Samenstelling
Deponit T Merus Labs International Inc.
- Toedieningsvorm
- Pleister met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 5 mg/etmaal, 10 mg/etmaal
De oppervlakte is resp. 9 cm² en 18 cm² en bevat 2,1 mg/cm². De afgifte van de pleister is gebaseerd op 24 uur.
Minitran Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Pleister met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 5 mg/etmaal, 10 mg/etmaal, 15 mg/etmaal
De oppervlakte is resp. 6,7 cm², 13,3 cm² en 20 cm² en bevat 2,7 mg/cm². De afgifte van de pleister is gebaseerd op 24 uur.
Nitroglycerine pleister Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Pleister
- Sterkte
- 5 mg/etmaal, 10 mg/etmaal, 15 mg/etmaal
De oppervlakte is resp. 7 cm², 14 cm² en 21 cm² en bevat 3,2 mg/cm². De afgifte van de pleister is gebaseerd op 24 uur.
Transiderm-Nitro Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Pleister met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 5 mg/etmaal, 10 mg/etmaal
De oppervlakte is resp. 10 cm² en 20 cm² en bevat 2,5 mg/cm². De afgifte van de pleister is gebaseerd op 24 uur.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Isosorbidemononitraat Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 20 mg, 40 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard'
- Sterkte
- 30 mg, 60 mg
Mono Cedocard Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 25 mg, 50 mg, 100 mg
Promocard Navamedic
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Durette'
- Sterkte
- 30 mg, 60 mg, 120 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op, of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.
Voor Transiderm-Nitro '5' is voor de preventie van flebitis en extravasatie geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op, of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling van angina pectoris.
- Alleen voor Transiderm Nitro-5: profylactische behandeling van flebitis en extravasatie als gevolg van toediening van vloeistoffen en/of geneesmiddelen via een i.v.-infuus bij een verwachte infusieduur van ten minste twee dagen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Profylaxe en onderhoudsbehandeling van angina pectoris.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Onderhoudsbehandeling angina pectoris
Volwassenen (incl. ouderen)
Begindosering: 1 pleister '5' (die 5 mg per etmaal afgeeft) per dag.
Indien nodig verhogen tot 1 pleister '10' per dag (= 10 mg/etmaal, de gebruikelijke onderhoudsdosering) en eventueel tot 1 pleister '15' per dag (= 15 mg/etmaal). Transiderm-Nitro, Deponit-T: max. 2 pleisters '10' per dag (= 20 mg/etmaal). Dosisaanpassingen geleidelijk uitvoeren.
Om tolerantie te voorkomen heeft een pleistervrije periode van 8–12 uur per etmaal de voorkeur; dit betekent: de pleister voor het naar bed gaan verwijderen of – indien de pijn vooral 's nachts optreedt – deze alleen 's nachts gebruiken.
Flebitis en extravasatie
Volwassenen (incl. ouderen)
Op het moment van inbrengen van het i.v.-infuus 1 Transiderm-Nitro '5' (= 5 mg/etmaal) pleister distaal van de infusieplaats aanbrengen en na 24 uur vervangen op een ander gedeelte van de huid. De behandeling staken zodra de i.v.-therapie wordt beëindigd. De behandelduur dient beperkt te blijven tot 5–6 dagen.
Deponit-T: Bij nier- of leverinsufficiëntie is geen dosisaanpassing nodig.
Een te hoge startdosis kan bij sommige patiënten erge hoofdpijn of ernstige hypotensie veroorzaken.
In verband met mogelijke onthoudings- of rebound-verschijnselen de toediening geleidelijk afbouwen.
Toediening
- De pleister plakken op een droog, onbeschadigd, weinig behaard deel van de huid (bij voorkeur de zijkant van de borstkas, alternatieven zijn binnenzijde van de bovenarm of dij) en goed aandrukken. Een nieuwe pleister moet op een ander gedeelte van de huid worden aangebracht; pas na enige dagen mag de pleister weer op dezelfde plaats worden geplakt.
- De pleister mag niet geknipt worden.
