Samenstelling
Cabazitaxel XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml, flacon 6 ml
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 3 ml
- Toedieningsvorm
- Concentraat en oplosmiddel voor infusievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1,5 ml (nominaal volume) met solvens
Na (eerste) verdunning met al het bijgeleverde solvens bevat de oplossing 10 mg/ml cabazitaxel; bevat tevens ca. 573 mg ethanol.
Jevtana XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Concentraat en oplosmiddel voor infusievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1,5 ml (nominaal volume) met solvens
Na (eerste) verdunning met al het bijgeleverde solvens bevat de oplossing 10 mg/ml cabazitaxel; bevat tevens ca. 573 mg ethanol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Abraxane (als albumine-gebonden nanodeeltjes) XGVS Bristol-Myers Squibb
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor infusie
- Verpakkingsvorm
- flacon 100 mg
Bevat na reconstitutie: 5 mg/ml.
Apexelsin (als albumine-gebonden nanodeeltjes) XGVS WhiteOak Pharmaceutical B.V.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor infusie
- Verpakkingsvorm
- flacon 100 mg
Bevat na reconstitutie: 5 mg/ml.
Paclitaxel XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 6 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml, 16,7 ml, 25 ml, 50 ml, 100 ml
Pazenir (als albumine-gebonden nanodeeltjes) XGVS Pharmachemie bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor infusie
- Verpakkingsvorm
- flacon 100 mg
Bevat na reconstitutie: 5 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij patiënten met castratieresistente gemetastaseerde prostaatkanker en ziekteprogressie ondanks eerdere behandeling met docetaxel kan met cabazitaxel in combinatie met prednison een overlevingswinst van circa 2 maanden worden behaald. Eén op de twintig met cabazitaxel behandelde patiënten overlijdt binnen 30 dagen aan een bijwerking (anders dan door progressieve ziekte), tegenover één op de vijftig met mitoxantron behandelde patiënten. Gezien de bijwerkingen is nauwkeurige patiëntselectie essentieel. Behandeling met cabazitaxel is uitsluitend verantwoord bij fitte patiënten (ECOG 0–1) met voldoende beenmergreserve bij wie potentieel ernstig verlopende neutropenie en overgevoeligheidsreacties worden gemonitord.
De geldende behandelrichtlijn van prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Zie voor de adviezen van de commissie BOM oncologische middelen op nvmo.org, onder paclitaxel.
Zie voor de behandeling van borstkanker, epitheliaal ovariumcarcinoom, pancreascarcinoom, en niet-kleincellig longcarcinoom de geldende behandelrichtlijnen op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Castratieresistent gemetastaseerd prostaatcarcinoom bij volwassenen, in combinatie met prednison of prednisolon, na voorgaande behandeling met docetaxel.
Indicaties
Alle genoemde indicaties zijn bij volwassenen.
Abraxane, Apexelsin en Pazenir
- Gemetastaseerd mammacarcinoom als monotherapie na het falen van óf niet in aanmerking komen voor standaard antracyclinebevattende therapie.
- Gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas als eerstelijnsbehandeling in combinatie met gemcitabine.
- Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) als eerstelijnsbehandeling in combinatie met carboplatine, indien potentieel curatieve chirurgie en/of radiotherapie niet in aanmerking komen.
Generiek paclitaxel
- Mammacarcinoom:
- klierpositief mammacarcinoom als adjuvante behandeling aansluitend op behandeling met antracycline en cyclofosfamide (AC); de adjuvante behandeling wordt beschouwd als alternatief voor verlengde AC-therapie;
- lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom als initiële behandeling: óf in combinatie met een antracycline wanneer antracyclinetherapie geschikt is, óf in combinatie met trastuzumab na vaststellen van overexpressie van HER2 op 3+ niveau en waarbij een antracycline niet geschikt is;
- gemetastaseerd mammacarcinoom als monotherapie na het falen van óf niet in aanmerking komen voor standaard antracyclinebevattende therapie.
- Ovariumcarcinoom:
- gevorderd ovariumcarcinoom of met een resttumor (> 1 cm) na initiële laparotomie, als eerstelijnsbehandeling in combinatie met cisplatine;
- gemetastaseerd ovariumcarcinoom als tweedelijnsbehandeling na falen van standaard platinabevattende therapie.
- Niet-kleincellig longcarcinoom:
- gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) in combinatie met cisplatine, indien potentieel curatieve chirurgie en/of radiotherapie niet in aanmerking komen.
