Samenstelling
Ferracin XGVS PharmaMatch bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof/concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Fe 3+ als hydroxidesaccharose-complex.
IJzerhydroxide saccharose complex XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Fe 3+ als hydroxidesaccharose-complex.
Venofer XGVS Vifor Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml
Fe 3+ als hydroxidesaccharose-complex.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cosmofer (als hydroxidedextrancomplex) Cablon Medical bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor i.v.-infusie of injectie
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Bevat per ml injectievloeistof: Fe 3+ 50 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij ijzergebreksanemie gaat de voorkeur uit naar een vaste toedieningsvorm met een oraal ferro(Fe2+)-preparaat. Ferrofumaraat heeft de voorkeur boven ferrochloridedrank en ferrogluconaat bruistablet vanwege de kosten. Bruistabletten en dranken geven ook vaker tandverkleuring. Parenterale ijzertoediening komt, gezien de bijwerkingen, pas in aanmerking bij problemen met slikken of met de therapietrouw, als orale toediening niet effectief is gebleken of ook in lagere doseringen niet verdragen wordt.
Advies
Bij ijzergebreksanemie gaat de voorkeur uit naar een vaste toedieningsvorm met een oraal ferro(Fe2+)-preparaat. Ferrofumaraat heeft de voorkeur boven ferrochloridedrank en ferrogluconaat bruistablet vanwege de kosten. Bruistabletten en dranken geven ook vaker tandverkleuring. Parenterale ijzertoediening komt, gezien de bijwerkingen, pas in aanmerking bij problemen met slikken of met de therapietrouw, als orale toediening niet effectief is gebleken of ook in lagere doseringen niet verdragen wordt.
Indicaties
IJzergebreksanemie
- wanneer orale ijzertherapie niet wordt verdragen;
- bij malabsorptie (zoals bij inflammatoire darmziekten);
- bij een ijzerverlies dat groter is dan door orale inname kan worden gecompenseerd (zoals bij chronische hemodialyse).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- IJzergebreksanemie, wanneer orale ijzertherapie ineffectief is gebleken of niet wordt verdragen of indien uit klinisch oogpunt snelle aanvulling van de ijzervoorraden noodzakelijk is.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Tijdens en tot ten minste 30 minuten na elke toediening nauwlettend controleren op overgevoeligheidsreacties. Ferrioxidesaccharaat alleen laten toedienen door personeel dat ervaren is in het beoordelen en behandelen van anafylactische reacties en als reanimatiefaciliteiten beschikbaar zijn.
IJzergebreksanemie
Formule voor berekening van de totale benodigde dosis: ijzertekort (mg) = lichaamsgewicht (kg) × [streef Hb in mmol/l – huidig Hb in mmol/l] × 3,84 + streef ijzervoorraad (mg). Het optimale hemoglobineniveau kan variëren voor verschillende patiëntengroepen. Raadpleeg hiervoor de officiële richtlijnen. Totaal aantal ampullen dat moet worden toegediend is het totale ijzertekort (mg) gedeeld door 100 mg. Indien de totaal benodigde dosis de maximale dosering overschrijdt, de toediening splitsen. Normale dosering: Volwassenen en ouderen: 100–200 mg ijzer (= 1–2 ampullen), één tot driemaal per week, afhankelijk van het Hb.
Volwassenen
Maximaal aanvaardbare éénmalige dosis: als infusie max. 7 mg Fe/kg lichaamsgewicht per keer, max. 500 mg (= 5 ampullen) Fe per keer in ten minste 3,5 uur; als injectie: max. 200 mg (= 2 ampullen) Fe in ten minste 10 min.
Kinderen
Max. 0,15 ml (= 3 mg ijzer)/kg lichaamsgewicht per dag één tot driemaal per week, afhankelijk van het Hb.
IJzersubstitutie bij bloedverlies en ter ondersteuning van autologe bloeddonatie
Indien de hoeveelheid bloedverlies bekend is: aantal benodigde ampullen = aantal eenheden bloedverlies × 2. Bij verlaging van het Hb (ervan uitgaande dat de ijzervoorraad niet hoeft te worden hersteld): ijzer dat moet worden aangevuld (mg) = lichaamsgewicht (kg) × 3,84 × [streef Hb – huidige Hb] (mmol/l).
