Samenstelling
Synarel (als acetaat) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 200 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon 80 doses
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Suprefact (als acetaat) Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Implantatiestift voor s.c.-toediening 'Depot 3 maanden'
- Sterkte
- 9,45 mg
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 0,1 mg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml (100 doses) met doseerpomp
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Advies
Zie voor de behandeling van prostaatcarcinoom de geldende behandelrichtlijn via richtlijnendatabase.nl.
Busereline dient te worden voorgeschreven door of in overleg met een arts met ervaring in het betreffende indicatiegebied.
Indicaties
- Matige tot ernstige endometriose.
- Preoperatief bij leiomyomen van de uterus, ter verlichting van klinische symptomen en vermindering van het volume van de uterus en leiomyomen.
- Downregulatie van de hypofyse vóór begin van ovulatie-inductie door gonadotrofinen bij IVF om gecontroleerde ovariële stimulatie mogelijk te maken.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Gemetastaseerd testosteron-gevoelig prostaatcarcinoom.
Doseringen
Endometriose
Volwassenen
Begin de behandeling tijdens de eerste 5 dagen van de cyclus: 200 microg (= 1 verstuiving) 2×/dag ('s ochtends in het ene, 's avonds in het andere neusgat) toedienen, eventueel te verhogen tot maximaal 400 microg 2×/dag (1 verstuiving in beide neusgaten 's ochtends en 's avonds) om amenorroe te bewerkstelligen. Aanbevolen duur van behandeling is 6 maanden. Een eventuele nieuwe behandeling alleen overwegen bij ernstige endometriose indien 1 jaar is verstreken na de vorige behandeling; aangeraden wordt vooraf de botdichtheid te meten.
Preoperatief bij leiomyomen van de uterus
Volwassenen
200 microg (= 1 verstuiving) 2×/dag ('s ochtends in het ene, 's avonds in het andere neusgat), gedurende 3 maanden, waarna hysterectomie plaatsvindt.
Downregulatie van de hypofyse bij IVF
Volwassenen
Begin de behandeling in de vroeg folliculaire fase (dag 2) of in de mid-luteale fase (dag 21): 200 microg (= 1 verstuiving) 2×/dag ('s ochtends in het ene, 's avonds in het andere neusgat); zo nodig 400 microg 2×/dag (1 verstuiving in beide neusgaten 's ochtends en 's avonds). De behandeling voortzetten tot down-regulatie is bereikt (estradiolconcentratie < 50 ng/l en progesteronconcentratie < 1 µg/l, meestal binnen 4 weken). Op dat moment wordt een gonadotrofine aan de behandeling toegevoegd. Nadat adequate follikelgroei is verkregen (meestal 8–12 dagen later), de toediening van nafareline staken en hCG geven om de ovulatie te induceren. De luteale fase kan eventueel worden ondersteund met hCG of progesteron.
De 8 ml flacon (= 80 doses) in verband met de afgifte van een mogelijk onvoldoende hoeveelheid nafareline maximaal 30 dagen (bij 400 microg/dag) of 15 dagen (bij 800 microg/dag) gebruiken.
Snuit indien nodig de neus vóór toediening. Herhaal de toediening bij niezen tijdens of kort na toediening.
Doseringen
Prostaatcarcinoom
Volwassenen
Implantatiestift 9,45 mg: 1 s.c.-injectie in de buikwand elke 3 maanden; het driemaandsinterval kan incidenteel met max. 3 weken worden verlengd. De implantatiestift evt. onder lokale anesthesie toedienen.
Neusspray (0,1 mg/dosis): 2 snuifjes (0,2 mg) in elk neusgat iedere 8 uur; maximaal 1,2 mg per dag. Eventueel vóór de toediening de neus snuiten, vooral bij verkoudheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): gewichtstoename. Labiliteit, afname libido. Hoofdpijn. Opvliegers. Rinitis. Acne, seborroe. Spierpijn. Verminderde borstomvang, vaginale droogheid. Oedeem.
Vaak (1–10%): overgevoeligheid met symptomen zoals benauwdheid, pijn op de borst, urticaria, uitslag en jeuk. Oestrogeendeficiëntie. Gewichtsafname. Depressie, slapeloosheid, toename libido. Paresthesie. Hyper- of hypotensie. Irritatie van het neusslijmvlies. Hirsutisme. Kunstmatige menopauze, bloeding van de uterus, verergering van endometriose. Afname botdichtheid.