- Aan aids gerelateerd Kaposi-sarcoom:
- aan aids gerelateerd Kaposi-sarcoom (KS) in een gevorderd stadium indien een eerdere behandeling met een liposomaal antracycline heeft gefaald.
Doseringen
I.v. premedicatie minstens 30 min voor elke toediening van cabazitaxel: een H1–antihistaminicum, een corticosteroïd (bv. 8 mg dexamethason of equivalent) en een H2-antagonist (bv. famotidine). Tevens wordt anti-emetische profylaxe aanbevolen (oraal of i.v.).
Castratieresistent gemetastaseerd prostaatcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
De gebruikelijke dosering is 25 mg/m² lichaamsoppervlak als i.v. infuus gedurende 1 uur, elke 3 weken, in combinatie met oraal predniso(lo)n 10 mg/dag gedurende de hele behandeling met cabazitaxel.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring ≥ 15 ml/min/1,73 m² is geen dosisaanpassing nodig. Wees in verband met onvoldoende gegevens en de klinische situatie extra voorzichtig bij terminaal nierlijden (< 15 ml/min/1,73 m²).
Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis (totaal bilirubine > 1 tot ≤ 1,5 × 'upper limit of normal' (ULN) of ASAT > 1,5 × ULN) 20 mg/m² lichaamsoppervlak ; bij een matig ernstige leverfunctiestoornis (totaal bilirubine > 1,5 tot < 3,0 × ULN) maximaal 15 mg/m², er zijn echter weinig gegevens over de effectiviteit van deze dosis. Gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis (totaal bilirubine ≥ 3,0 × ULN) is gecontra-indiceerd.
Combinatie met sterke CYP3A4-remmers: indien gelijktijdig gebruik niet kan worden vermeden: overweeg een dosisvermindering voor cabazitaxel van 25% en controleer nauwlettend op toxiciteit.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (langdurige neutropenie, febriele neutropenie, diarree en perifere neuropathie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1).
Toediening: Let op: voor Jevtana en cabazitaxel Vivanta geldt dat zowel de flacon met solvens als de flacon met concentraat een volume overmaat bevatten; breng altijd de volledige inhoud van de flacon met solvens over naar het concentraat voor een correcte sterkte van de premix (10 mg/ml). Voor alle producten geldt dat de infusievloeistof verder verdund dient te worden met fysiologische zoutoplossing of 5%-glucoseoplossing tot een eindconcentratie 0,10–0,26 mg/ml. Gebruik géén PVC infusiecontainers of polyurethaan infusiesets.
Doseringen
Let op! Abraxane, Apexelsin en Pazenir zijn een albuminegebonden nanopartikelformulering van paclitaxel, en zijn daarom niet zonder meer uitwisselbaar met andere formuleringen van paclitaxel.
Vóór toediening van generiek paclitaxel premedicatie geven van corticosteroïden, antihistaminica en H2-antagonisten.
Klierpositief mammacarcinoom als adjuvante behandeling
Volwassenen
Generiek paclitaxel: aansluitend op AC-therapie: 175 mg/m² lichaamsoppervlak via i.v. infuus gedurende 3 uur, elke 3 weken, gedurende 4 kuren.
Eerstelijnsbehandeling van mammacarcinoom
Volwassenen
Generiek paclitaxel: 220 mg/m² lichaamsoppervlak (in combinatie met doxorubicine 50 mg/m²) óf 175 mg/m² (in combinatie met trastuzumab), via i.v. infuus gedurende 3 uur, elke 3 weken. Paclitaxel 24 uur ná doxorubicine toedienen óf op de dag ná de eerste dosis trastuzumab en direct na elke vervolgdosis als de vorige dosis trastuzumab goed werd verdragen (zie ook de rubriek Interacties).
Gemetastaseerd mammacarcinoom na falen van óf niet in aanmerking komen voor antracyclinebevattende therapie
Volwassenen
Abraxane, Apexelsin en Pazenir: monotherapie: 260 mg/m² lichaamsoppervlak via i.v. infuus gedurende 30 minuten elke 3 weken.
Generiek paclitaxel: monotherapie: 175 mg/m² lichaamsoppervlak via i.v. infuus gedurende 3 uur elke 3 weken.