Doseringen
Angina pectoris
Volwassenen (incl. ouderen)
Gewone tablet: begindosering 20 mg 2–3×/dag, zo nodig verhogen tot 120 mg/dag. Bij een tweemaaldaagse dosering de tweede dosis 8 uur na de eerste innemen; bij een driemaaldaagse dosering om de 6 uur 1 tablet innemen. Zo wordt een nitraatvrije periode bewerkstelligd.
Tabletten/capsules met gereguleerde afgifte: begindosering 25–30 mg 1×/dag 's morgens: onderhoudsdosering 50–60 mg 1×/dag 's morgens, zo nodig 100–120 mg 1×/dag 's morgens, niet vaker dan eenmaal per dag doseren om tolerantie te voorkomen.
Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Staken behandeling: In verband met mogelijke onthoudings- of rebound-verschijnselen zowel de dosis als de toedieningsfrequentie geleidelijk verlagen.
Toediening: De capsules/tabletten met wat water innemen zonder kauwen; de Durette kan ook als halve tablet worden ingenomen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn (verdwijnt vaak na enkele dagen bij onveranderde therapie. Misselijkheid, braken.
Vaak (1-10%): duizeligheid, (orthostatische) hypotensie, slaperigheid. Tachycardie. Asthenie.
Soms (0,1-1%): verergerde symptomen van angina pectoris. Circulatoire collaps (soms gepaard gaand met bradyaritmie en syncope). Allergische huidreacties zoals contacteczeem, huiduitslag, jeuk (met name op de plaats van de pleister), branderig gevoel, erytheem.
Zelden (0,01-0,1%): voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals.
Zeer zelden (< 0,01%): zuurbranden. Exfoliatieve dermatitis.
Verder zijn gemeld: ernstige hypotensieve reacties, hartkloppingen. Hypoxemie. Gegeneraliseerde huiduitslag.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn (vaak in het begin van de behandeling).
Vaak (1–10%): vermoeidheid, zwakte, licht gevoel in het hoofd bij opstaan, duizeligheid, slaperigheid. (Orthostatische) hypotensie, (reflex)tachycardie, hartkloppingen.
Soms (0,1-1%): collaps, syncope, verergering angina pectoris, bradyaritmie, tijdelijke hypoxemie (kan bij coronaire arteriële ziekten leiden tot myocardiale hypoxie). Misselijkheid, braken, diarree. Overmatig blozen, allergische huidreactie.
Zeer zelden (< 0,01%): dyspepsie. Angio-oedeem, exfoliatieve dermatitis, Stevens-Johnsonsyndroom.
Interacties
Vanwege een additief bloeddrukverlagend effect is gelijktijdig gebruik met riociguat gecontra-indiceerd.
Gelijktijdig gebruik met fosfodi-esterase-5-remmers (avanafil, sildenafil, tadalafil en vardenafil) is gecontra-indiceerd, omdat dit het vaatverwijdend effect versterkt en bij daarvoor gevoelige patiënten kan leiden tot levensbedreigende cardiovasculaire complicaties.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met sapropterine, omdat dit kan leiden tot versterkte vaatverwijding.
Gelijktijdig gebruik van andere vasodilatatoren, ACE-remmers, acetylsalicylzuur, alcohol, tricyclische antidepressiva, antipsychotica, β-blokkers, calciumantagonisten en diuretica versterkt het hypotensieve effect.
Het gelijktijdig gebruik van NSAID's kan het effect van nitroglycerine verminderen.
Ergot-alkaloïden kunnen de coronaire vasodilaterende werking van nitraten tegengaan, terwijl de werking van dihydro-ergotamine door nitroglycerine juist wordt versterkt.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met fosfodi-esterase-5-remmers (avanafil, sildenafil, tadalafil en vardenafil) is gecontra-indiceerd, omdat dit het vaatverwijdend effect versterkt en bij daarvoor gevoelige patiënten kan leiden tot levensbedreigende cardiovasculaire complicaties; patiënten die nitraten als onderhoudsbehandeling gebruiken erop wijzen dat de therapie met nitraten ook niet kortdurend mag worden onderbroken om een PDE-5-remmer in te nemen.
Combinatie met riociguat is gecontra-indiceerd omdat dit ernstige hypotensie kan veroorzaken.
Gelijktijdig gebruik van andere bloeddrukverlagende geneesmiddelen of van alcohol versterkt het hypotensieve effect.
Ergot-alkaloïden kunnen mogelijk de coronaire vasodilaterende werking van nitraten tegengaan.
Voorzichtig bij combinatie met sapropterine vanwege een mogelijk versterkte vaatverwijding.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Daling van de foetale hartfrequentie mogelijk.
Advies: Alleen op zeer strikte indicatie gebruiken, vanwege het ontbreken van gegevens.
Vruchtbaarheid : Bij dieren zijn nadelige effecten op de vruchtbaarheid waargenomen bij hoge orale doses nitroglycerine, bij de mens zijn er geen gegevens beschikbaar.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op zeer strikte indicatie gebruiken, vanwege het ontbreken van gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Hypotensie en methemoglobinemie bij de zuigeling mogelijk. Zuigelingen tot 6 maanden zijn extra gevoelig voor nitraten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar waarschijnlijk.
Farmacologisch effect: Hypotensie, methemoglobinemie. Zuigelingen tot 6 maanden zijn extra gevoelig voor nitraten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ernstige hypotensie (systolische bloeddruk < 90 mmHg);
- ernstige hypovolemie;
- acute circulatiestoornissen (shock, collaps);
- myocardinsufficiëntie ten gevolge van obstructie (bv. constrictieve pericarditis, aortastenose, mitralisklepstenose, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie);
- verhoogde intracraniële druk, bijvoorbeeld bij hoofdtrauma of hersenbloeding;
- verhoogde intra-oculaire druk;
- ernstige anemie;
- overgevoeligheid voor nitraten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- hypotensie (systolische bloeddruk < 90 mmHg);
- verhoogde intracraniële druk, bv. bij hoofdtrauma of hersenbloeding;
- ernstige anemie;
- acute circulatiestoornissen (shock, collaps tenzij voldoende eind–diastolische druk behouden wordt door passende maatregelen);
- myocardinsufficiëntie ten gevolge van obstructie (bv. constrictieve pericarditis, harttamponade);
- overgevoeligheid voor nitraten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij defibrillatie of cardioversie de pleister(s) eerst verwijderen in verband met gevaar voor ontbranding; de Transiderm–Nitro tevens verwijderen vóór diathermie of MRI in verband met aanwezigheid van elementaire metalen in dit type pleister, waardoor er de kans is op huidverbranding. Dragers van alle typen pleisters dienen enige meters van magnetronovens vandaan te blijven in verband met het gevaar van ontbranding van de pleister door lekstraling bij defecte magnetrons.
Bij een recent myocardinfarct of acuut hartfalen de behandeling onder strikt medisch toezicht uitvoeren en/of met hemodynamische controle.
Wees voorzichtig bij een belemmering van het cardiale uitstroom-traject (lage vullingsdruk zoals bij acuut myocardinfarct, verminderde linkerventrikel functie, harttamponade, orthostatische disfunctie en aorta-/mitralisstenose zonder hartfalen hierbij).
Wees tevens voorzichtig bij patiënten met een ernstige anemie (incl. G6PD-tekort geïnduceerde vormen) omdat bij deze patiënten de biotransformatie van nitroglycerine verminderd is.
Wees eveneens voorzichtig bij patiënten met een hypoxemie en ventilatie-perfusie-mismatch door longaandoeningen, ischemisch hartfalen, angina pectoris, myocardinfarct of cerebrale ischemie. Bij deze patiënten zijn vaak afwijkingen van de kleine luchtwegen aanwezig (vooral alveolaire hypoventilatie). Bij alveolaire hypoventilatie kan door lokale vasoconstrictie de perfusie verschuiven naar beter ventilerende delen van de longen. Sterke vasodilatatie kan deze beschermende vasoconstrictie teniet doen en verdere ventilatie perfusie/mismatch en afname in partiële arteriële zuurstofspanning tot gevolg hebben, eventueel leidend tot myocardiale hypoxie.