Toediening: Uitsluitend intraveneus toedienen via, bij voorkeur, een druppelinfuus òf door langzame injectie (1 ml onverdunde oplossing/min; max. 10 ml per injectie). Bij een druppelinfuus de inhoud van elke ampul verdunnen met maximaal 100 ml natriumchloride 0,9%; de oplossing toedienen met een snelheid van 100 ml in ten minste 15 min, 200 ml in ten minste 30 min, 300 ml in ten minste 1½ uur, 400 ml in ten minste 2,5 uur, 500 ml in ten minste 3½ uur. Bij hemodialyse kan het preparaat direct in de veneuze zijde van het extracorporale circuit worden toegediend, zoals bij i.v.-injectie.
Indien na 1–2 weken geen reactie wordt waargenomen op de hematologische parameters, de diagnose heroverwegen.
Doseringen
Tijdens en tot ten minste 30 minuten na elke toediening nauwlettend controleren op overgevoeligheidsreacties. IJzerdextrancomplex alleen toedienen door personeel dat ervaren is in het beoordelen en behandelen van anafylactische reacties en als reanimatiefaciliteiten beschikbaar zijn.
De totale cumulatieve dosis ijzerdextrancomplex wordt bepaald door het hemoglobinegehalte en het lichaamsgewicht. Er dient per patiënt een inschatting te worden gemaakt, gebaseerd op een berekening van het totale ijzertekort.
Bij voorkeur toedienen via een i.v. druppelinfuus, omdat hiermee de minste kans op bloeddrukverlaging is. IJzerdextrancomplex kan ook via een langzame intraveneuze injectie of intramusculair worden toegediend.
IJzergebreksanemie
Volwassenen en kinderen > 14 jaar
Individueel, aangepast aan het totale ijzertekort. Formule voor berekening van de totale benodigde dosis: IJzertekort (mg) = lichaamsgewicht (kg) × [streef Hb in mmol/l – huidig Hb in mmol/l] × 3,84 + streef ijzervoorraad (mg). Bij een lichaamsgewicht > 35 kg: streef Hb = 9,3 mmol/l, ijzervoorraad 500 mg. In het algemeen 100–200 mg ijzer (= 2–4 ml) 2–3×/w., afhankelijk van het hemoglobinegehalte.
IJzersuppletie bij bloedverlies
Volwassenen en kinderen > 14 jaar
IJzer dat moet worden aangevuld (mg) = aantal eenheden bloedverlies × 200. Indien de hoeveelheid bloedverlies onbekend is, berekening van de totale benodigde dosis volgens de volgende formule: hoeveelheid ijzer die moet worden aangevuld (mg) = lichaamsgewicht (kg) × 3,84 × [beoogde Hb in mmol/l – huidige Hb in mmol/l]. In het algemeen 100–200 mg ijzer (= 2–4 ml) 2–3×/w., afhankelijk van het hemoglobinegehalte.
Toediening:
- i.v. als druppelinfuus: 100–200 mg ijzerdextrancomplex verdunnen in 100 ml 0,9% natriumchloride of 5% glucose oplossing. Toedieningssnelheid max. 100 ml in 30 min.
- langzame i.v. injectie: 100–200 mg ijzerdextrancomplex verdunnen in 10–20 ml 0,9% natriumchloride of 5% glucose-oplossing. Toedieningssnelheid 0,2 ml/min.
- totale dosisinfusie (TDI): snelle aanvulling van de ijzervoorraad: ijzerdextrancomplex als een TDI geven. De benodigde hoeveelheid ijzerdextrancomplex bepalen middels berekening (zie hierboven) of met de tabel (zie hiervoor de officiële productinformatie CBG/EMA p. 6). De benodigde dosis, tot 20 mg ijzer/kg lichaamsgewicht, aseptisch toevoegen aan het vereiste volume, in het algemeen 500 ml steriele 0,9% natriumchlorideoplossing of 5% glucose-oplossing, en geven via i.v. infusie in 4–6 uur. Infusiesnelheid tot 45–60 druppels per minuut. TDI mag slechts in het ziekenhuis plaatsvinden onder zorgvuldige observatie tot minstens 30 minuten na de afloop van het infuus, in verband met de bijwerkingen, met name vertraagde, op overgevoeligheid lijkende reacties.
