Samenstelling
Vitaros XGVS The Simple Pharma Company ltd
- Toedieningsvorm
- Crème voor urethraal gebruik
- Sterkte
- 300 microg
- Verpakkingsvorm
- 100 mg crème in applicator
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Verquvo
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg, 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij erectiele disfunctie met een overwegend lichamelijke oorzaak bestaat de behandeling uit leefstijladviezen, hulpmiddelen of een fosfodi-esterase-5-remmer (PDE-5-remmer). Baseer de keuze van een PDE-5-remmer op werkingsduur, comorbiditeit, bijwerkingen en de prijs. Bij een overwegend psychische oorzaak kan de huisarts zelf adviezen geven of verwijzen naar een seksuoloog. In de tweedelijnszorg kan eventueel alprostadil (intra-urethraal) of een combinatie van fentolamine en papaverine (intracaverneus) worden toegepast door een ervaren behandelaar.
Advies
Start bij hartfalen met matige (‘midrange’) of verminderde (‘reduced’) ejectiefractie (HFmrEF of HFrEF) met een ACE-remmer en geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum. Voeg een selectieve β-blokker toe als de patiënt klinisch stabiel is (m.n. geen tekenen van overvulling). Overweeg bij persisterende klachten ondanks adequate instelling, toevoeging van een aldosteronantagonist. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname door hartfalen verminderen. De behandeling van hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) is vooral symptomatisch; geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum en behandel eventuele cardiovasculaire en niet-cardiovasculaire comorbiditeit.
Bij symptomatisch chronisch hartfalen met verminderde ejectiefractie (LVEF ≤ 40%) kan in de tweedelijnszorg toevoeging van vericiguat aan de standaardbehandeling worden overwogen bij patiënten met een NT-proBNP waarde ≤ 5.314 pg/ml, die gestabiliseerd zijn na een recente episode van decompensatie waarvoor een intraveneuze behandeling vereist was en die geen SGLT2-remmer gebruiken. Dit lijkt een positief effect te hebben op de mortaliteit bij deze patiëntenpopulatie en het vertraagt ook de toename van hartfalen. Er is onvoldoende bewijs voor een toegevoegde therapeutische waarde van vericiguat bij patiënten met HFrEF die al behandeld worden met een SGLT2-remmer.
Aan de vergoeding van vericiguat zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Behandeling van een erectiestoornis bij een volwassene.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van symptomatisch chronisch hartfalen bij volwassenen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF), die gestabiliseerd zijn na een recente episode van decompensatie waarvoor een intraveneuze behandeling nodig was (bv. met diuretica).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Behandeling van een erectiestoornis
Volwassenen
Startdosis 300 microg intra-urethraal 5–30 min vóór de geslachtsgemeenschap aanbrengen. Verlaging van de dosis is gezien de beschikbare sterkte niet mogelijk. Maximaal 1 dosis per 24 uur en 2–3 doses per week.
Toediening
- Vóór toediening moet de patiënt urineren: een vochtige urethra vergemakkelijkt de toediening en is noodzakelijk voor het oplossen van de werkzame stof. Niet direct na aanbrengen urineren.
- Na toediening moet de penis gedurende circa 30 seconden in verticale positie gehouden te worden, zodat alle crème in de urethra kan komen.
Doseringen
Start deze behandeling niet bij een systolische bloeddruk < 100 mmHg.
Chronisch hartfalen
Volwassenen (incl. ouderen)
Aanbevolen startdosis: 2,5 mg 1×/dag, gedurende 2 weken. Vervolgens ca. om de 2 weken de dosis verdubbelen op geleide van het kunnen verdragen tot een onderhoudsdosering van 10 mg 1×/dag. Verlaag de dosering (tijdelijk) of staak de behandeling bij symptomatische hypotensie of een systolische bloeddruk < 90 mmHg.
Verminderde nierfunctie: Bij een eGFR ≥ 15 ml/min/1,73 m², zonder dialyse, is geen dosisaanpassing nodig. Bij een eGFR < 15 ml/min/1,73 m² bij de start van de behandeling of bij toepassing van dialyse wordt vericiguat ontraden vanwege het ontbreken van gegevens over de toepassing hierbij.
Verminderde leverfunctie: Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde leverfunctie wordt vericiguat ontraden vanwege het ontbreken van gegevens over de toepassing hierbij.
Bij een vergeten dosis deze op dezelfde dag alsnog innemen. Geen 2 doses op dezelfde dag innemen.
Toediening
- Vericiguat innemen met voedsel;
- Bij slikproblemen de tabletten eventueel vlak voor gebruik vermalen en mengen met water.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): brandend gevoel in de urethra, pijn in de penis.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, symptomatische hypotensie. Hematoom. Kleine urethrale bloedingen. Spierspasmen. Ziekte van Peyronie. Genitale pijn/ongemak/jeuk, genitaal erytheem/oedeem, tinteling/kloppend gevoel/gevoelloosheid van de penis. Bij vrouwelijke partners: vaginaal branden/jeuken, vaginitis.