Angina door hypertrofische cardiomyopathie kan verslechteren door gebruik van nitraten. Het is mogelijk dat angina vaker voorkomt tijdens pleistervrije perioden, waardoor op deze momenten een andere anti-angineuze therapie gewenst is.
Behandeling van methemoglobinemie met methyleenblauw is gecontra-indiceerd bij patiënten met glucose-6-fosfaatdeficiëntie (G6PD) of methemoglobine reductasedeficiëntie.
In verband met huidirritatie moet langdurige applicatie op één plaats worden voorkomen.
Beharing op de applicatieplaats mag niet worden weggeschoren, maar moet worden weggeknipt.
Een klein aantal patiënten vertoont verhoogde gevoeligheid voor nitraten (idiosyncrasie), zich uitend in flauwvallen.
Na herhaalde toediening kan tolerantie-ontwikkeling niet worden uitgesloten. Door tolerantie kan ook het effect van sublinguaal toegediend nitroglycerine afnemen.
Door over te schakelen op een oraal lang werkend nitraat kan behandeling met een pleister afgebouwd worden.
Nitroglycerine kan de interpretatie van de bepaling van catecholaminen en vanillyl-amandelzuur (catecholamine metaboliet) in de urine beïnvloeden door verhoging van de uitscheiding van deze stoffen in de urine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig na een recent myocardinfarct, bij ernstige coronaire atherosclerose, orthostatische disfunctie, ernstige cerebrale sclerose, aorta- of mitralisklepstenose, hypothyroïdie, hypothermie of ondervoeding.
Wees eveneens voorzichtig bij patiënten met een hypoxemie en ventilatie-perfusie-mismatch door longaandoeningen, ischemisch hartfalen, angina pectoris, myocardinfarct of cerebrale ischemie. Bij deze patiënten zijn vaak afwijkingen van de kleine luchtwegen aanwezig (vooral alveolaire hypoventilatie). Bij alveolaire hypoventilatie kan door lokale vasoconstrictie de perfusie verschuiven naar beter ventilerende delen van de longen. Sterke vasodilatatie kan deze beschermende vasoconstrictie teniet doen en verdere ventilatie-perfusie-mismatch en afname in partiële arteriële zuurstofspanning tot gevolg hebben, eventueel leidend tot myocardiale hypoxie.
Tevens voorzichtig toepassen bij ernstige lever- of nierfunctiestoornis.
Angina pectoris veroorzaakt door hypertrofische cardiomyopathie kan verergeren.
Zelden vertonen patiënten een verhoogde gevoeligheid voor nitraten (idiosyncrasie), zich uitend in flauwvallen.
De instelling en het vervolgen van een behandeling van gedecompenseerde patiënten dient onder nauwkeurige klinische supervisie plaats te vinden.
Bij een hoge toedieningsfrequentie kan tolerantie-ontwikkeling niet worden uitgesloten.
In verband met mogelijke onthoudings- of rebound-verschijnselen de toediening geleidelijk staken.
Overdosering
Symptomen
Van nitraten is bekend dat bij overdosering kunnen optreden: sterke hypotensie, bleekheid, zweten, zwakke pols, reflextachycardie, collaps, syncope, duizeligheid, hoofdpijn, asthenie, misselijkheid, braken en diarree. Bij de biotransformatie komen nitrietionen vrij die methemoglobinemie en cyanose, met daarbij tachypneu, angst, bewusteloosheid en hartstilstand kunnen veroorzaken bij een overdosering. De kans hierop bij continue gecontroleerde toediening met pleisters is echter zeer gering.
Zie voor meer symptomen en de behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Van nitraten is bekend dat bij overdosering kunnen optreden: sterke hypotensie, bleekheid, transpireren, shock, tachycardie, methemoglobinemie, cyanose, coma, convulsies.
