Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Dienogest Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
2 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.

Indicaties

  • Endometriose.

Gerelateerde informatie

Doseringen

De behandeling beginnen op een willekeurige dag van de menstruele cyclus. Vóór aanvang van de behandeling elke vorm van hormonale anticonceptie staken.

Klap alles open Klap alles dicht

Endometriose

Volwassenen

2 mg 1×/dag, zonder onderbreking.

Bij verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig.

Gemiste doses: Bij vergeten van een tablet, of braken en/of diarree binnen 3–4 uur na tabletinname, de tablet zo snel mogelijk alsnog of opnieuw innemen, en de dag erna het normale schema hervatten. Bij het vergeten van meerdere tabletten, slechts één vergeten tablet alsnog innemen.

Toediening: de tablet bij voorkeur elke dag op een vast tijdstip innemen, met of zonder voedsel.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): gewichtstoename. Depressieve stemming, veranderde stemming, slaapstoornis, nervositeit, libidoverlies. Hoofdpijn, migraine. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, flatulentie. Acne, alopecia. Rugpijn. Gevoelige borsten, ovariumcyste, opvliegers, uteriene of vaginale bloeding (incl. 'spotting'). Asthenie, prikkelbaarheid.

Soms (0,1-1%): anemie. Gewichtsafname, toegenomen eetlust. Angst, depressie, stemmingswisselingen. Stoornis in autonome zenuwstelsel, aandachtsstoornis. Droge ogen, tinnitus. Palpitaties, hypotensie. Dyspneu. Gingivitis, maag-darmontsteking, buikklachten, diarree, obstipatie. Droge huid, hyperhidrose, jeuk, hirsutisme, onychoclase, hoofdroos, dermatitis, abnormale haargroei, lichtgevoeligheidsreactie, pigmentatiestoornis. Botpijn, spierspasmen, pijn of zwaar gevoel in ledematen. Urineweginfectie. Vaginale candidiase, vulvovaginale droogte, genitale afscheiding, pijn in kleine bekken, atrofische vulvovaginitis, borsttumor, fibrocysteuze borstziekte, borstverharding. Oedeem.

De meerderheid van de patiënten ervaart veranderingen in het menstruele bloedingspatroon, zoals onregelmatig bloedverlies of bloedverlies met gewijzigde frequentie. Voornamelijk gedurende de eerste 3 maanden kan verlengd bloedverlies optreden, en amenorroe voornamelijk na 3 maanden.

Bij adolescenten (12–18 j.) is na 12 maanden gebruik een afname van de botmineraaldichtheid in de lumbale wervelkolom aangetoond. Bij herhaalde meting 6 maanden na staken van de behandeling werd een trend naar herstel gezien.

Interacties

Dienogest wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4.

Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende middelen zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rifampicine, sint-janskruid en mogelijk ook felbamaat, griseofulvine, oxcarbazepine en topiramaat, kan de werking van dienogest afnemen.

Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers, kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verhogen of verlagen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.

De klinische relevantie van mogelijke interacties met enzymremmers is onbekend. Bij gelijktijdig gebruik met de sterke CYP3A4-remmer ketoconazol of met de matige CYP3A4-remmer erytromycine neemt de blootstelling aan dienogest toe.

Het gebruik kan de uitslag van bepaalde laboratoriumtesten (o.a. lever-, schildklier-, bijnier- en nierfunctie, lipiden, koolhydraatmetabolisme, bloedstolling) beïnvloeden; over het algemeen blijven de waarden binnen het normaalbereik.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Per ongeluk doorgebruik van dienogest in het begin van de zwangerschap heeft waarschijnlijk geen nadelige effecten.

Advies: Gebruik ontraden, omdat de behandeling van endometriose tijdens de zwangerschap niet noodzakelijk is.