- i.m.: tot 100 mg (2 ml) ijzer per injectie, onverdund, bepaald op basis van lichaamsgewicht; bij een matig actieve patiënt wordt dagelijks toegediend (afwisselend in elk van beide bilspieren), bij een inactieve of bedlegerige patiënt de frequentie verminderen tot 1–2×/w. ook hierbij afwisselend. Injecteer diep in de spiermassa van het bovenste buitenkwadrant van de bilspier vanwege minder kans op subcutane verkleuring. De injectie met de 'Z-track-techniek' toedienen, ter preventie van lekkage of injectie in onderhuids weefsel.
Tijdens hemodialyse kan ijzerdextrancomplex rechtstreeks in het veneuze deel van de bloedlijn worden geïnjecteerd volgens dezelfde methode als beschreven voor i.v.-toediening.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): smaakstoornis. Hypertensie, hypotensie. Misselijkheid. Reacties op de injectie-/infusieplaats (o.a. pijn, irritatie, extravasatie, verkleuring, hematoom en jeuk).
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, hypo-esthesie. Dyspneu. Braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Jeuk, huiduitslag. Spierkramp, spierpijn, gewrichtspijn, pijn in de ledematen, rugpijn. Koude rillingen, asthenie, vermoeidheid, perifeer oedeem, pijn. Overmatig blozen, flebitis. Chromaturie. Stijging van ALAT, ASAT en γGT en stijging van de ferritineconcentratie.
Zelden (0,01-0,1%): palpitaties. Syncope, slaperigheid. Pijn op de borst. Hyperhidrose. Koorts. Stijging van LDH.
Verder zijn gemeld: anafylactoïde reacties, angio–oedeem. Verwarde toestand, bewustzijnsverlies, angst, tremor. Bradycardie, tachycardie, Kounissyndroom. Circulatoire collaps, tromboflebitis. Bronchospasme. Urticaria, erytheem. Hypofosfatemische osteomalacie. Koud zweet, bleekheid, malaise, influenza-achtige verschijnselen (na enkele uren tot meerdere dagen).
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken, buikpijn. Wazig zien. Warm gevoel, opvliegers, kramp, gevoelloosheid. Anafylactoïde reacties waaronder urticaria, rood worden van de huid, jeuk en rillen, dyspneu.
Zelden (0,01-0,1%): hypotensie (bij snelle toediening), aritmie, pijn op de borst, collaps, bewusteloosheid. Stemmingsveranderingen, duizeligheid, rusteloosheid, tremor, vermoeidheid. Angio-oedeem. Diarree, overmatige transpiratie. Spierpijn.
Zeer zelden (< 0,01%): acute, ernstige anafylactische reacties (binnen paar minuten na het begin van de toediening), gekarakteriseerd door acute ademhalingsproblemen en/of cardiovasculaire collaps (soms fataal). Hemolyse, hartkloppingen, voorbijgaande doofheid, hoofdpijn, paresthesie, hypertensie.
Verder zijn gemeld: influenza-achtige verschijnselen (na enkele uren tot meerdere dagen). Kounis-syndroom. Vergergering van gewrichtspijn bij reumatoïde artritis. Lokale bijwerkingen: pijn, ontsteking, flebitis; na i.m.-injectie tevens verkleuring van de huid, bloeding, vorming van steriele abcessen, weefselnecrose of atrofie.
Interacties
Parenteraal ijzer niet combineren met orale ijzerpreparaten, omdat de absorptie van oraal ijzer hierdoor vermindert. Een orale ijzerbehandeling pas beginnen 5 dagen na de laatste injectie met parenteraal ijzer.
Interacties
Orale ijzertherapie mag niet binnen 5 dagen na toediening van ijzerdextran worden gestart; gelijktijdig gebruik kan de absorptie van oraal ijzer verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Er zijn meer dan 1000 gedocumenteerde cases beschikbaar met het parenteraal gebruik van ferrioxidesaccharaat en ijzer(III)carboxymaltose tijdens het 2e en 3e trimester. Er zijn geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op negatieve zwangerschapsuitkomsten.
Farmacologisch effect: Mogelijk; foetale bradycardie is zelden gemeld bij zwangeren die een overgevoeligheidsreactie vertoonden.
Advies: Gebruik tijdens het 1e trimester ontraden. Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens het 2e en 3e trimester.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen in hoge doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Mogelijk; foetale bradycardie is zelden gemeld bij zwangeren die een overgevoeligheidsreactie vertoonden.