Voor meer symptomen en behandeling, zie vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Nitroglycerine is een vaatverwijdend nitraat, in de gebruikelijke dosering vooral op de veneuze en coronaire bloedvaten en in mindere mate op de arteriële bloedvaten. Hierdoor neemt de veneuze terugvloed naar het hart af en treedt geringe afname in arteriële vaatweerstand op, zodat het hart minder arbeid hoeft te verrichten en minder zuurstof verbruikt en de door de tijdelijke ischemie van het myocardweefsel veroorzaakte pijn wordt opgeheven. Bij herhaalde of continue toediening kunnen de klinische effecten van nitraten afnemen ten gevolge van hoge en/of constante plasmaspiegels. Deze tolerantie-ontwikkeling kan worden voorkomen door per etmaal een nitraatarme periode van 8–12 uur aan te houden.
Kinetische gegevens
Resorptie | De pleisters '5', '10' en '15' kunnen in 24 uur gemiddeld resp. 5, 10 en 15 mg nitroglycerine aan het bloed afgeven. Op de intacte huid aangebracht zorgt een gelijkmatige afgifte dat binnen 2 uur een vrij constante plasmaconcentratie wordt bereikt. |
F | ca. 70%. |
T max | binnen 2–24 uur, gem. na 12 uur. |
Metabolisering | zeer snel in de lever tot minder actieve en inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de nieren als metabolieten. |
T 1/2el | 2–4 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Vaatverwijdend, in de gebruikelijke (lagere) dosering vooral van het veneuze stelsel en in hogere dosering van het arteriële vaatbed. Hierdoor neemt de veneuze terugvloed naar het hart af en treedt geringe afname in arteriële weerstand op, zodat het hart minder arbeid behoeft te verrichten en minder zuurstof verbruikt en de door de tijdelijke ischemie van het myocardweefsel veroorzaakte pijn wordt opgeheven. Tevens heeft het een direct vaatverwijdend effect op de coronairvaten.
Uit de Mono-cedocard capsule met gereguleerde afgifte komt 70% van de werkzame stof, isosorbide-5-mononitraat, geleidelijk vrij; 30% is verwerkt als oplaaddosis. Uit de andere capsule en tabletten met gereguleerde afgifte komt isosorbide-5-mononitraat geleidelijk vrij gedurende 10 uur. Bij herhaalde of continue toediening kunnen de klinische effecten van nitraten afnemen als gevolg van hoge en/of constante plasmaspiegels. Deze tolerantie-ontwikkeling kan worden voorkomen door per etmaal een nitraatarme periode van 8–12 uur aan te houden.
Anti-angineuze werking: tablet na 15–20 min, caps. mga na ½ uur. Anti-angineuze werkingsduur: caps. mga 8 uur, Durette/Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard' ten minste tot 9 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig zonder 'first pass'-effect; er zijn geen werkzame metabolieten. |
F | 80–100%. |
T max | 1 uur (tablet), 4 uur (Retard-tablet). |
V d | 0,6–0,7 l/kg. |
Metabolisering | bijna volledig in de lever tot inactieve metabolieten (o.a. isosorbide). |
Eliminatie | 50% als isosorbide met de urine, 25% (isosorbidemononitraat) met de feces als glucuronide, ca. 2% in ongewijzigde vorm met de urine en de feces. |
T 1/2el | ca. 4½ uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
nitroglycerine (transdermaal) hoort bij de groep nitraten.
- isosorbidedinitraat (bij anale fissuur) (C05AE02) Vergelijk
- isosorbidedinitraat (bij cardiovasculaire aandoening) (C01DA08) Vergelijk
- isosorbidemononitraat (C01DA14) Vergelijk
- nicorandil (C01DX16) Vergelijk
- nitroglycerine (oromucosaal) (C01DA02) Vergelijk
- nitroglycerine (parenteraal) (C01DA02) Vergelijk
Groepsinformatie
isosorbidemononitraat hoort bij de groep nitraten.
- isosorbidedinitraat (bij anale fissuur) (C05AE02) Vergelijk
- isosorbidedinitraat (bij cardiovasculaire aandoening) (C01DA08) Vergelijk
- nicorandil (C01DX16) Vergelijk
- nitroglycerine (oromucosaal) (C01DA02) Vergelijk
- nitroglycerine (parenteraal) (C01DA02) Vergelijk
- nitroglycerine (transdermaal) (C01DA02) Vergelijk