behandeling eveneens staken bij symptomen zoals visusstoornissen, scotomen en hallucinaties.
Voorzichtig zijn met de toepassing bij myasthenia gravis vanwege een zwak vermogen tot neuromusculaire blokkade bij tetracyclinen.
Voor de behandeling van vruchtbare vrouwen zie ook de rubriek Zwangerschap.
Diagnostische testen: tetracyclinen kunnen aspecifieke glucose-, eiwit- en urobilinogeenbepalingen in de urine verstoren, ook kunnen fout-positieve catecholamineconcentraties in de urine optreden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, waaronder schimmels, kan optreden bij langdurig gebruik. Als tijdens gebruik een superinfectie optreedt, kan onderbreking van dit middel noodzakelijk zijn. Overweeg dan een ander antimicrobieel middel. Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vastgesteld geval het gebruik staken en een specifieke behandeling gericht tegen Clostridioides difficile overwegen. Geneesmiddelen die de peristaltiek remmen, mogen in deze situatie niet worden gegeven.
Bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10-15) kan de blootstelling aan eravacycline verhoogd zijn. Controleer op bijwerkingen, met name bij obese patiënten en/of als ook behandeld wordt met krachtige CYP3A-remmers (zie rubriek Interacties), omdat hierbij de blootstelling aan eravacycline verder kan toenemen.
Coagulopathie kan optreden, zowel de protrombinetijd (PT) als de aPTT kan toenemen. Daarnaast is hypofibrinogenemie gemeld. Controleer daarom vóór aanvang en regelmatig tijdens de behandeling de bloedstollingsparameters, zoals de PT, het fibrinogeen en andere geschikte antistollingstesten.
Pancreatitis, in sommige gevallen ernstig, is gemeld bij eravacycline en andere tetracyclinen. Bij verdenking hierop het gebruik van eravacycline staken.
Reacties op infusieplaats: in geval van ernstige reacties het gebruik van eravacycline staken tot nieuwe intraveneuze toegang is verkregen. Andere maatregelen om het optreden en de ernst van reacties op de infusieplaats te verminderen bestaan uit het verlagen van de infusiesnelheid en/of de concentratie van eravacycline.
Onderzoeksgegevens en ervaring
- Er zijn geen klinische gegevens van patiënten > 137 kg, de mogelijke invloed van ernstige obesitas op de blootstelling aan eravacycline is niet onderzocht.
- Immuungecompromitteerden waren uitgesloten van de klinische onderzoeken, en de meerderheid van de patiënten (80%) had APACHE-II scores van < 10 op baseline, 5,4% had bacteriëmie op baseline, 34% had een gecompliceerde appendicitis.
- De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar. Eravacycline mag niet toegepast worden bij kinderen < 8 jaar wegens irreversibele tandverkleuring (geel-grijs-bruin).
Overdosering
Symptomen
Levertoxiciteit met symptomen als braken, koortsepisodes, geelzucht, hematomen, melena, uremie, verhoogde transaminasewaarden, verlenging protrombinetijd (PT).
Neem voor meer informatie over de symptomen en behandeling van een vergiftiging met minocycline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Bij gezonde vrijwilligers die tot 3 mg/kg eravacycline kregen, werd een hogere incidentie van misselijkheid en braken waargenomen.
Neem voor meer informatie over een overdosering van eravacycline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bacteriostatisch antibioticum behorend tot de tetracyclinen. Minocycline bindt aan het 30S- en 50S-gedeelte van de ribosomen in de bacteriële cel waardoor remming optreedt van de eiwitsynthese.
Het werkingsspectrum omvat o.a. Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën, intracellulaire bacteriën en spirocheten. Minocycline heeft een grotere in vitro activiteit tegen Gram-positieve bacteriën dan tetracycline. Binnen de tetracyclinen komt kruisresistentie veelvuldig voor; afhankelijk van het resistentiemechanisme kan minocycline echter nog effectief zijn bij (m.n. Gram-positieve) bacteriën die resistent zijn tegen andere tetracyclinen.
Gewoonlijk gevoelig zijn: Staphylococcus aureus, Staphylococcus epidermidis, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans, Streptococcus pneumoniae, Neisseria gonorrhoeae, Neisseria meningitidis (echter niet indien gelokaliseerd in de hersenvliezen), Pasteurella spp., Vibrio cholerae, Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes), Borrelia burgdorferi, Chlamydia spp., Coxiella burneti, Leptospira spp., Mycoplasma spp., Rickettsia spp., Treponema pallidum en Ureaplasma urealyticum.
Matig gevoelig zijn: Haemophilus influenzae (resistentie ca. 10% in EU), Bacillus anthracis, Listeria monocytogenes, Escherichia coli, Salmonella spp., Shigella spp., Bacteroides spp. en andere zuiver anaeroben en Brucella spp.