Advies: Gebruik in het 1e trimester ontraden. In het 2e en 3e trimester alleen op strikte indicatie gebruiken (als orale ijzertherapie niet effectief of onuitvoerbaar is).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Waarschijnlijk niet. Suppletie van ijzer bij de moeder heeft geen noemenswaardig effect op de hoeveelheid ijzer in de moedermelk.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- anemie met andere oorzaak dan ijzertekort;
- ophopingen van ijzer of stoornissen in het ijzerverbruik;
- bekende ernstige overgevoeligheid voor parenterale ijzerpreparaten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- ernstige overgevoeligheid voor parenterale ijzerpreparaten;
- ophopingen van ijzer of stoornissen in het ijzerverbruik (bv. hemochromatose, hemosiderose);
- anemie niet veroorzaakt door ijzerdeficiëntie, zoals hemolytische anemie;
- gedecompenseerde levercirrose en hepatitis;
- acuut nierfalen;
- acute of chronische infecties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties: Tijdens en tot minimaal 30 minuten na elke behandeling is in verband met het risico van ernstige acute, potentieel letale anafylactische of anafylactoïde reacties, zorgvuldige observatie aangewezen en dienen faciliteiten voor cardiopulmonaire reanimatie inclusief adrenaline beschikbaar te zijn. Aanvullende behandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden indien nodig geven. Bij de geringste tekenen van een anafylactische reactie de toediening direct staken. Overgevoeligheidsreacties kunnen ook optreden als eerdere toediening geen bijwerkingen veroorzaakte. Er zijn meldingen gedaan van overgevoeligheidsreacties die verergerden tot Kounis-syndroom (acuut allergisch coronair arteriespasme dat een myocardinfarct kan veroorzaken). Er is meer kans op anafylactische reacties bij bekende (geneesmiddelen)allergie, bij een voorgeschiedenis van ernstig astma, eczeem of andere atopische allergie en bij immunologische of inflammatoire aandoeningen (bv. SLE, reumatoïde artritis).
Hypofosfatemische osteomalacie: Monitor het serumfosfaat bij een patiënt met bestaande risicofactoren voor hypofosfatemie, meerdere toedieningen met hoge doses of een langer durende behandeling vanwege de kans op symptomatische hypofosfatemie; dit kan leiden tot osteomalacie en fracturen waarvoor klinische interventie en chirurgie nodig is. Waarschuw de patiënt bij toenemende mate van vermoeidheid met myalgie of botpijn contact op te nemen met een arts. Heroverweeg bij aanhoudende hypofosfatemie de behandeling.
Bij leverdisfunctie terughoudend behandelen, vooral als belasting met ijzer de aandoening kan verergeren zoals bij porphyria cutanea tarda (PCT). De ijzerstatus zorgvuldig bewaken om 'ijzer-overload' te voorkomen.
Voorzichtig toepassen bij acute of chronische infectie met excessieve ferritinewaarden, omdat parenteraal ijzer een ongunstige invloed kan hebben op de infectie. Toediening stoppen bij voortdurende bacteriëmie.
Bij te snel toedienen van de injectie kunnen hypotensieve episoden optreden.
Wees bedacht op paraveneuze lekkage die kan leiden tot pijn, ontsteking, weefselnecrose, steriel abces en bruinverkleuring van de huid. Bij paraveneuze lekkage de toediening direct staken.
Het preparaat is niet geschikt voor i.m.-gebruik en voor totale dosisinfusie, waarbij de totale hoeveelheid ijzer die nodig is om het ijzertekort aan te vullen in één keer wordt toegediend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties: Tijdens en tot minimaal 30 minuten na elke behandeling is in verband met het risico van ernstige acute, potentieel letale anafylactische of anafylactoïde reacties zorgvuldige observatie aangewezen en dienen faciliteiten voor cardiopulmonaire reanimatie inclusief adrenaline beschikbaar te zijn. Aanvullende behandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden indien nodig geven. Bij de geringste tekenen van een anafylactische reactie de toediening direct staken. Overgevoeligheidsreacties kunnen ook optreden als eerdere toediening geen bijwerkingen veroorzaakte. Er zijn meldingen gedaan van overgevoeligheidsreacties die verergerden tot Kounis-syndroom (acuut allergisch coronair arteriespasme dat een myocardinfarct kan veroorzaken). Er is meer kans op anafylactische reacties bij bekende (geneesmiddelen)allergie, bij een voorgeschiedenis van ernstig astma, eczeem of andere atopische allergie en bij immuun- of inflammatoire aandoeningen (bv. SLE, reumatoïde artritis). Toediening bij een ontsteking (bv. bacteriëmie, acute/chronische infectie) kan een type III allergische reactie veroorzaken. Vertraagde overgevoeligheidsreacties, optredend na enkele uren tot vier dagen na toediening, kunnen ernstig zijn en worden gekenmerkt door spier- en gewrichtspijn en soms koorts. De symptomen duren twee tot vier dagen en verdwijnen spontaan of na gebruik van eenvoudige pijnstillers.