Eerstelijnsbehandeling ovariumcarcinoom
Volwassenen
Generiek paclitaxel: 175 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 3 uur (gevolgd door cisplatine 75 mg/m²), elke 3 weken. Alternatief schema: 135 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 24 uur (gevolgd door cisplatine 75 mg/m²), elke 3 weken. Paclitaxel dus vóór cisplatine toedienen (zie ook de rubriek Interacties).
Tweedelijnsbehandeling ovariumcarcinoom
Volwassenen
Generiek paclitaxel: 175 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 3 uur elke 3 weken.
Adenocarcinoom van de pancreas
Volwassenen
Abraxane, Apexelsin en Pazenir: 125 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 30 minuten op dag 1, 8 en 15 van elke cyclus van 28 dagen. Direct na afloop van iedere toediening met paclitaxel: gemcitabine 1000 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 30 minuten.
Niet-kleincellig longcarcinoom
Volwassenen
Abraxane, Apexelsin en Pazenir: 100 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 30 minuten op dag 1, 8 en 15 van elke cyclus van 21 dagen. Carboplatine onmiddellijk na afloop van paclitaxel toedienen, alleen op dag 1 van elke cyclus.
Generiek paclitaxel: 175 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 3 uur (gevolgd door cisplatine i.v. 80 mg/m²), elke 3 weken.
Aan aids gerelateerd KS
Volwassenen
Generiek paclitaxel: 100 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. infuus gedurende 3 uur, elke 2 weken.
Ouderen: volgens de fabrikanten van Abraxane, Apexelsin en Pazenir is bij ouderen geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde nierfunctie: Abraxane, Apexelsin en Pazenir: bij een lichte en matige nierinsufficïentie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Voor een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) kan geen dosisaanbeveling worden gedaan in verband met onvoldoende gegevens. Generiek paclitaxel er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan in verband met onvoldoende gegevens.
Verminderde leverfunctie: Abraxane, Apexelsin en Pazenir: bij een lichte leverinsufficiëntie (totaal bilirubine > 1 tot ≤ 1,5 × ULN en ASAT ≤ 10 × ULN) is geen dosisaanpassing nodig. Bij matige tot ernstige leverinsufficiëntie (totaal bilirubine > 1,5 tot ≤ 5 × ULN en ASAT ≤ 10 × ULN): bij de indicaties gemetastaseerd mammacarcinoom en NSCLC de dosis verlagen met 20%; verhoog de dosis tot normale waarde indien de lagere dosis gedurende ten minste 2 cycli goed is verdragen. Bij de indicatie adenocarcinoom van de pancreas kan bij matige tot ernstige leverinsufficiëntie geen dosisadvies worden gegeven in verband met onvoldoende gegevens. Ook bij een leverinsufficiëntie met totaal bilirubine > 5 × ULN of ASAT > 10 × ULN kan geen dosisadvies worden gegeven in verband met onvoldoende gegevens. Generiek paclitaxel: er kan geen dosisadvies worden gegeven in verband met onvoldoende gegevens. Niet gebruiken bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (neutropenie (incl. febriele), trombocytopenie, perifere neuropathie, mucositis en bij Abraxane, Apexelsin en Pazenir tevens diarree, huidtoxiciteit en andere niet-hematologische toxiciteiten) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2 en 4.4). Ook is er toxiciteit mogelijk door het gebruik van carboplatine, cisplatine, doxorubicine, gemcitabine en trastuzumab. Zie voor meer informatie de geneesmiddelteksten van deze middelen.
Toediening: Abraxane, Apexelsin en Pazenir: de suspensie i.v. toedienen via een infusieset met een 15 microm-filter. Na het infuus de lijn doorspoelen met steriel 0,9% NaCl-oplossing. Generiek paclitaxel: het concentraat eerst verdunnen tot een uiteindelijke concentratie van 0,3–1,2 mg/ml. Gebruik PVC-vrije flessen of zakken en polyethyleen-gecoate toedieningssets. Filters met korte in- en uitlaatstukjes van PVC kunnen wel worden gebruikt. Generiek paclitaxel toedienen via een in-lijnfilter met microporeus membraan ≤ 0,22 microm.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (febriele) neutropenie (88%, waarvan ernstig 73%), leukopenie (93%, waarvan ernstig 60%), anemie (99%), trombocytopenie (44%). Neutropene infectie/sepsis. Anorexie. Dyspneu, hoesten. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Alopecia. Rugpijn, gewrichtspijn. Hematurie. Vermoeidheid, asthenie, koorts. Verminderde eetlust.