Doorgaans ongevoelig zijn: Serratia spp., Enterobacter spp., Klebsiella spp. en Enterococcus faecalis.
Inherent resistent zijn: Pseudomonas spp., Morganella morganii, Proteus mirabilis, Proteus penneri, Proteus vulgaris, Providencia rettgeri, Providencia stuartii.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal > 90%; gelijktijdige inname van voedsel vertraagt de absorptie met ca. 1 uur, maar beïnvloedt niet de mate van absorptie. |
T max | 2–3 uur. |
Lipofiliteit | Minocycline penetreert goed in de weefsels door hoge oplosbaarheid in vet; cumulatie in bot- en tandweefsel. Passeert de bloed-hersenbarrière. |
Overig | Minocycline bereikt ook hoge concentraties in traanvocht en speeksel. |
Metabolisering | Waarschijnlijk in de lever, deels tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | Vnl. met de feces, ook met de urine, deels onveranderd. Hemodialyse en peritoneale dialyse elimineren minocycline niet in significante mate. |
Overig | Minocycline is onderhevig aan een enterohepatische kringloop. |
T 1/2el | 12–16 uur, bij verminderde nierfunctie langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Eravacycline is een nieuw ontwikkeld tetracycline. Het remt de synthese van bacteriële eiwitten door te binden aan de 30S ribosomale sub-eenheid. Dit voorkomt de incorporatie van aminozuurresiduen in langer wordende peptideketens. De C-7- en C-9-substituties in eravacycline zijn niet aanwezig in van nature voorkomende of semisynthetische tetracyclinen. Dit substitutiepatroon zorgt voor behoud van in vitro potentie tegen Gram-positieve en Gram-negatieve stammen die tetracyclinespecifieke resistentiemechanismen vertonen (d.w.z. efflux gemedieerd door tet(A), tet(B) en tet(K), en ribosomale bescherming zoals gecodeerd door tet(M) en tet(Q)). Eravacycline is geen substraat voor de MepA-pomp in Staphylococcus aureus, die in verband is gebracht met resistentie tegen tigecycline. Eravacycline wordt ook niet beïnvloed door aminoglycoside-inactiverende of -modificerende enzymen. Eravacycline is inzetbaar tegen ESBL- en AmpC-producerende bacteriën.
Doorgaans gevoelig (in vivo) voor eravacycline zijn:
- Gram-positief: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Staphylococcus aureus en Streptococcus viridans species.
- Gram-negatief: Escherichia coli en Klebsiella pneumoniae.
Op basis van in vitro gegevens zijn ook gevoelig: andere Enterobacterales (ook carbapenem-resistente stammen; CRE) en Acinetobacter baumanii (ook carbapenem-resistente stammen; CRAB).
Niet gevoelig is: Pseudomonas aeruginosa (op basis van in vitro gegevens).
Resistentie tegen eravacycline is waargenomen in Enterococcus, met mutaties in rpsJ. Er is frequent kruisresistentie tegen tigecycline. Er is geen ('targed based') kruisresistentie tussen eravacycline en andere antibioticaklassen zoals fluorchinolonen, penicillinen, cefalosporinen of carbapenems.
De oppervlakte onder de plasmaconcentratie/tijd-curve (AUC), gedeeld door de MIC voor eravacycline, is de beste voorspeller voor de in-vitro werkzaamheid gebleken op basis van humane blootstellingen bij steady-state in een chemostaat, wat in diermodellen voor infectie werd bevestigd.
Kinetische gegevens
V d | ca. 4,6 l/kg. |
Eiwitbinding | concentratie-afhankelijk; 79-90%. |
Metabolisering | voornamelijk door CYP3A4- en FMO-gemedieerde oxidatie, en door epimerisatie tot inactieve metabolieten. Secundaire metabolieten worden gevormd door glucuronidering, oxidatie en hydrolyse. Eravacycline is verder substraat voor de transporteiwitten Pgp, OATP1B1 en -1B3. |
Eliminatie | met de urine ca. 35%, met de feces ca. 48% (zowel door biliaire als directe intestinale uitscheiding). |
T 1/2el | ca. 9 uur op dag 1, ca. 39 uur op dag 10 van de therapie. |
Overig | De klaring en het verdelingsvolume zijn afhankelijk van het lichaamsgewicht. Het verschil in blootstelling bij patiënten met een gewicht tot 137 kg rechtvaardigt geen dosisaanpassing. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
minocycline hoort bij de groep tetracyclinen.
Groepsinformatie
eravacycline hoort bij de groep tetracyclinen.
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acne vulgaris
- acute faryngotonsillitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- rosacea
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)