Samenstelling
Ceprotin XGVS Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 500 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Adzynma XGVS Aanvullende monitoring Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 500 IE
- Verpakkingsvorm
- Flacon met poeder + solvens 5 ml + toebehoren
Bevat na reconstitutie ca. 100 IE/ml.
- Toedieningsvorm
- Poeder en oplosmiddel voor injectie
- Sterkte
- 1500 IE
- Verpakkingsvorm
- Flacon met poeder + solvens 5 ml + toebehoren
Bevat na reconstitutie ca. 300 IE/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor proteïne C is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Zie voor de behandeling van trombotische trombocytopenische purpura de Richtlijn Trombotische microangiopathie op hematologienederland.nl.
Dit geneesmiddel is geregistreerd als weesgeneesmiddel onder uitzonderlijke omstandigheden; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte zijn er slechts relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Indicaties
- Profylaxe bij en behandeling van purpura fulminans, door een vitamine K-antagonist geïnduceerde huidnecrose en veneuze trombotische gebeurtenissen bij patiënten met ernstige, aangeboren proteïne C-deficiëntie.
Indicaties
- Enzymvervangingstherapie (EVT) voor de behandeling van ADAMTS13-deficiëntie bij volwassenen en kinderen met congenitale trombotische trombocytopenische purpura (cTTP).
Doseringen
Alleen toedienen indien monitoring van de proteïne C-activiteit met chromogene substraten mogelijk is. Bij acute, trombotische toestand de proteïne C-activiteit elke 6 uur meten tot de toestand is gestabiliseerd, daarna 2×/dag en steeds direct vóór de volgende injectie.
Tijdens het instellen van therapie met VKA's met een lage dosis beginnen en deze langzaam verhogen; houd een streefwaarde voor de dalconcentratie van proteïne C-activiteit ≥ 10% aan.
1 IE komt overeen met de activiteit van proteïne C in 1 ml normaal plasma.
Proteïne C-deficiëntie, behandeling van acute episoden en korte termijnpreventie (waaronder bij invasieve procedures)
Volwassenen en kinderen (incl. neonaten)
Intraveneus: Begindosering: 60–80 IE/kg lichaamsgewicht, om de recovery en de halfwaardetijd te bepalen. Vervolgens kan geleidelijk worden afgebouwd tot een dosering 2×/dag waarbij gedoseerd wordt op geleide van de gemeten proteïne C-activiteit. In het begin moet een proteïne C-activiteit van 100% (= 1 IE/ml) worden verkregen, daarna het behoud van een activiteit van > 25% nastreven (= > 0,25 IE/ml). Bij profylactisch gebruik en een verhoogd risico op trombose (zoals bij een infectie, trauma of een chirurgische ingreep) kan een hogere activiteit nodig zijn.
Proteïne C-deficiëntie, lange termijnpreventie
Volwassenen en kinderen (incl. neonaten)
Intraveneus: 45–60 IE/kg lichaamsgewicht 2×/dag (om de 12 uur); streefwaarde van de dalconcentratie proteïne C-activiteit ≥ 25% (≥ 0,25 IE/ml).
Subcutaan: Bij patiënten zonder intraveneuze toegang zijn in zeldzame en uitzonderlijke gevallen therapeutische niveaus van proteïne C-activiteit in plasma bereikt na subcutane infusie van 250–350 IE/kg.
Toediening
- Maximale injectiesnelheid: 2 ml/min, bij kinderen met een lichaamsgewicht < 10 kg: max.: 0,2 ml/kg/min.
Doseringen
ADAMTS13-deficiëntie bij congenitale trombotische trombocytopenische purpura
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Profylaxe: i.v.: 40 IE/kg lichaamsgewicht 1× per 2 weken; op basis van de klinische respons de dosering zo nodig aanpassen naar 40 IE/kg lichaamsgewicht 1× per week. Bij zuigelingen met een lichaamsgewicht < 10 kg moet de toedieningsfrequentie waarschijnlijk worden aangepast van 1× per 2 weken naar 1× per week.
‘On-demand’ bij acute TTP-episode: i.v.: 40 IE/kg lichaamsgewicht op dag 1, 20 IE/kg lichaamsgewicht op dag 2, 15 IE/kg lichaamsgewicht 1× per dag vanaf dag 3 tot 2 dagen nadat de acute episode is verdwenen.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Intraveneus, uitsluitend na reconstitutie, met een snelheid van 2-4 ml per minuut, niet mengen met andere geneesmiddelen.
- Overweeg eventueel bij goed verdragen injecties in het ziekenhuis, thuis-/zelftoediening onder toezicht van een zorgverlener. Bij vroege tekenen van overgevoeligheid de toediening direct staken en een passende behandeling instellen; daaropvolgende injecties in een klinische omgeving toedienen.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (zoals jeuk, huiduitslag). Duizeligheid.
Verder zijn gemeld: door heparine geïnduceerde allergische reacties, gepaard gaande met een snelle afname van het aantal trombocyten (heparine geïnduceerde trombocytopenie (HIT)). Rusteloosheid, hyperhidrose, injectieplaatsreactie. Antistoffen die proteïne C remmen kunnen ontstaan bij ernstige, aangeboren proteïne C-deficiëntie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, migraine, duizeligheid. Diarree, misselijkheid. Bovensteluchtweginfectie.
Vaak (1-10%): trombocytose. Slaperigheid. Obstipatie, abdominale distensie. Asthenie, warmtegevoel. Abnormale ADAMTS13-activiteit.
Interacties
Er zijn geen interacties met proteïne C bekend.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties met ADAMTS13 uitgevoerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Eventuele overdracht van het Parvovirus B19 kan een zeer ernstige infectie geven van de foetus.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar onwaarschijnlijk vanwege het hoge molecuulgewicht van ADAMTS13.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor muizenproteïne of heparine, tenzij levensbedreigende, trombotische complicaties behandeld moeten worden.
