Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Agomelatine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg

Valdoxan Servier Nederland Farma bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De initiële behandeling van een depressie bestaat uit voorlichting, dagstructurering en kortdurende psychologische behandeling. Start bij een depressie zonder ernstig sociaal disfunctioneren, grote lijdensdruk of ernstige psychische comorbiditeit een antidepressivum alléén bij onvoldoende effect van niet-medicamenteus beleid én als er een voorkeur voor antidepressiva boven psychotherapie bestaat. Bij (jong)volwassenen zijn de serotonineheropnameremmers (SSRI’s) citalopram, escitalopram, fluoxetine en sertraline voorkeursmiddelen; bij ouderen zijn dit citalopram of sertraline. Switch bij onvoldoende of geen respons van een SSRI op optimale dosis naar een andere SSRI van voorkeur. Bij goede respons, de behandeling ten minste 6 maanden (> 1 jaar bij recidiefdepressie) voortzetten na bereiken van remissie. Bouw daarna het antidepressivum af.

In de tweedelijnszorg wordt bij een matig-ernstige of ernstige depressie altijd een combinatie van medicatie en psychotherapie aanbevolen. De SSRI’s citalopram, escitalopram, fluoxetine en sertraline zijn eerstekeus, net als in de eerstelijnszorg. Zie voor het volledige beleid het Stappenplan Tweedelijnszorg in Verwijzing: Depressie.

Agomelatine kan in de tweedelijnszorg worden voorgeschreven na falen van een eerstekeusmiddel. Het is wat betreft werkzaamheid en de mate waarin het verdragen wordt gelijkwaardig met de voorkeursmiddelen bij een depressie, maar heeft als belangrijk nadeel dat voorafgaand aan, en tijdens het gebruik, controles van de leverfunctie nodig zijn in verband met risico op leverschade.

De plaats van een antidepressivum bij de behandeling van een depressieve episode van een bipolaire stoornis is in algemene zin controversieel vanwege het beperkte bewijs voor effectiviteit. Als een antidepressivum wordt toegevoegd, hebben SSRI’s (uitgezonderd paroxetine) en bupropion de voorkeur. Het toevoegen van een serotonine-noradrenaline-heropnameremmer (SNRI) of een tricyclisch antidepressivum (TCA) (uitgezonderd imipramine) pas overwegen als andere antidepressiva niet effectief zijn gebleken. Antidepressiva kunnen een manie uitlokken. Voor de standaardbehandeling van een bipolaire stoornis, zie Bipolaire stoornis.

Indicaties

  • Depressieve episoden bij volwassenen.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Depressie

Volwassenen

Aanbevolen dosis: 25 mg 1×/dag voor het slapen gaan; indien na 2 weken geen verbetering optreedt, verhogen tot 50 mg 1×/dag voor het slapen gaan. Behandeling bij voorkeur voortzetten totdat de patiënt 6 maanden symptoomvrij is.

Zie voor informatie over geleidelijk afbouwen het multidisciplinaire document, via Afbouwen overige antidepressiva (2023). De Praktische toelichting ‘Afbouwen overige antidepressiva’ geeft een handig overzicht van de afbouwstappen.

Toediening: de tablet kan met en zonder voedsel worden ingenomen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (≥ 10%): hoofdpijn.

Vaak (1-10%): angst, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, abnormale dromen, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, pijn in buik, rugpijn, vermoeidheid, gewichtstoename, verhoging van ALAT en/of ASAT (> 3× ULN).

Soms (0,1-1%): agitatie, agressie, prikkelbaarheid, rusteloosheid, verwardheid, suïcidale gedachten en gedrag, nachtmerries, (hypo)manie, migraine, gewichtsverlies, paresthesie, rusteloze benen, tinnitus, wazig zien, myalgie, eczeem, jeuk, urticaria, hyperhidrose, verhoging van γ–GT (> 3× ULN) .

Zelden (0,01-0,1%): hallucinatie, acathisie, gezichtsoedeem, angio-oedeem, erytheem, urineretentie, hepatitis, (mogelijk fataal) leverfalen, geelzucht, verhoging alkalische fosfatase (> 3× ULN).

Interacties

De combinatie met sterke CYP1A2-remmers (fluvoxamine, ciprofloxacine) is gecontra-indiceerd.

Wees voorzichtig met matige CYP1A2-remmers, zoals propranolol. Roken induceert CYP1A2 en kan de biologische beschikbaarheid van agomelatine verlagen, vooral bij zware rokers (≥ 15 sigaretten/dag). Rifampicine kan als inductor van o.a. CYP1A2 ook de biologische beschikbaarheid verlagen.

Gelijktijdig gebruik met alcohol wordt afgeraden.

