prednisolon (systemisch)
Samenstelling
Di-Adreson-F aquosum (Na-succinaat) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof (voor i.m., i.v., s.c., intrathecale en intra- of peri-articulaire injectie en rectale toediening)
- Sterkte
- 25 mg
- Verpakkingsvorm
- met en zonder solvens (water voor injectie) 1 ml
De gereconstitueerde oplossing bevat: prednisolonnatriumsuccinaat 25 mg/ml, overeenkomend met prednisolon 18,7 mg/ml.
Prednisolon capsule FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 10 mg, 15 mg, 20 mg, 25 mg, 30 mg, 35 mg, 40 mg, 45 mg, 50 mg, 55 mg, 60 mg, 65 mg, 70 mg, 75 mg
Prednisolon drank/injectie FNA (als di-Na-fosfaat) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
(Mixtura prednisoloni FNA).
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
(Mixtura prednisoloni FNA).
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof (voor i.m. of i.v. gebruik)
- Sterkte
- 12,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Bevat per ml: prednisolondinatriumfosfaat 16,8 mg, overeenkomend met prednisolon 12,5 mg. (Iniectabile prednisoloni FNA).
Prednisolon injectie (Na-succinaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof (voor i.m., i.v., s.c. en intra- of peri-articulaire injectie)
- Sterkte
- 25 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
De gereconstitueerde oplossing bevat: prednisolonnatriumsuccinaat 25 mg/ml, overeenkomend met prednisolon 18,7 mg/ml.
Prednisolon tablet Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 20 mg, 30 mg
Uitleg symbolen
prednisolon (systemisch) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Stimuleer ter preventie van (verergering van) met jicht geassocieerde cardiovasculaire en metabole aandoeningen een gezonde leefstijl. Behandel een acute jichtaanval kortdurend met colchicine, een hoge dosering van een oraal klassiek NSAID (diclofenac of naproxen) of oraal predniso(lo)n, afhankelijk van de comorbiditeit en comedicatie. Wissel van middel als na 3–5 dagen geen verbetering optreedt. Start indien de diagnose voldoende zeker is bij een indicatie voor urinezuurverlagende therapie met allopurinol, eventueel met tijdens de instellingsperiode colchicine of een NSAID.
Prednis(ol)on wordt bij reumatoïde artritis aanbevolen als overbruggingstherapie bij het starten of wijzigen van een ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD). Het kan ook worden overwogen bij het starten of wijzigen van een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD). Overweeg prednis(ol)on als onderhoudstherapie in een zo laag mogelijke dosis i.c.m. een csDMARD. Neem patiëntkenmerken in acht, en patiëntvoorkeuren, risico’s en alternatieven.
Zie voor de behandeling van systemische lupus erythematodes (SLE) de richtlijnmodule Medicamenteuze behandeling – basis SLE via richtlijnendatabase.nl.
Geef bij een ernstige longaanval van astma bij volwassenen en kinderen (die ABCDE-stabiel zijn) salbutamol en eventueel bij volwassenen ook ipratropium. Geef tevens een orale predniso(lo)nkuur.
Start bij een minder ernstige longaanval van astma bij volwassenen een kortwerkende β2-sympathicomimeticum (SABA) of verhoog de dosis. Overweeg daarnaast te starten met inhalatiecorticosteroïde (ICS) of formoterol-ICS of verhoog de dosis. Overweeg een orale predniso(lo)nkuur op basis van eerdere ervaring.
Geef een ABCDE-stabiele patiënt met een ernstige Chronisch obstructieve longziekte (COPD)-longaanval salbutamol; bij onvoldoende verbetering ook ipratropium. Geef bij verbetering een orale prednisolonkuur; verhoog de dosering van de luchtwegverwijders en/of pas de toedieningsvorm aan. Geef indien nodig een antibioticumkuur.
Verhoog bij een minder ernstige longaanval de dosering van de luchtwegverwijders. Geef afhankelijk van de mate van dyspneu een orale prednisolonkuur.