Vaak (1-10%): sepsis, cellulitis, urineweginfectie, bovensteluchtweginfectie, herpes zoster, candidiasis. Hypersensitiviteit. Dehydratie, hyperglykemie, hypokaliëmie. Angst, verwardheid, slapeloosheid. Dysgeusie, smaakstoornis, perifere (sensorische) neuropathie, polyneuropathie, duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie, lethargie, ischias. Conjunctivitis, tranenvloed. Oorsuizen, draaiduizeligheid. Atriumfibrilleren, tachycardie, diepveneuze trombose, hypo- of hypertensie, opvliegers, blozen. Keelpijn, pneumonie. Droge mond, dyspepsie, oesofageale reflux, aambeien, rectaal bloedverlies. Droge huid, erytheem. Spierpijn, spierspasmen, pijn in flanken, bekken of extremiteiten. (Acute) nierinsufficiëntie, dysurie, pollakisurie, urineretentie of -incontinentie, ureterobstructie, hydronefrose. (Perifeer) oedeem, mucositis, rillingen, malaise. Gewichtsafname, verhoogde ASAT en/of ALAT.
Soms (0,1–1%): cystitis, inclusief hemorragische cystitis, als gevolg van radiatie-recallfenomeen. Colitis, (neutropenische) enterocolitis, gastro–intestinale bloeding en –perforatie, ileus, intestinale obstructie, gastritis.
Verder zijn gemeld: Interstitiële longziekte, waaronder pneumonitis.
Bij ouderen > 65 jaar zijn de volgende bijwerkingen in hogere frequenties gemeld: neutropenie, trombocytopenie, dyspneu, vermoeidheid, asthenie en obstipatie.
Bijwerkingen
De frequentie van optreden van bijwerkingen kan verschillen tussen de albuminegebonden formulering en de conventionele formulering.
Monotherapie
Zeer vaak (> 10%): hypotensie. Bloeding. Neurotoxiciteit m.n. perifere neuropathie (die langer dan 6 maanden na staken van de therapie kan aanhouden), paresthesieën. Infecties, vnl. urineweginfecties en bovensteluchtweginfecties (soms fataal). Asthenie, vermoeidheid, koorts. Artralgie of myalgie. Anorexia. Stomatitis, misselijkheid, braken, diarree, mucositis, buikpijn. Alopecia. Milde overgevoeligheidsreacties, vnl. opvliegers en huiduitslag. Beenmergdepressie, neutropenie (niet geassocieerd met febriele episoden), leukopenie, trombocytopenie, anemie.
Vaak (1-10%): brady- of tachycardie. Overmatig blozen, lymfoedeem. Rinitis, bloedneus, keelpijn. Febriele neutropenie, griepachtige verschijnselen. Depressie, nervositeit, slapeloosheid. Hoofdpijn, ataxie, duizeligheid, slaperigheid, smaakstoornis. Mondulcera, droge mond, dyspepsie, melaena. Botpijn, beenkramp. Dysurie. Milde nagel- en huidveranderingen, droge huid. Milde reacties op de injectieplaats zoals lokaal oedeem, roodheid, verkleuring, verharding (extravasatie kan resulteren in cellulitis, necrose, fibrose). Oedeem (incl. perifeer en gezichtsoedeem). Malaise, pijn op de borst, koude rillingen. Ernstige verhogingen van transaminasen en alkalische fosfatase.
Soms (0,1-1%): ernstige overgevoeligheidsreacties. Hypertensie, trombose, tromboflebitis. Cardiomyopathie, asymptomatische ventriculaire tachycardie, tachycardie met bigeminie, AV-blok, myocardinfarct. Ernstige infecties, septische shock. Onrust. Dysfagie, glossodynie. Spierspasmen, spierzwakte. Dysurie, pollakisurie, polyurie, hematurie. Gewichtsverandering. Hypo- of hyperfosfatemie, hypocalciëmie, hyponatriëmie, hypokaliëmie, hypoalbuminemie, hyperglykemie. Ernstige verhogingen van bilirubine.
Zelden (0,01-0,1%): hartfalen. Dyspneu, pleurale effusie, interstitiële pneumonitis, longfibrose, pulmonale embolie. Acute pancreatitis, intestinale obstructie/perforatie, ischemische colitis. Cystoïd macula-oedeem. Motorische neuropathie. Huiduitslag, jeuk, erytheem. Radiatie-recallfenomeen, bestralingspneumonitis. (Neutropene) koorts, dehydratie. Stijging creatinine.