Soms (0,1-1%): (pre-)syncope, hypo- of hyperesthesie. Aandoening van de venen, perifere vaatziekte, vasodilatatie. Zwelling van de venen in de benen, erytheem, hyperhidrose, huiduitslag, pruritus. Misselijkheid. Pijn in de benen, het perineum of het bekken. Erectie- en ejaculatiestoornissen, balanitis, jeuk aan de penis, pijnlijke erectie, fimose, scrotaal erytheem, scrotale pijn, scrotaal of testiculair oedeem, spermatokèle. Dysurie, pollakisurie, mictiedrang, urethrale hemorragie, urethrastenose. Versnelde hartslag. Verkoudheid. Verhoogde creatininespiegel.
Zelden (0,01-0,1%): urineweginfectie. Langdurige erectie, priapisme, penisafwijkingen zoals fibrotische complicaties.
Zeer zelden (< 0,01%): urticaria.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (orthostatische) hypotensie.
Vaak (1-10%): anemie. Duizeligheid, hoofdpijn. Dyspepsie, misselijkheid, braken, gastro-oesofagale refluxziekte.
Interacties
Bij combinatie van alprostadil met een PDE-5-REMMER (bv. sildenafil) is het risico op cardiovasculaire effecten mogelijk groter; combinatie bij voorkeur vermijden.
Bij combinatie met penisimplantaten of fentolamine/papaverine is er mogelijk meer kans op priapisme.
Alprostadil kan het effect van antihypertensiva, anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers versterken.
Sympathicomimetica kunnen het effect van alprostadil verminderen.
Interacties
Combinatie met andere oplosbare guanylaatcyclase(sGC-)stimulatoren, zoals riociguat, is gecontra-indiceerd.
Gelijktijdig gebruik met PDE-5-remmers, zoals sildenafil, wordt ontraden omdat het niet onderzocht is bij patiënten met hartfalen en er een groter risico is op symptomatische hypotensie.
Vericiguat is een substraat voor UGT1A9 en UGT1A1 en van P-glycoproteïne (Pgp) en 'breast cancer resistance protein' (BCRP). Remmers van de UGT-enzymen zouden de blootstelling aan vericiguat kunnen vergroten. Er werd in klinisch onderzoek echter geen klinisch relevant effect op de AUC aangetoond bij combinatie met een zwakke tot matige UGT1A9-remmer.
Zwangerschap
Gezien de indicatie ontbreken gegevens over gebruik tijdens zwangerschap.
Overig: Bij gebruik kan een kleine hoeveelheid alprostadil in het semen terechtkomen bovenop het aldaar aanwezige lichaamseigen PGE1.
Adviezen: Ter bescherming van de foetus bij geslachtsgemeenschap met een zwangere partner altijd een condoom gebruiken (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen), dit voorkomt ook vaginale irritatie. Een vruchtbare vrouw dient tijdens gebruik van alprostadil door haar partner adequate anticonceptie toe te passen.
Vruchtbaarheid: Bij mannetjeskonijnen werd na herhaalde dosering atrofie van de tubuli seminiferi van de testes waargenomen; het is onbekend of alprostadil een effect heeft op de vruchtbaarheid van de man.
Zwangerschap
Vericiguat passeert de placenta (aangetoond bij dieren).
Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken bij toxische dosering voor de moeder o.a. late abortus, resorptie, lagere toename van het lichaamsgewicht van de jongen, vertraging van de balanopreputiale scheiding.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Gezien de indicatie ontbreken gegevens over gebruik tijdens lactatie.
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- afwijkende anatomie van de penis zoals urethrastrictuur, ernstige hypospadie, ernstige kromming in de penis, angulatie, caverneuze fibrose of de ziekte van Peyronie;
- balanitis;
- acute of chronische urethritis;
- aandoeningen met meer kans op priapisme (zoals sikkelcelanemie, trombocytemie, polycytemie, multipel myeloom of leukemie, risicofactoren voor veneuze trombose);
- een voorgeschiedenis van herhaaldelijk priapisme;
- indien seksuele activiteit wordt ontraden (zoals bij instabiele cardio- of cerebrovasculaire aandoeningen);
- onderliggende stoornissen zoals orthostatische hypotensie, myocardinfarct, syncope;
- gebruik door vrouwen of kinderen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Eventuele duizeligheid, hypotensie of syncope treedt doorgaans binnen 1 uur na toediening op.
Indien een erectie langer dan 4–6 uur aanhoudt of bij extreme pijn, moet de erectie worden gecoupeerd om fibrosevorming met misvorming van de penis en daarmee een zeer moeilijk te behandelen impotentie te voorkomen. Couperen geschiedt door aspiratie van bloed uit de corpora cavernosa en door intracaverneuze toediening van α-sympathicomimetica.
Wees voorzichtig bij patiënten met een instabiele cardiovasculaire aandoening of die een TIA hebben doorgemaakt.
Misbruik is mogelijk, met name bij patiënten met een voorgeschiedenis van een psychische stoornis of verslaving.
Gebruik door vrouwen en kinderen is gecontra-indiceerd.
Bij een verminderde lever- of nierfunctie kan de systemische blootstelling aan alprostadil hoger zijn.
Er zijn geen klinische studies uitgevoerd bij neurologische ziekten of ruggenmergletsel.
Alleen condooms van latex zijn onderzocht in combinatie met het gebruik van alprostadil; bij gebruik van een condoom van ander materiaal kan het optreden van schade aan het condoom niet uitgesloten worden. De effecten van alprostadil op het mond- of anusslijmvlies zijn niet onderzocht; voor orale of anale seks dient altijd een barrièremiddel te worden gebruikt.
Waarschuwingen en voorzorgen
Optimaliseer vóór het starten met de behandeling de volumestatus en de behandeling met een diureticum ter stabilisatie van de decompensatie-periode, met name bij zeer hoge NT-proBNP waarden.
Vóór aanvang van de behandeling, de bloeddruk controleren; bij een systolische bloeddruk < 100 mmHg de therapie niet starten. Extra voorzichtig toepassen bij onderliggende aandoeningen waarbij vasodilatatie negatieve gevolgen kan hebben; zoals bij hypotensie in rust, hypovolemie, ernstige linkerventriculaire uitstroomobstructie, autonome disfunctie en ook bij een gelijktijdige behandeling met antihypertensiva of organische nitraten. Zie ook de rubrieken Doseringen en Interacties.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld; niet-klinische gegevens tonen een ongewenst effect op groeiende botten.
Overdosering
Symptomen
Hypotensie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met vericiguat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Alprostadil is chemisch identiek aan prostaglandine E1. Dit veroorzaakt dilatatie van de vaten in de zwellichamen van het corpus cavernosum en toename van de caverneuze arteriële bloeddoorstroming.
Werking: binnen 5–30 min. Werkingsduur 1–2 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | binnen 10 minuten 80% van de hoeveelheid alprostadil door de urethrale mucosa. Na intra-urethrale toediening wordt nauwelijks of geen alprostadil in de systemische circulatie gevonden. |
Metabolisering | lokaal. |
Overig | na i.v.-toediening wordt het tijdens een enkelvoudige passage door de longen voor 70–90% metabool geëlimineerd. |
Eliminatie | vooral via de urine (metabolieten). |
T 1/2el | < 10 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Vericiguat stimuleert oplosbaar guanylaatcyclase ('soluble guanylate cyclase'; sGC), een enzym en tevens de receptor voor stikstofmonoxide (NO). Als NO aan sGC bindt, katalyseert sGC de synthese van het signaalmolecuul cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP). Hartfalen wordt in verband gebracht met een verstoorde NO-synthese en een verminderde activiteit van zijn receptor, sGC. De hierdoor ontstane relatieve deficiëntie van cGMP draagt bij aan de disfunctie van het myocard en het vaatstelsel, waarvan sprake is bij hartfalen. Vericiguat herstelt de zogenaamde NO-sGC-cGMP-signaalroute door directe stimulatie van sGC (onafhankelijk van en synergistisch met NO). Als gevolg hiervan wordt er meer cGMP gevormd, dit leidt tot relaxatie van glad spierweefsel en vaatverwijding. Hierdoor verbetert mogelijk de functie van het myocard en van het vaatstelsel.
Kinetische gegevens
F | 93% bij inname met voedsel, zowel bij inname van de gehele tablet als wanneer deze vermalen in water wordt ingenomen. |
T max | ca. 4 uur, bij inname met een vetrijke, calorierijke maaltijd. Een vetarme, koolhydraatrijke maaltijd geeft een vergelijkbaar resultaat. |
Overig | Bij patiënten met hartfalen en een lichte, matige of ernstige nierfunctiestoornis is de AUC verhoogd met respectievelijk 5%, 13% en 20%. Dit is klinisch niet relevant. Vericiguat is niet onderzocht bij eindstadium nierfalen (eGFR < 15 ml/min/1,73 m²). |
Overig | Bij vrijwilligers (zonder hartfalen) met een lichte of matige leverfunctiestoornis (resp. Child-Pughscore 5-6 en 7-9) is de AUC 21% respectievelijk 47% hoger ten opzichte van een normale leverfunctie. Vericiguat is niet onderzocht bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15). |
V d | ca. 0,63 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 98%, vnl. aan serumalbumine, ongewijzigd door een verminderde nier- of leverfunctie. |
Metabolisering | vnl. door glucuronidering door UGT1A9 en ook door UGT1A1, tot een inactief N-glucuronide. Een minder belangrijke route is CYP-gemedieerd metabolisme (< 5%). |
Eliminatie | ca. 53% via de urine (vnl. als N-glucuronide) en ca. 45% via de feces (vnl. onveranderd, waarschijnlijk door uitscheiding van het N-glucuronide in de gal gevolgd door hydrolyse terug naar vericiguat door microflora in de darmen). Vericiguat wordt, vanwege sterkte eiwitbinding, waarschijnlijk niet door hemodialyse verwijderd. |
T 1/2el | ca. 30 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
alprostadil (intra-urethraal) hoort bij de groep vasodilatantia, overige.
Groepsinformatie
vericiguat hoort bij de groep vasodilatantia, overige.