Onderhoudsbehandeling van COPD met orale corticosteroïden wordt in de eerstelijnszorg afgeraden; orale corticosteroïden hebben een geringe toegevoegde waarde bij de behandeling van mannen (de meeste deelnemers in klinisch onderzoek waren mannen) met stabiel COPD, maar de voordelen wegen niet op tegen de nadelen zoals de bijwerkingen verhoogde bloedglucoseconcentratie, hypertensie, bijniersuppressie en osteoporose.
Bij de ziekte van Crohn zijn systemisch werkende corticosteroïden, bv. betamethason en predniso(lo)n, effectiever dan het lokaalwerkende budesonide, maar veroorzaken meer bijwerkingen. Als bij milde tot matige ziekteactiviteit na twee tot vier weken lokale behandeling geen meetbare verbetering optreedt, wordt de behandeling veelal omgezet naar een systemische.
Bij colitis ulcerosa zijn systemisch werkende corticosteroïden (zoals prednisolon), effectiever dan lokaalwerkende corticosteroïden (zoals budesonide), maar ze veroorzaken meer bijwerkingen. Corticosteroïden worden als onderhoudstherapie ontraden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Bij de behandeling van exacerbaties van contacteczeem kunnen orale corticosteroïden worden overwogen als kortdurende acute interventietherapie in de tweedelijnszorg.
Zie voor een advies bij de profylaxe van misselijkheid en braken bij behandeling van kanker: misselijkheid en braken bij chemo- en radiotherapie.
Offlabel indicatie: zie voor de plaats van predniso(lo)n in de behandeling van Duchenne spierdystrofie (DMD) de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Offlabel indicatie: Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de locatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Offlabel indicatie: Sumatriptan s.c. en medicinale zuurstof zijn eerstekeusmiddelen voor de aanvalsbehandeling van clusterhoofdpijn. Verapamil (offlabel) is middel van eerste keus voor de onderhoudsbehandeling van clusterhoofdpijn. Bij het opbouwen van langdurige profylaxe, en bij een zogenaamde 'verapamil drug holiday', kan overwogen worden om ter overbrugging oraal een prednis(ol)onkuur (offlabel) of lokaal een GON-injectie (blokkade van de achterhoofdszenuw, 'Greater Occipital Nerve') met methylprednisolon(/lidocaïne) (offlabel) te geven.
Indicaties
Systemische therapie
- Reumatologische aandoeningen zoals geselecteerde gevallen of bijzondere vormen (zoals Felty- en Sjögren-syndroom) van reumatoïde artritis, incl. juveniele reumatoïde artritis, acuut reuma, systemische lupus erythematodes, polyarteriitis nodosa en andere vasculitiden, arteriitis temporalis, poly- en dermatomyositis.
- Longaandoeningen zoals longaanval van astma of COPD, chronische astmatische bronchitis, sarcoïdose, allergische longaandoeningen (bv. eosinofiele longinfiltratie), longaandoeningen ten gevolge van aspiratie, cryptogene fibroserende alveolitis.
- Maag-darmaandoeningen zoals colitis ulcerosa (alleen rectaal) en ziekte van Crohn, m.n. bij een acute aanval van de ziekte; en bepaalde vormen van hepatitis.
- Hematologische afwijkingen zoals auto-immuun hemolytische anemie, immuungemedieerde trombocytopenie bij volwassenen en reticulo-lymfoproliferatieve aandoeningen.
- Nieraandoeningen: nefrotisch syndroom, vooral indien onderdeel van lupus erythematodes.
- Endocrinologische aandoeningen zoals congenitale bijnierschorshyperplasie in die gevallen waarbij natriumretentie optreedt, endocriene exophthalmus.
- Oncologische aandoeningen zoals lymfatische leukemieën (m.n. acute vormen), maligne lymfomen (ziekte van Hodgkin, non-Hodgkin-lymfoom), de ziekte van Kahler, gemetastaseerd mammacarcinoom, hypercalciëmie ten gevolge van skeletmetastasen of de ziekte van Kahler.