Overtollig ijzerdextrancomplex kan achterblijven in de cellen van het RES, waardoor onderzoek naar ijzervoorraden in het beenmerg voor lange tijd zinloos kan zijn. Er is melding gemaakt van een bruine verkleuring van het serum dat was verkregen uit een bloedmonster dat vier uur na toediening van hoge doses ijzerdextrancomplex (≥ 5 ml) werd afgenomen. Schijnbaar verhoogde serumbilirubinespiegels en verlaagde serumcalciumspiegels zijn gemeld bij gebruik.
Onderzoeksgegevens: IJzerdextrancomplex niet gebruiken bij kinderen < 14 jaar vanwege het ontbreken van gegevens over veiligheid en effectiviteit.
Overdosering
Symptomen
IJzeroverbelasting kan leiden tot hemosiderose.
Therapie
Indien nodig een ijzerchelator zoals deferoxamine toedienen. Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Acute ijzer 'overload' kan zich voordoen als hemosiderose. Bij chronisch herhaalde hoge doses zal de overmaat ijzer in de lever accumuleren en een ontstekingsproces veroorzaken, dat tot fibrose kan leiden.
Therapie
Eventueel kunnen chelaatvormers als ondersteunende maatregel worden toegediend.
Zie voor aanvullende informatie ook de monografie IJzerintoxicatie op toxicologie.org of de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Complex met polynucleaire ijzer(III)–hydroxidekernen omringd door niet–covalent gebonden sucrosemoleculen. Het complex is stabiel en geeft geen grote hoeveelheden geïoniseerd ijzer af. Het ijzer in de polynucleaire kernen is gebonden in eenzelfde structuur als ferritine in fysiologische omstandigheden. Door de lagere stabiliteit van het complex ten opzichte van transferrine wordt een competitieve uitwisseling van ijzer naar transferrine waargenomen. IJzer is nodig voor de synthese van haem in hemoglobine.
Kinetische gegevens
T max | 10 min, na 24 uur zijn de serumijzerspiegels weer gedaald tot het uitgangsniveau. |
V d | ca. 0,11 l/kg. |
Overig | het wordt voornamelijk opgenomen door het weefselmacrofagensysteem in de lever, milt en het beenmerg. |
Eliminatie | ca. 5% van de toegediende ijzerdosis wordt in de eerste 24 uur na injectie uitgescheiden met de urine en ca. 75% van de toegediende sucrosedosis. |
T 1/2el | ca. 6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Het complex is analoog aan de fysiologische vorm van ijzer, ferritine (ferrihydroxide-fosfaat-eiwit-complex). IJzer is nodig voor de synthese van haem in hemoglobine. Werking: gedurende 6–8 weken na toediening wordt een toename van de hematopoëse waargenomen.
Kinetische gegevens
Resorptie | wordt na i.v.-infusie snel opgenomen door de cellen van het weefselmacrofagensysteem, m.n. in lever en milt, waaruit het ijzer langzaam wordt afgegeven. Na i.m. injectie wordt het grootste deel van het ijzerdextran binnen 72 uur geabsorbeerd in de capillairen en het lymfestelsel; de rest wordt geabsorbeerd gedurende 3–4 weken. |
T max | de hoogste waarde van ferritine in het serum wordt 7–9 dagen na toediening bereikt, waarna deze na ca. 3 weken terugkeert naar de basiswaarde. |
Metabolisering | in het RES vindt splitsing in ijzer en dextran plaats. |
Eliminatie | ijzer wordt in kleine hoeveelheden met de urine en de feces uitgescheiden; dextran wordt gemetaboliseerd of als zodanig uitgescheiden. |
T 1/2el | 5 uur (circulerend ijzer) en 20 uur (totale ijzer: gebonden en circulerend). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ferrioxidesaccharaat hoort bij de groep ijzerpreparaten, parenteraal.
Groepsinformatie
ijzerdextrancomplex hoort bij de groep ijzerpreparaten, parenteraal.