Soms (0,1–1%): alopecia. Gewrichtspijn. Toegenomen borstomvang, pijnlijke borsten, ovariële cysten (tijdens de eerste twee maanden van de behandeling, met name bij het polycysteus ovariumsyndroom).
Verder zijn gemeld: neutropenie. Maag-darmklachten. Dysurie.
Bijwerkingen
Bij gebruik van de neusspray: irritatie van de neus, neusbloedingen, heesheid en verandering smaak en reuk. Lokale reacties op de plaats van injectie zoals pijn, irritatie, opzwellen, urticaria en hematoom.
Meestal gerelateerd aan de verlaging van de testosteronproductie:
Vaak (1-10%): stemmingswisselingen, (verergering van) depressie, met name bij langdurig gebruik. Verlies van libido, opvliegers, hoofdpijn, erectiestoornis, atrofie testes.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties van de huid zoals roodheid, jeuk, huiduitslag (incl. urticaria). Duizeligheid, sufheid, obstipatie, gynaecomastie (pijnloos), oedeem (mild) rond enkels en kuiten, vermoeidheid. Gewichtsverandering. Stijging van leverenzymwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): ernstige overgevoeligheidsreacties met bronchospasmen en dyspneu. Nervositeit, emotionele labiliteit, angst. Slaapstoornissen, stoornissen van geheugen en concentratie. Hartkloppingen, verhoging bloeddruk bij hypertensie. Misselijkheid, braken, diarree. Toe- of afname van hoofdhaar of lichaamsbeharing. Verandering van bloedlipiden, toename van bilirubine in serum.
Zeer zelden (< 0,01%): vergroting van hypofyse adenomen. Milde, voorbijgaande toename van de tumorpijn bij gelijktijdige anti-androgeenbehandeling. Ernstige overgevoeligheidsreacties met shock, waarvoor operatieve verwijdering van het implantaat nodig kan zijn. Toename van dorst, veranderde eetlust. Tinnitus, gehoor- en gezichtsstoornissen (bv. wazig zien), gevoel van druk achter de ogen. Ongemak en pijn in de spieren en het skelet. Verslechtering van het algemeen welbevinden. Verlaging glucosetolerantie. Trombocytopenie, leukopenie.
Verder is gemeld: QT-verlenging.
Algemeen: behandeling met gonadoreline–agonisten geeft mogelijk meer kans op anemie, diabetes mellitus en hart– en vaatziekten, zoals myocardinfarct, acute hartstilstand en beroerte. Tevens kan het gebruik leiden tot een afname in de botdichtheid, met meer kans op botbreuken vooral bij langdurig gebruik.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van een lokaal decongestivum een interval van minimaal 30 minuten aanhouden na toediening van nafareline.
Interacties
Androgeendeprivatietherapie kan het QT-interval verlengen; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, ibutilide, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, chinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is embryo-/foetotoxiciteit aangetoond, en een vertraging van de embryo-foetale ontwikkeling.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Vóór begin van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Bij andere toepassing dan IVF: Een vrouw in de vruchtbare leeftijd dient tijdens de behandeling, voornamelijk gedurende de eerste twee maanden, een adequate niet-hormonale anticonceptiemethode toe te passen. Anticonceptiva op hormonale basis moeten voorafgaande aan de behandeling worden gestaakt.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Nadelige effecten op de zuigeling zijn niet waarschijnlijk, omdat gonadoreline-agonisten in zeer geringe hoeveelheden worden opgenomen in het maag-darmkanaal van de zuigeling.
Advies: Er kan geen advies worden gegeven, vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor GnRH-analogen;
- onverklaarde vaginale bloedingen.
Zie ook de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
Na orchidectomie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij depressie in de anamnese, alleen onder strikte medische controle behandelen.
Gebruik van nafareline gedurende enige maanden kan leiden tot verlies van botweefsel, met name van de wervels. In het algemeen treedt er een herstel op na staken van de behandeling, zij het niet volledig.
Bij optreden van cysten is het soms noodzakelijk het gebruik te staken en/of operatief in te grijpen. De cysten kunnen soms spontaan verdwijnen, meestal na 4–6 weken.
De remming van het hypofysaire-gonadale systeem verdwijnt binnen 4–8 weken na staken van de therapie.
De werkzaamheid bij de behandeling van endometriose bij kinderen < 18 jaar is niet aangetoond.
Herhaling van de behandeling kan niet worden aanbevolen, omdat geen veiligheidsgegevens beschikbaar zijn.