Combinatie met andere hepatotoxische geneesmiddelen vermeerdert de kans op leveraandoeningen.

Zwangerschap

Agomelatine passeert de placenta (geconstateerd bij dieren).

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden. Agomelatine bij voorkeur nog voor de zwangerschap omzetten naar een antidepressivum waarmee meer ervaring is opgedaan.

Overig: Het niet behandelen van depressie tijdens de zwangerschap kan gevolgen hebben voor moeder en kind, zoals vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. Het abrupt staken of switchen van een antidepressivum tijdens de zwangerschap wordt afgeraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: In een 'case report' werd een piek in de moedermelk gezien rond 1–2 uur na inname. Het is onbekend of dit nadelige effecten voor het kind kan hebben.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Overig: De periode na de bevalling zijn vrouwen extra gevoelig voor het ontwikkelen van een depressie of andere psychische stoornis; 10–15% van de vrouwen krijgt een post partum-depressie. Het gebruik van antidepressiva hoeft geen reden te zijn om met het geven van borstvoeding te stoppen. Bij gelijktijdig gebruik van psychofarmaca en het geven van borstvoeding, gaat de voorkeur gaat uit naar monotherapie in een zo laag mogelijke dosering. Met alle antidepressiva is onvoldoende ervaring opgedaan om een uitspraak te kunnen doen over de effecten op de lange termijn.

Contra-indicaties

  • leverfunctiestoornis (cirrose of een actieve leveraandoening);
  • transaminasewaarden > 3× boven de normale limiet (ULN).

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Leverfunctie

Controleer vóór aanvang van de behandeling en periodiek na 3, 6, 12 en 24 weken de leverfunctie, daarna op klinische indicatie. Na dosisverhoging de leverfunctietesten met dezelfde frequentie uitvoeren als bij de start van de behandeling. Bij iedere patiënt die verhoogde serumtransaminasewaarden ontwikkelt, de leverfunctietesten binnen 48 uur herhalen. Na staken van de behandeling vanwege verhoogde serumtransaminasen, regelmatig levenenzymen controleren tot de waarden weer normaal zijn.

Staak de behandeling bij serumtransaminasewaarden > 3× ULN of symptomen van leverbeschadiging.

Tijdens de behandeling is zorgvuldige bewaking aangewezen vanwege de kans op leverbeschadiging, inclusief leverfalen met fatale afloop of noodzakelijke levertransplantatie. Let extra op bij aanwezige risicofactoren voor leverbeschadiging (obesitas, overgewicht, niet-alcoholische leververvetting, diabetes, substantieel alcoholgebruik) of gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die leverbeschadiging kunnen geven. Het is belangrijk patiënten te informeren over de symptomen zoals donkere urine, lichtgekleurde ontlasting, gelige huid of ogen, pijn in de rechterbovenbuik, aanhoudende en voor het eerst optredende onverklaarbare vermoeidheid.

Overige waarschuwingen

Vóór aanvang van de behandeling is screening op de kans van suïcide aangewezen. Bij een antidepressieve behandeling is er meer kans op suïcide gedurende de eerste weken van de behandeling, als het middel nog onvoldoende effectief is. Bij suïcidaal gedrag of suïcidale gedachten in de anamnese, evenals bij patiënten jonger dan 25 jaar, is daarom goede vervolging aangewezen.

Wees voorzichtig bij bipolaire stoornis en (hypo)manie in de anamnese. Bij ontstaan van manische symptomen de behandeling staken.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar en bij ouderen met dementie zijn niet vastgesteld. Agomelatine niet voorschrijven aan patiënten van 75 jaar of ouder, omdat geen effect is gedocumenteerd. Wees voorzichtig bij ernstig of matig gestoorde nierfunctie, vanwege weinig klinische data.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Eigenschappen

Melatonine-agonist op de melatonine-1 en -2 receptoren en een antagonist voor serotonine 5HT2C. Het verhoogt de noradrenaline en dopamineafgifte speciaal in de frontale cortex en heeft geen invloed op de extracellulaire serotonine spiegels.

Kinetische gegevens

Resorptie ≥ 80%.
F < 5% door een 'first pass'-effect, dat bij hoge dosering verzadigd is. F is hoger bij vrouwen dan bij mannen. F wordt verhoogd door inname van orale anticonceptiva en verlaagd door roken.
T max 1–2 uur.
V d 0,5 l/kg.
Eiwitbinding 95%.
Metabolisering in de lever voornamelijk door CYP1A2 (90%) en in geringe mate door CYP2C9 en CYP2C19 tot niet- actieve metabolieten.
Eliminatie ca. 80% met de urine, vnl. als metabolieten.
T 1/2el gem. 1–2 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

agomelatine hoort bij de groep melatonine-agonisten.