- Neurologische aandoeningen zoals acute exacerbaties van multiple sclerose, hersenoedeem ten gevolge van hersenmetastasen.
- Oogheelkundige aandoeningen zoals choroïdoretinitis, iridocyclitis, neuritis optica en pseudotumor orbitae.
- Huidaandoeningen zoals pemfigus vulgaris en parapemphigus, erytrodermie, Stevens-Johnsonsyndroom, mycosis fungoides, bulleuze dermatitis herpetiformis.
- Diversen:
- Als adjuvans bij heftige allergische en anafylactische reacties.
- Als immunosuppressivum bij orgaantransplantatie.
- Als adjuvans bij preventie van misselijkheid en braken bij behandeling van kanker met oncolytica met een ernstig emetogeen effect.
- Offlabel
- Duchenne-spierdystrofie.
- Handartrose met een inflammatoir beeld van de PIP- en DIP-gewrichten.
- Kortdurende profylaxe van clusterhoofdpijn: ter overbrugging bij opbouwen profylactische onderhoudsbehandeling, 'verapamil drug holiday' of bij exacerbatie.
Intrathecale therapie
- Di-Adreson-F aquosum injectie: in combinatie met andere intrathecaal toegediende geneesmiddelen (bv. methotrexaat en cytarabine), bij de behandeling van acute lymfatische leukemie in kinderen en adolescenten, met als doel preventie van recidieven in het centraal zenuwstelsel.
Gelokaliseerde injectie
- articulaire en peri-articulaire aandoeningen van inflammatoire aard.
Gerelateerde informatie
Doseringen
In het algemeen
Jichtartritis
Reumatoïde artritis
Longaanval astma of COPD
Colitis ulcerosa
Ernstige zonneallergie
Idiopathische perifere aangezichtsverlamming
Acute lymfatische leukemie
Lokale behandeling bij articulaire en peri-articulaire aandoeningen
Offlabel: Duchenne-spierdystrofie
Offlabel: handartrose
Offlabel: kortdurende profylaxe van clusterhoofdpijn
Toediening
- De orale preparaten bij voorkeur innemen vóór of tijdens de maaltijd, bij 1× daagse toediening 's ochtends.
- Maagirritatie kan worden voorkomen door inname tijdens of vlak na het eten.
- De tabletten innemen met een ruime hoeveelheid melk of water. De capsules heel doorslikken met een half glas water.
Bijwerkingen
Vocht- en elektrolytenevenwicht: natrium- en vochtretentie, kaliumverlies, hypokaliëmische alkalose.
Bewegingsapparaat: spierzwakte en spieratrofie (steroïdmyopathie), osteoporose met kans op compressiefracturen van de wervels of pathologische fracturen, aseptische botnecrose (vooral van de femur- en humeruskoppen), peesruptuur. Intra-articulaire toediening: na herhaalde injecties kan pijnloze destructie van het gewricht, gelijkend op artropathie van Charcot, optreden.
Maag-darmstelsel: ulcus pepticum met meer kans op bloeding en (gemaskeerde) perforatie, pancreatitis, oesofagitis, misselijkheid en opgezette buik.
Huid: vertraagde wondgenezing, dunne kwetsbare huid, petechiën en ecchymose, erytheem (van het gelaat), toegenomen transpiratie, acne, urticaria, allergische dermatitis, hypopigmentatie en atrofie op de plaats van injectie.
Bloed- en lymfestelsel: erytro- en granulocytose, lymfo- en eosinopenie.
Zenuwstelsel: intracraniële drukverhoging met papiloedeem (pseudotumor cerebri), vooral bij kinderen tijdens of kort na snelle onttrekking, convulsies, vertigo, hoofdpijn.