Bij gebruik voor gecontroleerde ovariële stimulatie kan het ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden; controleer hier zorgvuldig op. Bij pre-ovulatoire E2 -spiegels > 2000 ng/l en de ontwikkeling van meer dan 15 follikels van > 12 mm doorsnede, de gonadotrofine toediening staken en nafareline continueren om een spontane LH-piek te vermijden.
Hulpstoffen: benzalkoniumchloride, in de neusspray, kan oedeem van het neusslijmvlies geven, vooral bij langdurig gebruik.
Waarschuwingen en voorzorgen
Start het anti-androgeen bij voorkeur circa vijf dagen vantevoren en geef gedurende 3–4 weken gelijktijdig met busereline.
Androgeendeprivatietherapie kan het QT-interval verlengen. Weeg het gebruik af bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen en congenitaal of verworven QT-verlenging.
Behandeling met gonadoreline-agonisten geeft meer kans op depressie die ernstig kan zijn; waarschuw de patiënt hiervoor.
Voorbijgaande activering van de tumor kan optreden bij het begin van de behandeling door stijging van de serumtestosteronconcentratie met toename van symptomen als botpijn, trombose met longembolie, problemen met urineren en spierzwakte in de benen. Tijdelijke combinatie met een anti-androgeen kan deze toename van symptomen tegengaan.
In 20% van de gevallen kan ongevoeligheid bestaan of zich ontwikkelen voor busereline en analogon, ondanks het verlagen van de testosteronspiegel tot castratieniveau.
Controleer bij hypertensie regelmatig de bloeddruk tijdens behandeling.
Controleer bij diabetes mellitus regelmatig de bloedglucosespiegel tijdens behandeling.
Meet tijdens behandeling periodiek de botdichtheid en neem preventieve maatregelen osteopenie en osteoporose te voorkomen; wees voorzichtig bij voorafbestaande risicofactoren voor osteoporose, zoals chronisch alcoholmisbruik, roken, langdurig gebruik van anti–epileptica of corticosteroïden of osteoporose in de familie–anamnese.
Bepaal de serumtestosteronconcentratie tijdens behandeling regelmatig. Het effect van de behandeling kan tevens worden gevolgd door meting van het prostaat-specifiek antigeen (PSA) in het serum. Indien geen klinische verbetering of verandering in PSA optreedt, ondanks een adequate testosteronsuppressie, is de tumor hormoonongevoelig.
Hulpstoffen: benzalkoniumchloride, in de neusspray, kan oedeem van het neusslijmvlies geven, vooral bij langdurig gebruik.
Eigenschappen
Gonadoreline (GnRH-)agonist. Sterk werkend, synthetisch analogon van het hypothalamushormoon gonadoreline (LH-RH). Nafareline zet de hypofyse aan tot productie van LH en FSH. Bij voortgezet gebruik treedt echter suppressie op door uitputting en ongevoelig worden van de gonadotrope hypofysecellen; hierdoor dalen de oestrogeen- en progesteronspiegels en wordt de ovariumfunctie onderdrukt. Verlaging van de oestrogeenspiegel kan de groei van leiomyomen van de uterus en endometriosehaarden terugdringen. Bij kunstmatige voortplantingstechnieken maakt down-regulatie met nafareline vóór de behandeling met gonadotrofinen een betere controle van de ovulatie-inductie mogelijk.
Kinetische gegevens
F | ca. 3%. |
T max | ca. 30 min. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten met urine (35%) en feces (50%). |
T 1/2el | 2–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gonadoreline(GnRH)-agonist. Sterkwerkend, synthetisch analogon van het hypothalamushormoon gonadoreline (LH-RH). Busereline zet de hypofyse aan tot productie van LH en FSH. Bij voortgezet gebruik treedt echter suppressie op door uitputting en ongevoelig worden van de gonadotrope hypofysecellen. Hierdoor daalt de testosteronspiegel bij de man na circa drie weken tot castratieniveau.
Kinetische gegevens
F | (nasaal) = 3%, wordt waarschijnlijk niet beïnvloed door rinitis. Op de eerste dag na implantatie van de stift is de afgifte van busereline het hoogst, gevolgd door een fase van langzame, gelijkmatige afgifte gedurende het toedieningsinterval. Het dragermateriaal van het implantaat wordt langzaam afgebroken in het lichaam tot melkzuur en glycolzuur. |
Metabolisering | in de lever en nieren tot inactieve metabolieten; in de hypofyse gebonden busereline wordt door enzymen in de membraan omgezet. |
Eliminatie | via de gal en urine. |
T 1/2el | 80 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
nafareline hoort bij de groep gonadoreline-agonisten.
Groepsinformatie
busereline hoort bij de groep gonadoreline-agonisten.