kaliumwaterstoftartraat
Samenstelling
Kaliumwaterstoftartraat Suspensie FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Suspensie
- Sterkte
- 188 mg/ml
Bevat per ml: 188 mg kaliumwaterstoftartraat overeenkomend met 39 mg = 1 mmol kalium.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
kaliumwaterstoftartraat vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Zie voor het beleid en de behandeling van een hypokaliëmie Het Acute Boekje.
Indicaties
- Hypokaliëmie, die gepaard gaat met metabole acidose en hyperchloremie.
Doseringen
Hypokaliëmie
Volwassenen:
Bij een plasmakaliumconcentratie ≥ 3,0 mmol/l: 20–80 mmol kalium (= 20–80 ml) per dag, bij een plasmakaliumconcentratie tussen 2,5–3,0 mmol/l: 80–160 mmol kalium (= 80–160 ml) per dag. De dagdosis verdelen over meerdere doses, max. 40 mmol kalium (= 40 ml)/keer.
- Bij het vergeten van een dosis:
- Bij dosering 2× per dag: bij een vergeten dosis < 4 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema. Indien de tijd tot de volgende dosis > 4 uur is, dan de vergeten dosis alsnog innemen.
- Bij dosering 3× per dag: bij een vergeten dosis < 2 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema. Indien de tijd tot de volgende dosis > 2 uur is, dan de vergeten dosis alsnog innemen.
Toediening
- Fles omschudden voor gebruik;
- Voor het afmeten van de juiste hoeveelheid een maatbekertje, maatlepel of doseerspuitje gebruiken;
- Innemen tijdens of direct na de maaltijd;
- Na gebruik de mond spoelen met water, ter preventie van tandbederf.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen, zoals misselijkheid, braken, maagpijn, diarree en flatulentie.
Soms (0,1-1%): ulcera in slokdarm, maag of darmen.
Interacties
Vermijd bij voorkeur combinatie met de volgende middelen vanwege een verhoogde kans op hyperkaliëmie: kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, ARB's (angiotensine-II-antagonisten), renine-remmers en tolvaptan. Dit effect wordt versterkt door gelijktijdig gebruik van trimethoprim. Dit kaliumverhogende effect van RAS-remmers wordt mogelijk versterkt door het gebruik van NSAID's. Bij combinatie de kaliumconcentratie controleren.
Tacrolimus en ciclosporine kunnen de serumkaliumspiegel verhogen; bij combinatie de kaliumconcentratie controleren.
Bij de combinatie met drospirenon kan het kaliumverhogende effect van kaliumsuppletie worden versterkt; bij combinatie de kaliumconcentratie controleren.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Op grond van bekende fysiologische effecten van kalium, zijn van een normalisatie van een afwijkende serum-kaliumconcentratie geen nadelige effecten op de foetus te verwachten. Daarentegen kunnen hypokaliëmie of hyperkaliëmie wel schadelijke effecten hebben, o.a. op de hartfunctie van zowel de zwangere vrouw als de ongeborene.
Advies: Kan worden gebruikt indien de elektrolytspiegels van de moeder binnen de fysiologische grenzen blijven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Van een normalisatie van de kaliumconcentratie in het bloed is geen nadelig effect te verwachten op de kaliumspiegel in de moedermelk
Advies: Kan worden gebruikt indien de elektrolytspiegels van de moeder binnen de binnen fysiologische grenzen blijven.
Contra-indicaties
- ernstige nierinsufficiëntie met oligurie, anurie of uremie;
- onbehandelde bijnierschorsinsufficiëntie;
- acute dehydratie;
- hyperkaliëmie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bepaal de serumkaliumspiegel frequent bij een verminderde nierfunctie, bij ouderen > 65 jaar en bij langdurig gebruik.
Staak de toediening bij tekenen van ulceratie of perforatie van het maag-darmkanaal, zoals hevig braken, buikpijn, diarree of maag-darmbloeding.
Hulpstoffen: saccharose kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees voorzichtig met de suspensie bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Overdosering
Symptomen
Symptomen van hyperkaliëmie, zoals paresthesieën van de extremiteiten, algehele zwakte, lusteloosheid, verwardheid, spier- of ademhalingsverlamming, hypotensie, hartritmestoornissen, hartblok en uiteindelijk hartstilstand.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met kaliumchloride/hyperkaliëmie, zie de monografie Kaliumzouten op toxicologie.org.
Eigenschappen
Kalium speelt een essentiële rol bij het zuur-basenevenwicht, de isotonie en de elektrodynamische eigenschappen van de cel. Het is noodzakelijk bij veel enzymatische reacties en bij tal van fysiologische processen, zoals spiercontractie, overdracht van zenuwimpulsen, eiwitsynthese en koolhydraatmetabolisme.
Kinetische gegevens
Eliminatie | voornamelijk met de urine, kleine hoeveelheden met zweet en met de feces. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
kaliumwaterstoftartraat hoort bij de groep kaliumzouten.