Endocrien: menstruatiestoornissen, hirsutisme, ontstaan van het Cushingsyndroom, remming van hypothalamus-hypofyse-bijnieras, met kans op bijnierschorsinsufficiëntie ten tijde van stress (zoals trauma, operatie en ziekte), verlaagde koolhydraattolerantie, waardoor latente diabetes mellitus manifest kan worden, belemmering van de groei bij kinderen.
Oog: subcapsulaire lenscataracten, glaucoom, centrale sereuze chorioretinopathie, wazig zien.
Psyche: stemmingsveranderingen, euforie, angst, depressie, slapeloosheid, psychose.
Stofwisseling: negatieve stikstofbalans door eiwitafbraak, gewichtstoename, centripetale vetzucht (gelaat, romp), versterkt door toename van de eetlust (te beperken door dieetmaatregelen).
Hart en bloedvaten: hartfalen bij gepredisponeerde patiënten, bradycardie (bij hoge dosering), hypertensie, trombo-embolie.
Overige: verhoogde gevoeligheid voor infecties en maskering van klinische verschijnselen. Overgevoeligheidsreacties (waaronder anafylactische reacties), malaise.
Na langdurige therapie kan staken van de toediening van corticosteroïden een corticosteroïdonthoudingssyndroom tot gevolg hebben, begeleid door koorts, myalgie, artralgie en malaise; dit kan zelfs zonder tekenen van bijnierschorsinsufficiëntie optreden.
Na intrathecale toediening in combinatie met methotrexaat en cytarabine zijn neurotoxische bijwerkingen zoals toevallen, leuko-encefalopathie en langetermijn cognitieve stoornissen, en secundaire tumoren gemeld.
Interacties
- Vaccinatie met levende virussen bij gebruik van een immunosuppressieve dosering is gecontra-indiceerd. Toediening van geïnactiveerde virus- of bacteriële vaccins is mogelijk niet effectief.
- Enzyminductoren, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en rifampicine, kunnen de werking van corticosteroïden verminderen. De interactie is alleen relevant bij behandeling langer dan twee weken. Zowel bij starten als bij staken van de enzyminductor de corticosteroïddosering zo nodig bijstellen.
- Wees voorzichtig bij gelijktijdige toediening van CYP3A-remmers, waaronder cobicistat en ritonavir, omdat een toename van systemische bijwerkingen van het corticosteroïd kan optreden.
- Oestrogenen kunnen het effect van corticosteroïden versterken.
- De werking van zowel ciclosporine als corticosteroïden kan toenemen bij gelijktijdige toediening.
- De respons op anticoagulantia kan veranderen, daarom de INR extra controleren.
- Bij gelijktijdig gebruik van lisdiuretica, thiazide-diuretica of amfotericine B is er meer kans op hypokaliëmie.
- De toxische grens van digoxine kan eerder bereikt zijn.
- Gelijktijdig gebruik met NSAID's leidt tot een additief ulcerogeen effect.
- De behoefte aan insuline of orale bloedglucoseverlagende middelen bij diabetici kan toenemen.
- De respons op somatropine kan verminderen.
- De plasmaspiegel van isoniazide kan dalen.
- De eliminatie van salicylaten kan worden versneld; bij het staken van de behandeling neemt de kans op salicylaatintoxicatie toe.
- Hoge doses corticosteroïden kunnen neuromusculair blokkerende stoffen antagoneren en de kans op myopathie verhogen.
- Bij combinatie met ACE-remmers is er meer kans op het optreden van veranderingen in bloedceltellingen.
- Huidreacties veroorzaakt door allergietesten kunnen worden onderdrukt.
Zwangerschap
Placenta-passage: prednis(ol)on passeert de placenta nauwelijks. De foetale serumconcentratie is ca. 10% van de maternale concentratie. Langdurig gebruik van een hoge dosis kan verzadiging van de placenta-enzymen veroorzaken, waardoor er grotere hoeveelheden corticosteroïden de placenta kunnen passeren.
Teratogenese: Bij dieren in hoge doses schadelijk gebleken (schisis). Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij chronisch gebruik van corticosteroïden in hogere doseringen is intra-uteriene groeivertraging beschreven. Chronisch gebruik in het 3e trimester kan neonatale bijnierschorssuppressie veroorzaken; kenmerken hiervan zijn neonatale hypoglykemie, hypotensie en elektrolytverstoringen. Ook kan gebruik aan het eind van de zwangerschap leiden tot verstoring van de immuunrespons, waardoor het kind vatbaarder voor infecties kan zijn in de eerste 6-12 maanden.
Advies: Kan worden gebruikt, mits zo kort en zo laag mogelijk gedoseerd.
Vruchtbaarheid: Bij gebruik van prednisolon in hoge doses gedurende een lange periode (30 mg/dag gedurende minimaal 4 weken) zijn bij vruchtbare mannen reversibele stoornissen van spermatogenese waargenomen die een aantal maanden na staken van de behandeling aanhielden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate. Bij systemisch gebruik van doseringen tot 80 mg per dag is de relatieve kinddosis 1-5%. De halfwaardetijd in de borstvoeding bedraagt ca. 2,5 uur.
Farmacologisch effect: Nadelige effecten op de zuigeling zijn niet gemeld, ook niet bij kortdurende toediening van hogere doses.
Advies: Kan worden gebruikt. Bij langer durend gebruik (zoals bij behandeling van een auto-immuunziekte) overwegen om na inname 3–4 uur te wachten met voeden. Bij gebruik van een hogere dosis gedurende langere tijd, de groei en ontwikkeling van het kind extra controleren.
Contra-indicaties
Systemische therapie
- ulcus ventriculi en ulcus duodeni;
- acute infectieuze processen, m.n. virusinfecties en systemische schimmelinfecties;
- parasitaire infecties, tropische worminfecties;
- overgevoeligheid voor glucocorticoïden;
- zie ook de rubriek Interacties.
Lokale therapie
- infectie op de plaats van aandoening, bijvoorbeeld septische artritis ten gevolge van gonorroe of tuberculose;
- bacteriëmie of systemische schimmelinfecties;
- instabiliteit van het gewricht;
- overgevoeligheid voor glucocorticoïden.
Voor intrathecale therapie gelden de contra-indicaties voor systemische en lokale therapie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij langdurig gebruik wordt regelmatig oogheelkundig onderzoek aanbevolen. Controleer ook de bloedglucosespiegel regelmatig. Bij risicofactoren voor maagcomplicaties kan profylactisch gebruik van een maagbeschermer noodzakelijk zijn.
Het risico op fracturen neemt toe, vooral bij langdurig gebruik van hogere doseringen. Besteed aandacht aan leefstijladviezen en inname van voldoende calcium en vitamine D3. Medicatie ter preventie van fracturen is geïndiceerd bij gebruik van glucocorticoïden met een verwachte duur > 3 maanden, afhankelijk van de dosis en de leeftijd. Zie de aanbevelingen in de NIV-richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie, module Medicatie voor fractuurpreventie bij glucocorticoïden (2022).
Onderdrukking van de HPA-as (steroïdgeïnduceerde bijnierschorsinsufficiëntie) kan optreden bij langdurige behandeling. Om acute adrenale insufficiëntie te voorkomen, de corticosteroïdbehandeling altijd geleidelijk afbouwen, verspreid over weken of maanden naargelang de dosis en de duur van de behandeling. Bij stress (operatie, trauma, infectie) tijdens of gedurende een halfjaar ná een langdurige behandeling, kan een tijdelijke dosisverhoging ofwel opnieuw behandelen met corticosteroïden noodzakelijk zijn.
Tijdens gebruik bestaat een verhoogde gevoeligheid voor infectie met maskering van de klinische verschijnselen van infectie en ontsteking. Bij een bacteriële infectie zo mogelijk eerst de verwekker bepalen en de infectie behandelen alvorens met de toediening van glucocorticoïden te beginnen. Latente infecties veroorzaakt door bijvoorbeeld Mycobacterium, Pneumocystis jiroveci, Strongyloides en Entamoeba histolytica kunnen manifest worden.
