Samenstelling
Moventig (als oxalaat) Grünenthal bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 12,5 mg, 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Constella Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 290 microg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Overweeg naloxegol (voorkeur vanwege orale toediening) of methylnaltrexon bij onvoldoende effect van reguliere laxantia bij opioïdgeïnduceerde obstipatie.
Advies
De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Overweeg linaclotide bij ernstige obstipatie in de palliatieve fase, ondanks behandeling met een osmotisch laxans en een contactlaxans.
Indicaties
- Behandeling van opioïd-geïnduceerde obstipatie bij volwassenen, als respons op een gebruikelijke behandeling met laxantia onvoldoende is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomatische behandeling van volwassenen met een matig tot ernstig prikkelbaredarmsyndroom met obstipatie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Alleen gebruiken tijdens de behandeling met systemische opioïden.
Opioïdgeïnduceerde obstipatie
Volwassenen
25 mg 1×/dag. Overweeg verlaging van de dosering naar 12,5 mg 1×/dag bij optreden van ernstige gastro-intestinale bijwerkingen. Kan met of zonder laxeermiddelen worden gebruikt.
Nierfunctiestoornis: Bij matig-ernstige of ernstige nierfunctiestoornis: is de begindosering 12,5 mg 1×/dag; als deze goed wordt verdragen, kan de dosering verhoogd worden tot 25 mg 1×/dag. Bij niet goed verdragen van de dosis van 12,5 mg de behandeling staken. Bij een lichte nierinsufficiëntie is geen dosisaanpassing nodig.
Leverfunctiestoornis: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik bij een ernstige leverinsufficiëntie wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens.
CYP3A4-remmers: Bij gebruik van matige CYP3A4-remmers (bv. diltiazem, verapamil): de begindosering is 12,5 mg 1×/dag; als deze goed wordt verdragen, kan de dosering verhoogd worden tot 25 mg 1×/dag. Gelijktijdig gebruik met krachtige CYP3A4-remmers is gecontra-indiceerd (zie ook de rubriek Interacties). Bij combinatie met zwakke CYP3A4-remmers is geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: naloxegol 's ochtends innemen, minimaal 30 minuten vóór of 2 uur na het ontbijt. Géén grapefruitsap innemen. Bij slikproblemen de tablet fijnmaken tot een poeder, mengen met een half glas water en direct opdrinken; het glas naspoelen met nogmaals een half glas water en opdrinken. Het mengsel kan ook via een neusmaagsonde worden toegediend (CH8 of hoger); na toediening de sonde spoelen met water.
Doseringen
Prikkelbaredarmsyndroom met obstipatie
Volwassenen
290 microg 1×/dag. Herbeoordeel de behandeling na 4 weken. De werkzaamheid en effectiviteit van linaclotide bij prikkelbaredarmsyndroom zijn voor een periode van maximaal 6 maanden onderzocht.
Verminderde nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Toediening: De capsule minstens 30 minuten vóór de maaltijd innemen.
Bijwerkingen
De gemelde gastro-intestinale bijwerkingen waren meestal mild tot matig van ernst, traden meestal in het begin van de behandeling op en waren reversibel bij voortzetting van de behandeling.
Zeer vaak (> 10%): buikpijn, diarree.
Vaak (1-10%): flatulentie, misselijkheid, braken. Hoofdpijn. Nasofaryngitis. Overmatig zweten.
Soms (0,1-1%): opioïde-abstinentiesyndroom (vaak binnen enkele minuten tot dagen na de eerste inname en licht tot matig-ernstig).
Verder is gemeld: overgevoeligheid, (fatale) gastro-intestinale perforatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree, vooral bij ouderen (> 65 j.) en bij patiënten met hypertensie of diabetes.
Vaak (1-10%): buikpijn, opgezette buik, winderigheid, virale gastro-enteritis. Duizeligheid.
Soms (0,1-1%): toegenomen fecale aandrang, fecale incontinentie, lage gastro-intestinale bloeding (waaronder bloeding van hemorroïden en rectale bloeding), misselijkheid, braken. Verminderde eetlust. Orthostatische hypotensie, hypokaliëmie, dehydratie. Urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): daling van bicarbonaatbloedspiegel, gastro-intestinale perforatie.
Verder is gemeld: huiduitslag.
Interacties
Naloxegol wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4. Combinatie met sterke CYP3A4-remmers, zoals clarytromycine, ketoconazol systemisch, itraconazol, proteaseremmers (bv. ritonavir), of grote hoeveelheden grapefruitsap is gecontra-indiceerd. Combinatie van een eenmalige dosis naloxegol met meermalige doseringen ketoconazol oraal resulteerde in een 13-voudige verhoging van de AUC en een 10-voudige verhoging van de Cmax van naloxegol.
Combinatie met VEGF-remmers zoals bevacizumab, ranibizumab, aflibercept is gecontra-indiceerd.
Bij combinatie met matige CYP3A4-remmers zoals diltiazem, verapamil de begindosering verlagen, zie ook de rubriek Dosering. Combinatie met een eenmalige dosis diltiazem resulteerde in een ruim 3-voudige verhoging van de AUC en een 3-voudige verhoging van de Cmax van naloxegol.
Combinatie met sterke CYP3A4-inductoren, zoals carbamazepine, rifampicine, sint-janskruid wordt ontraden. Combinatie van een eenmalige dosis naloxegol met meermalige doseringen rifampicine resulteerde in een verlaging van 89% van de AUC en 76% van de Cmax van naloxegol.
Vermijd gelijktijdig gebruik met opioïdreceptor-antagonisten (zoals naltrexon, naloxon), vanwege een additief antagonistisch effect en een toegenomen kans op opioïd-ontwenning.
Wees voorzichtig bij gebruik van methadon voor de behandeling van opioïdverslaving, vanwege onvoldoende ervaring. Bij gebruik van methadon voor pijn traden vaker gastro-intestinale bijwerkingen en symptomen van opioïd-ontwenning op.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdige behandeling met protonpompremmers, laxeermiddelen of NSAID's vanwege meer kans op diarree. Bij ernstige of langdurige diarree kan de absorptie van andere geneesmiddelen afnemen en de werkzaamheid van levothyroxine of orale anticonceptiva afnemen. Het gebruik van een extra anticonceptiemethode is aanbevolen bij ernstige en langdurige diarree.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens relatief weinig gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij zeer hoge doseringen (skeletafwijkingen).
Farmacologisch effect: Theoretisch zouden opioïde-onthoudingsverschijnselen kunnen optreden bij de foetus.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Het gebruik van een extra anticonceptiemethode is aanbevolen bij ernstige en langdurige diarree.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Theoretisch zouden opioïde-onthoudingsverschijnselen kunnen optreden bij de foetus.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Waarschijnlijk niet.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- (vergroot risico op) gastro-intestinale obstructie of een toegenomen kans op een recidiverende obstructie vanwege meer kans op een gastro-intestinale perforatie;
- maligniteit met een vergroot risico op een gastro-intestinale perforatie, zoals bij onderliggende maligniteit van het maag-darmkanaal, peritoneum, ovarium;
- overgevoeligheid voor een andere opioïdantagonist.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- bekende of vermoede mechanische gastro-intestinale obstructie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gastro-intestinale perforatie: Vanwege meer kans op gastro-intestinale perforatie voorzichtig toepassen bij aandoeningen die de integriteit van het maag-darmkanaal aantasten, zoals een ernstig ulcus, ziekte van Crohn, actieve of recidiverende diverticulitis. Adviseer de patiënt de therapie te staken en zich direct te melden bij ongebruikelijke ernstige of aanhoudende buikpijn.
Bloed-hersenbarrière: De ondoorlaatbaarheid van de bloed-hersenbarrière is belangrijk voor het mimaliseren van de opname van naloxegol in het centraal zenuwstelsel (CZS). Wees daarom voorzichtig bij klinisch belangrijke verstoringen van de bloed-hersenbarrière, zoals primaire hersenmaligniteiten, CZS-metastasen, actieve multipele sclerose, gevorde ziekte van Alzheimer. Wijs deze patiënten erop alert te zijn op mogelijke effecten op het CZS zoals symptomen van opioïdontwenning en/of interferentie met opioïd-gemedieerde pijnstilling. Adviseer de patiënt de therapie te staken en zich te melden bij optreden van deze effecten.
Methadon: Wees voorzichtig bij gebruik van methadon voor de behandeling van opioïdverslaving, vanwege onvoldoende ervaring. Bij gebruik van methadon voor pijn traden vaker gastro-intestinale bijwerkingen en symptomen van opioïd-ontwenning op.