Zeer zelden (< 0,01%): atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie. Shock, pulmonale hypertensie. Verwardheid. Autonome neuropathie (resulterend in paralytische ileus en orthostatische hypotensie), grand-mal-aanvallen, convulsie, acute encefalopathie. Oogzenuwafwijkingen en/of visusstoornissen. Ototoxiciteit, gehoorverlies, oorsuizen, vertigo. Oesofagitis, mesenteriaal trombose, obstipatie, neutropene of pseudomembraneuze colitis. Ascites, levernecrose, hepatische encefalopathie. Stevens-Johnsonsyndroom, epidermale necrolyse, erythema multiforme, exfoliatieve dermatitis, onycholysis, folliculitis. Acute myeloïde ≠leukemie, myelodysplastisch syndroom.
Verder zijn gemeld: tumorlysissyndroom. Gedissemineerde intravasculaire coagulatie, flebitis. Hersenzenuwverlamming, stembandverlamming. Fotopsie, glasvochttroebeling. Sclerodermie, hand-voetsyndroom. Systemische lupus erythematodes.
Combinatietherapie (generiek paclitaxel)
Bij de combinatie met cisplatine is er meer kans op nierfalen dan bij monotherapie met cisplatine.
In combinatie met trastuzumab: de incidentie van ernstige bijwerkingen is vergelijkbaar. Wel is er een toegenomen incidentie en ernst van cardiale disfunctie (NYHA-klasse I/II: 10 vs. 0%; NYHA-klasse III/IV: 2 vs. 1%) na voorafgaande behandeling met een antracycline, zelden fataal.
De volgende bijwerkingen zijn in combinatie met trastuzumab vaker gemeld:
Zeer vaak (> 10%): infectie (bij 46%, waaronder herpes simplex), rillingen (42%), koorts (47%), hoest (42%), bloedneus, diarree (45%), huiduitslag (39%), artralgie (37%), slapeloosheid, tachycardie, hypertonie van skeletspieren.
Vaak (1-10%): hartfalen, reacties op de injectieplaats.
Bij de behandeling van aan aids gerelateerd KS zijn de incidentie en ernst van de bijwerkingen in het algemeen gelijk aan die bij de behandeling van andere solide tumoren, uitgezonderd de hematologische en hepatische bijwerkingen: anemie (bij ca. 61%, waarbij in klinisch onderzoek bij 21% transfusie van bloedcellen was vereist), trombocytopenie (bij ca. 50%, waarbij 9% ernstig), neutropenie (bij ca. 39%, waarbij 22% graad 4 gedurende 7 dagen), neutropene koorts (bij ca. 14%), bij ca. 3% septische episoden met fatale afloop. Verhoging bilirubine (bij ca. 28%), alkalische fosfatase (bij ca. 43%) en ASAT (bij ca. 44%).
Combinatietherapie met gemcitabine bij pancreascarcinoom (Abraxane, Apexelsin en Pazenir): de vaakst voorkomende en belangrijkste bijwerkingen zijn: anemie (97%), neutropenie (73%), trombocytopenie (74%), perifere neuropathie, sepsis, pneumonitis.
Interacties
In verband met de beenmergdepressie niet gelijktijdig toedienen met levende verzwakte vaccins; gelijktijdige toediening met gelekoortsvaccin is gecontra-indiceerd. De respons op gedode of geïnactiveerde vaccins kan verminderd zijn.
Vermijd gelijktijdige toediening met sterke CYP3A4-remmers (o.a. ketoconazol, itraconazol, claritromycine, HIV-proteaseremmers, voriconazol), omdat de concentratie en daarmee de toxiciteit van cabazitaxel kan stijgen; ketoconazol (400 mg 1×/dag) doet de blootstelling aan cabazitaxel stijgen met ca. 25%. Indien combinatie toch noodzakelijk is, een dosisverlaging overwegen en nauwlettend controleren op toxiciteit, zie de rubriek Dosering. Vermijd gelijktijdige toediening met sterke CYP3A4-inductoren (o.a. fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, rifabutine, fenobarbital, sint-janskruid), omdat de concentratie van cabazitaxel kan dalen; rifampicine (600 mg 1×/dag) doet de blootstelling aan cabazitaxel dalen met ca. 17%.
In–vitro studies tonen aan dat cabazitaxel het OATP1B1 transporteiwit remt; daarom OATP1B1–substraten (zoals statinen, valsartan, repaglinide) niet toedienen binnen 12 uur vóór infusie van cabazitaxel tot minstens 3 uur erna.
Wegens meer kans op gastro–intestinale complicaties voorzichtig zijn bij gelijktijdig gebruik van prostaglandinesynthetaseremmers, SSRI's, anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers.
Interacties
Paclitaxel vóór cisplatine toedienen, omdat bij toedienen van paclitaxel ná cisplatine, een meer uitgesproken beenmergdepressie optreedt en de klaring van paclitaxel met 20% afneemt.
Paclitaxel 24 uur na doxorubicine toedienen, omdat de eliminatie van doxorubicine en zijn actieve metabolieten verlaagd kan zijn bij gelijktijdige toediening.
Bij gelijktijdige radiotherapie en/of behandeling met gemcitabine kan pneumonitis optreden.
Wegens mogelijke interactie is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdige toediening van substraten of (sterke) remmers van CYP3A4 en CYP2C8 zoals imidazool-antimycotica, erytromycine, sommige HIV-proteaseremmers, fluoxetine, gemfibrozil en clopidogrel. Combinatie met induceerders van CYP3A4 en CYP2C8 (zoals carbamazepine, fenytoïne, rifampicine, efavirenz en nevirapine) wordt afgeraden in verband met een (mogelijk) verminderde werkzaamheid van paclitaxel.
Vermijd vaccinatie met een levend vaccin gedurende en tot ten minste drie maande na de therapie, vanwege de kans op een ernstige infectie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap in principe niet van toepassing. Bij dieren passeert cabazitaxel de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren bij hoge doses schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Het is voor mannen raadzaam voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat een negatief effect van cabazitaxel op de vruchtbaarheid niet kan worden uitgesloten.
Overig: Een vruchtbare man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie en tot ten minste vier maanden ná de therapie. Mannen dienen tijdens de behandeling hun ejaculaat niet in aanraking te laten komen met anderen, wegens mogelijke blootstelling aan cabazitaxel.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken. Op grond van het werkingsmechanisme is het voorstelbaar dat paclitaxel schade toebrengt aan de embryo en foetus.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Paclitaxel vermindert bij lage doses bij mannelijke dieren de vruchtbaarheid (mogelijk irreversibel). Raad een vruchtbare man daarom voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma.
Overig: Vóór toediening van paclitaxel zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende ten minste één maand (Abraxane, Apexelsin en Pazenir) of zes maanden (generiek paclitaxel) na de behandeling. Bij hormoonreceptor-positieve tumoren géén hormonale anticonceptie toepassen. Een man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en ten minste zes maanden na de therapie.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is gebruik tijdens borstvoeding in principe niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij dieren gaat paclitaxel over in de moedermelk, waarbij de concentratie in de moedermelk hoger is dan die in het plasma van de moeder. Ernstige bijwerkingen bij de zuigeling kunnen daarom niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis (totaal bilirubine ≥ 3× ULN);
- aantal neutrofielen < 1,5 × 109/l;
- overgevoeligheid voor taxanen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor taxanen;
- aantal neutrofielen voor aanvang van de behandeling < 1,5 × 10⁹/l, bij aan aids gerelateerd KS < 1,0 × 10⁹/l;
- bij Kaposi-sarcoom: ernstige, ongecontroleerde infecties.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Beenmergsuppressie: controleer tijdens cyclus 1 wekelijks het volledig bloedbeeld (incl. Hb en hematocriet) en daarna vóór iedere cyclus ten behoeve van eventuele dosisaanpassing. Verlaag de dosis bij febriele of langdurige neutropenie en herhaal de toediening niet totdat het aantal neutrofielen ≥ 1,5 × 109 cellen/l is. Wees voorzichtig bij Hb < 6,2 mmol/l. Controleer Hb en hematocriet gedurende therapie bij klachten of symptomen van anemie of bloedverlies.
Beoordeel vóór iedere cyclus aanwezigheid of verergering van neuropathie en stel zo nodig de behandeling uit of pas de dosering aan.
Water- en elektrolytenhuishouding en nierfunctie: pas op voor dehydratie en een daardoor verstoorde elektrolytenbalans, in het bijzonder na optreden van braken en/of diarree. Controleer de vochthuishouding en het serumcreatinine vóór en tijdens de behandeling, vanwege het risico op nierfunctiestoornissen, incl. nierfalen. Diarree treedt vaker op bij eerdere bestraling van de abdomino–pelviene regio; bij diarree ≥ graad 3 de behandeling uitstellen of de dosering verlagen.