Comorbiditeit: vanwege meer kans op complicaties voorzichtig zijn bij: ulcuslijden in de voorgeschiedenis, diverticulitis, colitis ulcerosa met een dreigende perforatie of met een pyogene infectie (zoals een abces), latente tuberculose, psychische stoornis in de voorgeschiedenis, osteoporose, hypertensie, hartfalen, (familie-anamnese van) diabetes, eerder door glucocorticoïd veroorzaakte myopathie, leverfalen, nierinsufficiëntie, epilepsie, myasthenia gravis, glaucoom en oculaire herpes vanwege een mogelijke perforatie van de cornea.
Wees voorzichtig bij systemische sclerose omdat bij een dagdosering van ≥ 15 mg prednisolon een verhoogde incidentie van (mogelijk fatale) renale crisis met hypertensie en verminderde urineproductie is waargenomen. Controleer bloeddruk en nierfunctie regelmatig. Bij verdenking op renale crisis de bloeddruk intensief reguleren.
Anafylactische reacties zijn voorgekomen bij behandeling met parenterale glucocorticoïden. Daarom vóór toediening de aangewezen voorzorgsmaatregelen nemen, in het bijzonder wanneer de patiënt eerder allergisch reageerde op een geneesmiddel.
De groei en ontwikkeling van kinderen nauwlettend volgen bij langdurig gebruik; om groeiremming te voorkomen streven naar een alternerende dosering.
Bij ouderen kunnen de gebruikelijke bijwerkingen van systemische corticosteroïden gepaard gaan met ernstiger gevolgen.
Bij visuele veranderingen, zoals wazig zien, een oogarts raadplegen. Cataract, glaucoom en centrale sereuze chorioretinopathie zijn gemeld na gebruik van corticosteroïden.
Niet toepassen bij de behandeling van hoofdtrauma of beroerte, omdat het effect ervan twijfelachtig is of zelfs schadelijk zou kunnen zijn.
I.m.-injectie niet toepassen bij immuungemedieerde trombocytopenie.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met propyleenglycol in drank FNA bij zuigelingen < 4 weken, zeker in combinatie met andere middelen die propyleenglycol of alcohol bevatten.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling de monografie corticosteroïden op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Corticosteroïd met glucocorticoïde eigenschappen; de mineralocorticoïde werking is gering.
Kinetische gegevens
Overig | prednisolonnatriumsuccinaat (Di-Adreson-F aquosum) wordt na toediening snel door esterasen omgezet in prednisolon. |
Resorptie | goed. |
T max | oraal 1–2 uur. |
Eliminatie | vnl. met de urine als vrije en geconjugeerde metabolieten, en een aanzienlijke hoeveelheid onveranderd prednisolon. |
T 1/2el | 2–4 uur. Biologische halfwaardetijd = 12–36 uur. |
Uitleg afkortingen
Groepsinformatie
prednisolon (systemisch) hoort bij de groep corticosteroïden, systemisch.
- betamethason (systemisch) (H02AB01) Vergelijk
- cortison (H02AB10) Vergelijk
- deflazacort (H02AB13) Vergelijk
- dexamethason (systemisch) (H02AB02) Vergelijk
- fludrocortison (H02AA02) Vergelijk
- hydrocortison (systemisch) (H02AB09) Vergelijk
- methylprednisolon (H02AB04) Vergelijk
- methylprednisolon/lidocaïne (H02BX01) Vergelijk
- prednison (H02AB07) Vergelijk
- triamcinolonacetonide (systemisch) (H02AB08) Vergelijk
Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- COPD, aanvalsbehandeling
- artrose
- astma, aanvalsbehandeling
- clusterhoofdpijn
- colitis ulcerosa
- contacteczeem
- jicht
- misselijkheid en braken bij chemo- en radiotherapie
- reumatoïde artritis
- urticaria
- ziekte van Crohn