Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Azathioprine , Imuran |
colitis ulcerosa constitutioneel eczeem (off-label) contacteczeem (off-label) Reumatoïde artritis urticaria ziekte van Crohn |
oraal |
|
Leustatin, Litak |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Clofarabine |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Fludara, Fludarabine |
|
oraal, parenteraal (inj./inf.) |
|
Mercaptopurine Suspensie FNA, Puri-Nethol, Xaluprine |
oraal |
||
Atriance |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Lanvis |
|
oraal |
|
Thiosix |
oraal |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
De purinederivaten:
- remmen na intracellulaire omzetting de de novo purinesynthese en de purine-nucleotide omzettingen (mercaptopurine, tioguanine). Hierdoor verstoort de vorming van nieuw DNA (nodig voor de celdeling) of van RNA (nodig voor de eiwitsynthese);
- veroorzaken na intracellulaire omzetting én incorporatie in het DNA, DNA-breuken en basen-verwisselingen in het DNA (mercaptopurine, tioguanine). Dit leidt tot celdood;
- veroorzaken na intracellulaire omzetting in de actieve trifosfaatverbinding én incorporatie in het DNA een remming van de DNA-synthese en -herstel en soms van de eiwitsynthese (cladribine, clofarabine, fludarabine, nelarabine). Dit leidt tot apoptose.
Effect
Omdat de purinederivaten vooral door witte bloedcellen worden opgenomen en/of hierin worden omgezet tot actieve verbindingen, is er:
- remming van de kanker in witte bloedcellen;
- regressie van de kanker in witte bloedcellen;
- onderdrukking van de immuunreactie bij inflammatoire darmziekten (tioguanine/Thiosix).
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent
- gastro-intestinale intolerantie, zoals misselijkheid, braken, diarree, anorexie, incl. stomatitis;
- beenmergdepressie, leidend tot o.a. trombocytopenie, anemie, neutropenie, leukopenie met hierdoor meer kans op o.a. (opportunistische) infecties;
- huidreacties (bij cladribine, clofarabine, fludarabine);
- neurotoxiciteit: vooral centrale effecten zoals verwardheid, desoriëntatie, angst en/of agitatie, daarnaast ook perifere effecten zoals perifere neuropathie bij clofarabine, fludarabine, nelarabine en soms ook bij cladribine);
- hepatotoxiciteit (bij clofarabine, mercaptopurine, tioguanine).
Minder frequent
- (kans op) tumorlysissyndroom, met name bij een hoge tumorlast.