Opioïde-abstinentiesyndroom: Bij vermoeden van opioïde-abstinentiesyndroom (een cluster van 3 of meer van de volgende verschijnselen: dysforische stemming, misselijkheid of overgeven, spierpijn, tranenvloed of rinorroe, pupildilatatie of kippenvel of zweten, diarree, geeuwen, koorts of insomnia) de behandeling staken. Dit treedt meestal binnen enkele minuten tot dagen na toediening op.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij cardiale aandoeningen (zoals myocardinfarct < 6 maanden geleden, symptomatisch congestief hartfalen, manifeste hartziekte of een QT-interval > 500 msec) vanwege geen gegevens. Naloxegol had géén invloed op het QT-interval bij gezonde vrijwilligers. Gebruik bij ernstige leverinsufficiëntie wordt niet aangeraden vanwege onvoldoende gegevens. Veiligheid en werkzaamheid bij een leeftijd < 18 jaar is niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Diarree: Overweeg de behandeling tijdelijk te staken bij langdurige (> 1 week) of ernstige diarree. Wees extra voorzichtig bij patiënten met een toegenomen kans op een verstoring van de water- en elektrolytenhuishouding, zoals ouderen en patiënten met hart- en vaataandoeningen, hypertensie of diabetes; overweeg een elektrolytencontrole.
Perforatie: Intestinale perforatie is gemeld bij patiënten met aandoeningen die kunnen samengaan met lokale of diffuse zwakte van de darmwand. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen bij ernstige, langdurige of verergende buikpijn. Staak de behandeling bij deze symptomen.
Onderzoeksgegevens: Linaclotide mag niet gebruikt worden bij kinderen < 18 jaar, vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid; door overexpressie van de GC-C-receptor zijn kinderen < 2 jaar gevoeliger voor de effecten van linaclotide.
Overdosering
Symptomen
Ondraaglijke abdominale effecten zoals pijn, effecten op het CZS zoals symptomen van opioïdontwenning.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met naloxegol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met linaclotide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Opioïdreceptorantagonist, gepegyleerd derivaat van naloxon. Het bindt aan de μ-opioïdreceptoren in het maag-darmkanaal en gaat zo obstipatie als gevolg van opioïden tegen zonder beïnvloeding van de centraal analgetische werking van het opioïd. Door pegylering wordt de passieve permeabiliteit van naloxegol gereduceerd en wordt de verbinding omgezet in een substraat voor Pgp. Naloxegol dringt slechts minimaal door in het centraal zenuwstelsel vanwege de verminderde permeabiliteit en de toegenomen efflux over de bloed-hersenbarrière van het Pgp-substraat.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel; een vetrijke maaltijd verhoogt de mate en snelheid van absorptie. |
T max | < 2 uur. Bij het merendeel van de proefpersonen was 0,4-3 uur hierna een secundaire plasmaconcentratiepiek, waarschijnlijk door een enterohepatische kringloop. Voor de oraal ingenomen fijngemalen tablet gemengd met water was de tmax 0,75 uur en via de maagsonde gemiddeld 1,5 uur. |
V d | ca. 14-31 l/kg. |
Metabolisering | voornamelijk door CYP3A4; wordt omgezet in 6 metabolieten. Ondergaat vermoedelijk een enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | ca. 68% via de faeces, 16% via de urine (<6% onveranderd). Naloxegol wordt niet verwijderd door dialyse. |
T 1/2el | 6-11 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch peptide. Guanylaatcyclase-C-receptoragonist (GC-C-receptoragonist) met visceraal analgetische en secretoire werking. Linaclotide en de actieve metaboliet binden aan de GC-C-receptor, op het luminale oppervlak van het darmepitheel. De activering van GC-C leidt tot verhoogde concentraties van intra- en extracellulair cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP). Extracellulair cGMP vermindert de pijnvezelactiviteit. Intracellulair cGMP veroorzaakt afscheiding van chloride en bicarbonaat in het intestinale lumen, wat tot een toename van intestinaal vocht en een versnelde transit leidt.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal bij therapeutische dosis. |
Metabolisering | lokaal tot actieve primaire metaboliet destyrosine. Proteolyse in het maag-darmstelsel tot kleinere peptiden en aminozuren. |
Eliminatie | 3-5% met de feces, voornamelijk als actieve metaboliet. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
naloxegol hoort bij de groep laxantia, overige.
Groepsinformatie
linaclotide hoort bij de groep laxantia, overige.