Maag-darmkanaal: naast het zeer vaak vóórkomen van braken en diarree (zie ook hierboven) zijn tevens gastro–intestinale bloedingen, –perforaties, ileus en colitis (waaronder met fatale afloop) gemeld bij gebruik van cabazitaxel. Wees voorzichtig als er meer kans op gastro–intestinale complicaties is, zoals bij een hoge leeftijd, neutropenie, gelijktijdig gebruik van prostaglandinesynthetaseremmers, SSRI's, anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers, een voorgeschiedenis van bekkenradiotherapie of gastro–intestinale ziekte.
Pulmonale toxiciteit: bij nieuwe of verergering van pulmonale symptomen de behandeling onderbreken en pneumonitis/interstitiële longziekte uitsluiten.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met ethanol in de infusievloeistof van Jevtana en cabazitaxel Vivanta bij (een voorgeschiedenis van) alcoholisme, leverziekte of epilepsie. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals ethanol of propyleenglycol, bevatten.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld.
Voor mannen in de vruchtbare jaren: zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Abraxane, Apexelsin en Pazenir
Overgevoeligheid: overgevoeligheidsreacties komen minder vaak voor dan met generiek paclitaxel. Staak de behandeling direct en definitief indien toch een overgevoeligheidsreactie optreedt.
Cardiotoxiciteit: controle van de hartfunctie wordt aanbevolen, in het bijzonder bij een cardiale voorgeschiedenis of eerder gebruik van cardiotoxische geneesmiddelen, zoals antracyclinen.
Beenmergsuppressie: tijdens behandeling frequent het aantal bloedcellen bepalen; de behandeling uitstellen bij aantal neutrofiele granulocyten ≤ 1,5 × 10⁹/l of aantal trombocyten ≤ 100 × 10⁹/l. Bij verminderde leverfunctie is meer kans op beenmergsuppressie.
Controleer tijdens de behandeling op tekenen van pneumonitis; bij een diagnose van niet-infectieuze pneumonitis de behandeling permanent staken.
Bij optreden van cystoïd macula-oedeem de behandeling staken.
Vanwege de kans op cystoïd macula-oedeem, bij klachten van een verminderd gezichtsvermogen direct een volledig oftalmologisch onderzoek uitvoeren. Indien cystoïd macula-oedeem wordt bevestigd de behandeling staken.
Beschermende maatregelen voor handen en voeten tegen zonlicht aanbevelen om onycholyse te voorkomen.
Onderzoeksgegevens: voor patiënten ouder dan 75 jaar is geen voordeel aangetoond van de combinatiebehandeling met Abraxane, Apexelsin of Pazenir en gemcitabine ten opzichte van gemcitabine monotherapie, tevens is er een hogere incidentie van ernstige bijwerkingen. De werkzaamheid en veiligheid bij CZS-metastasen zijn niet vastgesteld. Er zijn onvoldoende gegevens bekend bij een licht tot matig gestoorde leverfunctie; er zijn geen dosisaanbevelingen bekend bij een ernstig gestoorde leverfunctie of een ernstig gestoorde nierfunctie (zie ook de rubriek Dosering). De effectiviteit en veiligheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Voor behandeling van vruchtbare mannen en vrouwen, zie Zwangerschap.
Generiek paclitaxel
Overgevoeligheid: de hulpstoffen macrogolglycerolricinoleaat en gepolyoxyethyleerde ricinusolie kunnen een ernstige overgevoeligheidsreactie geven, daarom vóór toediening premedicatie van corticosteroïden, antihistaminica en H2-antagonisten geven.
Cardiotoxiciteit: in verband met het optreden van tachycardie, palpitaties en syncope wordt frequente controle van de vitale functies aangeraden, vooral gedurende het eerste uur van de infusie. Ernstige cardiale geleidingsstoornissen komen zelden voor bij monotherapie. Bij optreden van ernstige cardiale geleidingsstoornissen tijdens behandeling continue hartbewaking instellen gedurende de vervolgtherapie. Ernstige cardiovasculaire complicaties komen vaker voor bij de indicatie NSCLC dan bij mamma- en ovariumcarcinoom. Bij combinatie met doxorubicine of trastuzumab dient vóór behandeling een basis hartonderzoek te worden uitgevoerd (incl. ECG, echocardiogram en/of MUGA-scan), vervolgens de hartfunctie regelmatig (bv. elke drie maanden) controleren en bij optreden van asymptomatische disfunctie vaker (bv. elke 6–8 weken). Wees voorzichtig bij een continue afname van de linker ventrikel ejectiefractie zonder symptomen.
Beenmergsuppressie is de dosisbeperkende toxiciteit. Tijdens behandeling frequent het aantal bloedcellen bepalen; de behandeling uitstellen bij aantal neutrofiele granulocyten < 1,5 × 10⁹/l (bij KS < 1,0 × 10⁹/l) of aantal trombocyten < 100 × 10⁹/l (bij KS < 75 × 10⁹/l). Bij verminderde leverfunctie is meer kans op beenmergsuppressie.
Bij ernstige of persisterende diarree gedurende of kort na gebruik van paclitaxel de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen, ook als géén antibiotica zijn toegepast.
Beschermende maatregelen voor handen en voeten tegen zonlicht aanbevelen om onycholyse te voorkomen.
Onderzoeksgegevens: er zijn onvoldoende gegevens bekend bij een licht tot matig gestoorde leverfunctie; paclitaxel niet toepassen bij een ernstig gestoorde leverfunctie. De effectiviteit en veiligheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Voor behandeling van vruchtbare mannen en vrouwen, zie de rubriek Zwangerschap.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met ethanol (in sommige infusievloeistoffen) bij alcoholisme, leverziekte, epilepsie, zwangerschap, lactatie en kinderen. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die ethanol of propyleenglycol bevatten. Ethanol kan de rijvaardigheid en de werking van andere middelen beïnvloeden. Omdat paclitaxel langzaam wordt gegeven over 3 uur zijn de effecten van ethanol afgenomen (lagere spiegel).
Overdosering
Symptomen
vooral beenmergsuppressie en gastro-intestinale toxiciteit.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met cabazitaxel contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Bij generiek paclitaxel kan bij kinderen een overdosis gepaard gaan met een acute ethanolvergiftiging.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met paclitaxel contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Taxaan. Cabazitaxel is een oncolyticum dat de aanmaak van microtubuli vanuit tubulinedimeren bevordert en de microtubuli stabiliseert door depolymerisatie te verhinderen. Deze stabiliteit resulteert in remming van de reorganisatie van het microtubuli-netwerk, dat essentieel is voor de celdeling.
Kinetische gegevens
V d | ca. 70 l/kg. |
Eiwitbinding | 89–92%. |
Metabolisering | in de lever, voornamelijk door CYP3A4, tot o.a. 3 werkzame metabolieten. |
Eliminatie | met de feces 76% (metabolieten), met de urine < 4% (cabazitaxel, metabolieten). |
T 1/2el | ca. 95 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Taxaan. Paclitaxel verhindert depolymerisatie van de cellulaire microtubuli. Dit resulteert in de remming van de normale dynamische reorganisatie van het microtubuli-netwerk, dat essentieel is voor de celdeling. Daarnaast induceert paclitaxel de vorming van abnormale reeksen of bundels van microtubuli tijdens de gehele celcyclus en de vorming van meerdere centriolen tijdens de mitose. Abraxane, Apexelsin en Pazenir zijn albuminegebonden nanopartikelformulering van paclitaxel (NAB-paclitaxel = 'nanoparticle albumin-bound paclitaxel'). De voordelen van deze formulering tegenover de formuleringen met macrogolglycerolricinoleaat als drager zijn het overbodig zijn van premedicatie, een kortere infusieduur en een hogere afgifte van paclitaxel in de tumor (vooral in aanwezigheid van SPARC ('secreted protein acidic rich in cysteine'). De andere vormen van paclitaxel worden SB-paclitaxel genoemd ('surfactant-based paclitaxel', met macrogolglycerolricinoleaat als surfactant).
Kinetische gegevens
V d | 198–688 l/m². |
Eiwitbinding | 89–98% (in vitro). |
Metabolisering | in de lever door CYP2C8 en CYP3A4. |
Eliminatie | 1–13% onveranderd met de urine en tot 32% met de feces als metabolieten. |
T 1/2el | 3–53 uur, afhankelijk van infusieduur en dosering. Abraxane, Apexelsin en Pazenir: 13–27 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cabazitaxel hoort bij de groep taxanen.
Groepsinformatie
paclitaxel hoort bij de groep taxanen.