Contra-indicaties
- Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de behandeling direct bij optreden van vroegtijdige symptomen van overgevoeligheidsreacties, zoals al of niet uitgebreide urticaria, gevoel van beklemming op de borst, piepende ademhaling, hypotensie en anafylaxie . In verband met mogelijke allergische symptomen van acute en levensbedreigende aard alleen toedienen indien adequate medische faciliteiten beschikbaar zijn.
De inactivering van virussen tijdens het productieproces is beperkt effectief tegen niet-omhulde virussen (zoals Parvovirus B19); extra voorzichtig zijn bij toegenomen erytropoëse, immunodeficiëntie of zwangerschap. Overweeg geschikte hepatitis-vaccinatie (tegen hepatitis A en B).
Bij een nier- of leverfunctiestoornis is zorgvuldige controle vereist omdat ervaring hierbij ontbreekt.
Controleer regelmatig de coagulatieparameters in verband met het grote verschil in individuele respons. Bij acute, trombotische toestand de proteïne C-activiteit elke 6 uur meten tot de toestand is gestabiliseerd, daarna tweemaal per dag en steeds direct vóór de volgende injectie. Bij acute fasen van de ziekte kunnen veel kleinere toenamen van de proteïne C-activiteit optreden.
Bij overschakeling op permanente profylaxe met een vitamine K-antagonist de substitutie van proteïne C pas staken zodra een stabiele antistolling is verkregen. Start tijdens de beginfase van een therapie met een vitamine K-antagonist bij voorkeur met een lage dosis, in plaats van een standaard oplaaddosis, en verhoog deze geleidelijk om huidnecrose te voorkomen.
Bij ernstige, aangeboren proteïne C-deficiëntie in combinatie met APC-weerstand zijn er weinig klinische gegevens beschikbaar over de werkzaamheid en veiligheid.
Proteïne C kan sporen van heparine bevatten. Bepaal bij optreden van symptomen van een door heparine geïnduceerde trombocytopenie (HIT), direct het aantal trombocyten en staak indien nodig de therapie. HIT is moeilijk vast te stellen, aangezien de symptomen (van arteriële of veneuze trombose, diffuus intravasale stolling, maag-darmbloeding (melena), purpura, petechiën) reeds aanwezig kunnen zijn bij de acute fase van ernstige, aangeboren proteïne C-deficiëntie. Bij patiënten met HIT, het gebruik van geneesmiddelen die heparine bevatten vermijden.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium, in de injectievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Symptomen zoals tachycardie, beklemmend gevoel op de borst, piepende ademhaling en/of acute ademnood, hypotensie, gegeneraliseerde urticaria, jeuk, rinoconjunctivitis, angio–oedeem, lethargie, misselijkheid, braken, paresthesie en onrust kunnen een vroege waarschuwing zijn voor allergische of anafylactische reacties. Bij het optreden van een ernstige allergische reactie de toediening direct staken.
Immunogeniciteit: ontwikkeling van antistoffen tegen rADAMTS13 kan voorkomen, met mogelijk een verminderde werkzaamheid tot gevolg. Overweeg een andere behandeling bij een vermoeden van dergelijke antistofvorming en een verminderde werkzaamheid.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met proteïne C contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Bloedingen.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met ADAMTS13 contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Proteïne C is een vitamine K-afhankelijke antistollingsproteïne, die in de lever gesynthetiseerd wordt. Door het trombine-/trombomodulinecomplex wordt proteïne C omgezet in geactiveerde proteïne C (APC) op het endotheeloppervlak. APC is een serine-protease met sterke antistollings-effecten, vooral in aanwezigheid van de eigen cofactor proteïne S. De werking van APC bestaat uit inactivering van de geactiveerde vormen van factor V en VIII, wat leidt tot een afname van de trombinevorming. Het is tevens gebleken dat APC beschikt over profibrinolytische effecten. Door de substitutie van proteïne C bij proteïne C-deficiëntie kunnen trombotische complicaties worden behandeld of vermeden.
Kinetische gegevens
T 1/2el | 4–16 uur. Bij acute trombose kan zowel de toename van het gehalte proteïne C in het plasma als de halfwaardetijd aanzienlijk worden beperkt. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
rADAMTS13 is een recombinante vorm van endogeen ADAMTS13, geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster door middel van recombinant-DNA-techniek. ADAMTS13 is een zinkmetalloprotease in plasma, die de activiteit van von Willebrand-factor (vWF) reguleert door grote en extra grote vWF-multimeren te splitsen tot kleinere eenheden. Op deze manier verlaagt het de bloedplaatjes-bindende eigenschappen van vWF en het risico op de vorming van microtrombi. Bij cTTP zijn er mutaties in het ADAMTS13-gen. De spontane vorming van vWF-bloedplaatjes-microtrombi, die leidt tot bloedplaatjesconsumptie en trombocytopenie bij patiënten met cTTP, wordt naar verwachting verlaagd of geëlimineerd door rADAMTS13.
Kinetische gegevens
Overig | Na i.v.-toediening wordt de maximale toename van de ADAMTS13-activiteit bereikt na ca. 1 uur of eerder. |
T 1/2el | 47,8 uur. |
Overig | Bij zuigelingen met een lichaamsgewicht < 10 kg werd de mediane duur van meer dan 10% ADAMTS13-activiteit korter geschat (ca. 5-6 dagen) vergeleken met volwassenen (ca. 10 dagen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
proteïne C hoort bij de groep antitrombotica, enzymen.
Groepsinformatie
ADAMTS13 hoort bij de groep antitrombotica, enzymen.