Vruchtbaarheid: Dienogest remt bij de meerderheid van de patiënten de ovulatie, maar is geen anticonceptiemiddel. Als anticonceptie gewenst is, dan een niet-hormonale methode gebruiken. De menstruele cyclus normaliseert zich binnen 2 maanden na staken van de behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Bij onderzoek naar orale anticonceptie tijdens de borstvoeding worden lage hoeveelheden progestagenen in melk gemeten. Er worden dan ook geen nadelige effecten verwacht op de zuigeling die borstvoeding krijgt of op de hoeveelheid borstvoeding.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
  • actuele of doorgemaakte arteriële of cardiovasculaire aandoening (bv. myocardinfarct, CVA, ischemische hartziekte);
  • diabetes mellitus met vaatproblemen;
  • actuele of doorgemaakte ernstige leverziekte voor zover de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
  • actuele of doorgemaakte levertumor (goed- of kwaadaardig);
  • (vermoeden van) geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoening;
  • onverklaard vaginaal bloedverlies.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige uteriene bloedingen: Uteriene bloedingen, bv. bij vrouwen met adenomyosis uteri of uteriene leiomyomata, kunnen tijdens het gebruik verergeren. In geval van anemie (door hevig en continu bloedverlies) overwegen de behandeling te staken.

Circulatoire aandoeningen: Bij gebruik van preparaten met alleen een progestageen kan bij vrouwen met hypertensie het risico op een CVA enigszins zijn verhoogd. Sommige onderzoeken wijzen op een lichte toename van het risico op veneuze trombo-embolie bij gebruik van preparaten met alleen een progestageen, hoewel dit niet statistisch significant is. In geval van langdurige immobilisatie de behandeling onderbreken (bij een electieve ingreep minstens 4 weken van te voren) en niet eerder dan 2 weken na volledige mobilisatie hervatten.

Levertumoren: Bij gebruiksters van hormonale stoffen zoals een progestageen zijn in zeldzame gevallen levertumoren gemeld. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.

Staak het gebruik bij de eerste symptomen van trombo-embolie, aanhoudende hypertensie, cholestatische geelzucht en/of pruritis.

Osteoporose: Bij adolescenten (12–18 j.) is na 12 maanden gebruik een afname van de botmineraaldichtheid aangetoond (zie rubriek Bijwerkingen). Bij een verhoogd risico op osteoporose een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen van de behandeling maken, omdat tijdens het gebruik de endogene oestrogeenspiegel enigszins daalt. Voor alle vrouwen is voldoende inname van calcium en vitamine D van belang.

Andere aandoeningen:

  • Bij depressie in de voorgeschiedenis zorgvuldig controleren op symptomen hiervan en staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert.
  • Bij diabetes, met name bij zwangerschapsdiabetes in de anamnese, zorgvuldig controleren, omdat dienogest een gering effect kan hebben op de perifere insulineresistentie en de glucosetolerantie.
  • Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
  • Bij vrouwen met een extra-uteriene zwangerschap of een aandoening van de eileiders in de voorgeschiedenis, een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen van de behandeling maken, omdat er meer kans is op een ectopische zwangerschap.

Ovariumcysten: Tijdens het gebruik kunnen zich persisterende ovariële follikels (functionele ovariumcysten) voordoen. De meeste van deze follikels zijn asymptomatisch, hoewel dit soms bekkenpijn geeft.

Eigenschappen

Progestageen met anti-androgene activiteit (ca. ⅓ van cyproteronacetaat). Heeft geen mineralocorticoïde of glucocorticoïde activiteit. De werking bij endometriose berust op het reduceren van de endogene oestradiolproductie, waardoor de trofische effecten van oestradiol op (ectopisch) endometrium worden onderdrukt. Continue toediening leidt initieel tot decidualisatie van het endometriale weefsel (het in de secretiefase komen), gevolgd door atrofie van endometrioselaesies.

Kinetische gegevens

F ca. 91%.
T max ca. 1,5 uur.
V d ca. 0,57 l/kg.
Eiwitbinding ca. 90% (aan albumine).
Metabolisering uitgebreid, voornamelijk via CYP3A4, tot grotendeels inactieve metabolieten.
Eliminatie via de urine en feces in een verhouding van ca. 3:1 als metabolieten.
T 1/2el ca. 9–10 uur.
Overig Na 4 dagen behandeling worden steady-state condities bereikt.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd