Samenstelling
Ferinject XGVS Vifor Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie/infusie
- Sterkte
- 50 mg Fe/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 2 ml, 10 ml, 20 ml
IJzer(III)carboxymaltose XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie/infusie
- Sterkte
- 50 mg Fe/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 2 ml, 10 ml, 20 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Diafer XGVS Cablon Medical bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor i.v.-injectie
- Sterkte
- 50 mg Fe/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Monofer XGVS Cablon Medical bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor i.v.-infusie of -injectie
- Sterkte
- 100 mg Fe/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml, 5 ml, 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij ijzergebreksanemie gaat de voorkeur uit naar een vaste toedieningsvorm met een oraal ferro(Fe2+)-preparaat. Ferrofumaraat heeft de voorkeur boven ferrochloridedrank en ferrogluconaat bruistablet vanwege de kosten. Bruistabletten en dranken geven ook vaker tandverkleuring. Parenterale ijzertoediening komt, gezien de bijwerkingen, pas in aanmerking bij problemen met slikken of met de therapietrouw, als orale toediening niet effectief is gebleken of ook in lagere doseringen niet verdragen wordt.
Advies
Bij ijzergebreksanemie gaat de voorkeur uit naar een vaste toedieningsvorm met een oraal ferro(Fe2+)-preparaat. Ferrofumaraat heeft de voorkeur boven ferrochloridedrank en ferrogluconaat bruistablet vanwege de kosten. Bruistabletten en dranken geven ook vaker tandverkleuring. Parenterale ijzertoediening komt, gezien de bijwerkingen, pas in aanmerking bij problemen met slikken of met de therapietrouw, als orale toediening niet effectief is gebleken of ook in lagere doseringen niet verdragen wordt.
Indicaties
- IJzergebreksanemie, wanneer orale ijzertherapie ineffectief is gebleken of niet gebruikt kan worden, of indien uit klinisch oogpunt snelle aanvulling van de ijzervoorraden noodzakelijk is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Monofer: IJzergebreksanemie, wanneer orale ijzertherapie ineffectief is gebleken of niet gebruikt kan worden of indien uit klinisch oogpunt snelle aanvulling van de ijzervoorraden noodzakelijk is.
- Diafer: IJzergebreksanemie bij volwassenen die gedialyseerd worden vanwege chronische nierziekte, wanneer orale ijzertherapie ineffectief is gebleken of niet gebruikt kan worden.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Controleer tijdens en tot ten minste 30 minuten na elke toediening nauwlettend op overgevoeligheidsreacties. IJzer(III)carboxymaltose alleen intraveneus toedienen door personeel dat ervaren is in het beoordelen en behandelen van anafylactische reacties en als reanimatiefaciliteiten beschikbaar zijn.
IJzergebreksanemie
Volwassen en kinderen ≥ 1 jaar
De totale dosis ijzer(III)carboxymaltose (hierna: Fe) wordt bepaald op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt en de hemoglobinespiegel, zie hiervoor tabel 1. Let op: Bij volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar mag een enkele dosis ijzer het volgende niet overschrijden: 15 mg ijzer/kg lichaamsgewicht bij i.v.-injectie en 20 mg/kg bij i.v.-infusie en maximaal 1000 mg ijzer per toediening; deze dosering maximaal 1×/week toedienen. Bij kinderen van 1–13 jaar mag een enkele dosis ijzer het volgende niet overschrijden: 15 mg ijzer/kg lichaamsgewicht en maximaal 750 mg ijzer per toediening; deze dosering maximaal 1×/week toedienen. Bij hemodialyse: bij volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar: max. 200 mg Fe per keer. Geef dit middel tijdens de hemodialyse; onverdund en direct in de veneuze tak van het hemodialyseapparaat. Bij kinderen van 1–13 jaar die hemodialyse ondergaan wordt het gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Bepaal na minimaal 4 weken de Hb-spiegel opnieuw. Indien er geen andere oorzaken zijn voor een eventuele onvoldoende respons en dus meer Fe moet worden toegediend, opnieuw de ijzerbehoefte bepalen aan de hand van het Hb en lichaamsgewicht.
Hb-gehalte (in mmol/l) |
Lichaamsgewicht < 35 kg |
Lichaamsgewicht 35–70 kg |
Lichaamsgewicht ≥ 70 kg |
< 6,2 |
30 mg/kg lichaamsgewicht |
1500 mg |
2000 mg |
6,2–8,7 |
15 mg/kg lichaamsgewicht |
1000 mg |
1500 mg |
≥ 8,7 |
15 mg/kg lichaamsgewicht |
500 mg |
500 mg |
Toediening
- Toediening als intraveneuze injectie:
- Bij volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar: per enkele dosis max. 15 mg/kg lichaamsgewicht, maximaal 1000 mg. Toedieningssnelheid: doses van 100–200 mg ijzer, geen minimale voorgeschreven tijd; doses van 200–500 mg ijzer: 100 mg/min; doses van 500–1000 mg toedienen gedurende minimaal 15 minuten. Een enkele dosis ijzer mag de 1000 mg ijzer/dag niet overschrijden; 1000 mg ijzer maximaal 1×/week toedienen. Als de totale ijzerbehoefte hoger is, minimaal 7 dagen wachten voordat een aanvullende dosis wordt toegediend.
- Bij kinderen < 14 jaar: per enkele dosis max. 15 mg/kg lichaamsgewicht, maximaal 750 mg. Toedieningssnelheid: doses van 100–200 mg ijzer, geen minimale voorgeschreven tijd; doses van 200–500 mg ijzer: 100 mg/min; doses van 500–1000 mg toedienen gedurende minimaal 15 minuten. Een enkele dosis ijzer mag de 750 mg ijzer/dag niet overschrijden; 750 mg ijzer maximaal 1×/week toedienen. Als de totale ijzerbehoefte hoger is, minimaal 7 dagen wachten voordat een aanvullende dosis wordt toegediend.
- Kan bij i.v.-injectie onverdund worden toegediend.
- Toediening als intraveneuze infusie:
- Bij volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar: max. 20 mg/kg lichaamsgewicht, maximaal 1000 mg. Toediensnelheid: doses van 100–200 mg ijzer, geen minimale voorgeschreven tijd; doses van 200–500 mg ijzer, toedienen gedurende minimaal 6 minuten; doses van 500–1000 mg toedienen gedurende minimaal 15 minuten. Een enkele dosis ijzer mag de 1000 mg ijzer/dag niet overschrijden; 1000 mg ijzer maximaal 1×/week toedienen.
- Bij kinderen < 14 jaar: per enkele dosis max. 15 mg/kg lichaamsgewicht, maximaal 750 mg. Toedieningssnelheid: doses van 100–200 mg ijzer, geen minimale voorgeschreven tijd; doses van 200–500 mg ijzer toedienen gedurende minimaal 6 minuten; doses van 500–1000 mg toedienen gedurende minimaal 15 minuten. Een enkele dosis ijzer mag de 750 mg ijzer/dag niet overschrijden; 750 mg ijzer maximaal 1×/week toedienen.
- Verdunnen in 0,9% natriumchlorideoplossing; de concentratie gelijk aan of boven 2 mg ijzer/ml houden in verband met de stabiliteit van de oplossing (het volume van de ijzer(III)carboxymaltose-oplossing wordt daarbij niet meegerekend). Gebruik bij het verdunnen de volgende maximale hoeveelheden natriumchlorideoplossing: 100–200 mg ijzer in max. 50 ml; > 200–500 mg ijzer in max. 100 ml; > 500–1000 mg ijzer in max. 250 ml.
- Tijdens hemodialyse onverdund in de veneuze tak van het dialyseapparaat of via infusie toedienen.
Doseringen
Controleer tijdens en tot ten minste 30 min na elke infusie nauwlettend op overgevoeligheidsreacties. Beperk het aantal i.v.-toedieningen tot een minimum. IJzer(III)derisomaltose alleen toedienen door personeel dat ervaren is in het beoordelen en behandelen van anafylactische reacties en als reanimatiefaciliteiten beschikbaar zijn.
IJzergebreksanemie
Volwassenen
Monofer: Individueel, aangepast aan het totale ijzertekort. Formule voor berekening van de totale benodigde dosis (vnl. bij zwangerschap, anorexia, cachexie, obesitas of bij anemie t.g.v. bloedverlies): ijzertekort (mg) = lichaamsgewicht (kg) × [streef Hb in mmol/l – huidig Hb in mmol/l] × 3,84 + streef ijzervoorraad (mg). Gebruik voor de berekening bij obesitas het optimale lichaamsgewicht (bv. uitgaande van een BMI van 25 dan is de berekening ideaal lichaamsgewicht = 25 × (lengte in m)²) en bij zwangerschap het lichaamsgewicht van vóór de zwangerschap. Het optimale hemoglobineniveau kan variëren voor verschillende patiëntengroepen. Raadpleeg hiervoor de officiële richtlijnen. Algemeen geldt: Bij een lichaamsgewicht ≥ 70 kg en een Hb-gehalte < 6,2 mmol/l: 2000 mg Fe, Hb ≥ 6,2: 1500 mg Fe. Bij een lichaamsgewicht van 50–70 kg en een Hb-gehalte < 6,2 mmol/l: 1500 mg Fe, Hb ≥ 6,2 mmol/l: 1000 mg Fe. Bij een lichaamsgewicht < 50 kg, bij elk Hb: 500 mg Fe. In sommige gevallen wordt bij een lichaamsgewicht > 50 kg een vaste dosis van 1000 mg gegeven, waarna wordt nagegaan of er nog meer ijzer nodig is. Let op: De totale dosis/week is maximaal 20 mg ijzer/kg lichaamsgewicht; indien de berekende ijzerbehoefte groter is dan 20 mg/kg dan de dosering opsplitsen in twee toedieningen met een interval van ten minste één week. Na minimaal 4 weken het Hb-gehalte opnieuw bepalen. Indien er geen andere oorzaken zijn voor een eventuele onvoldoende respons en dus meer Fe moet worden toegediend, opnieuw de ijzerbehoefte bepalen aan de hand van het Hb en lichaamsgewicht.
IJzergebreksanemie bij nierdialyse
Volwassenen en kinderen > 18 jaar
Diafer: Individueel; i.v.-bolusinjectie of directe injectie in veneuze tak van dialyseapparaat. Dosering: tot 200 mg per keer, max. 1000 mg per week. Als doses hoger dan 200 mg nodig zijn, een ander middel voor i.v.-toediening gebruiken.
Toediening
- Diafer: Toedienen als i.v.-bolusinjectie of via directe injectie in de veneuze tak van het dialyseapparaat. Kan onverdund worden toegediend of verdund in maximaal 20 ml steriele 0,9% natriumchloride-oplossing.
- Monofer:
- Toedienen als i.v.-bolusinjectie (indien van toepassing via direct injectie in de veneuze tak van het dialyseapparaat), óf als i.v.-druppelinfuus.
- Als i.v.-bolusinjectie: max. 500 mg Fe per keer en dit tot 3×/week, afhankelijk van het hemoglobinegehalte. De toedieningssnelheid is max. 250 mg Fe/minuut. Kan onverdund worden toegediend of verdund in maximaal 20 ml steriele 0,9% natriumchloride-oplossing.
- Als i.v.-druppelinfuus: toedienen als een enkele infusie van tot 20 mg ijzer/kg lichaamsgewicht, of als wekelijkse infusen tot de berekende cumulatieve ijzerdosis is toegediend. Bij een berekende cumulatieve dosis > 20 mg/kg de dosering opsplitsen en in 2 delen toedienen met minimaal 1 week ertussen; geef bij voorkeur de eerste dosis 20 mg/kg, de tweede toediening geven na beoordeling van de laboratoriumuitslagen. Doses ≤ 1000 mg toedienen in meer dan 15 min, doses > 1000 mg toedienen in 30 min of meer. Kan onverdund worden toegediend of verdund in een steriele 0,9% natriumchloride-oplossing, vanwege de stabiliteit van de oplossing niet verdunnen tot een concentratie lager dan 1 mg Fe/ml, en nooit in meer dan 500 ml natriumchloride-oplossing.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hypertensie. Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid. Reacties op injectieplaats (zoals pijn, blauwe plekken, huidverkleuring, extravasatie, irritatie). Overmatig blozen. Hypofosfatemie.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Tachycardie. Hypotensie. Dyspneu. Braken, dyspepsie, buikpijn, obstipatie, diarree. Spier–, rug– of gewrichtspijn, pijn in ledematen, spierkramp. Paresthesie, smaakstoornis. Jeuk, urticaria, erytheem, huiduitslag. Koorts, vermoeidheid, pijn op de borst, koude rillingen, malaise, perifeer oedeem. Stijging ALAT, ASAT, γ-GT, lactaatdehydrogenase en alkalische fosfatase.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactoïde reacties. Angio-oedeem, bleke gelaatskleur, huidverkleuring (op andere delen van het lichaam dan de toedieningsplaats). Bronchospasmen. Flebitis, (pre-)syncope. Angst. Flatulentie. Influenza-achtige verschijnselen (na enkele uren tot meerdere dagen).
Verder zijn gemeld: hypofosfatemische osteomalacie. Kounissyndroom. Gezichtsoedeem. Bewustzijnsverlies.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): reacties op de injectieplaats (zoals erytheem, branderig gevoel, irritatie, pijn, kneuzing, verkleuring, extravasatie). Huiduitslag. Misselijkheid.
Soms (0,1-1%): tachycardie. Hypotensie, hypertensie. Pijn op de borst, bronchospasmen, dyspneu. Jeuk, urticaria, hyperhidrose, dermatitis, afschilfering van de huid. Overgevoeligheid, incl. ernstige reacties. Braken, buikpijn, obstipatie, diarree, dyspepsie. Hoofdpijn, paresthesie, smaakstoornis, duizeligheid, extreme vermoeidheid, bewustzijnsverlies. Rugpijn, myalgie, gewrichtspijn, spierspasmen. Wazig zien. Koorts, koude rillingen, infectie, lokale vasculitis. Hypofosfatemie. Stijging van leverenzymwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): aritmie. Anafylactoïde/anafylactische reacties. Dysfonie, convulsies, tremor, verandering van psychische toestand. Angio–oedeem. Malaise, influenza-achtige verschijnselen (na enkele uren tot meerdere dagen).
Verder zijn gemeld: Kounissyndroom, verkleuring van de huid op enige afstand van de infusieplaats.
Vertraagde overgevoeligheidsreacties, optredend na enkele uren tot vier dagen na toediening, kunnen ernstig zijn en worden gekenmerkt door spier- en gewrichtspijn en soms koorts. De symptomen duren twee tot vier dagen en verdwijnen spontaan of na gebruik van eenvoudige pijnstillers.
Interacties
Parenterale ijzerpreparaten verminderen de absorptie van oraal ijzer; daarom indien nodig orale ijzertherapie minimaal 5 dagen na de laatste toediening van ijzer(III)carboxymaltose starten.
Interacties
Orale ijzertherapie mag niet binnen 5 dagen na toediening van ijzer(III)derisomaltose worden gestart; gelijktijdig gebruik kan de absorptie van oraal ijzer verminderen.
Zwangerschap
IJzer passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Er zijn meer dan 1000 gedocumenteerde cases beschikbaar met het parenteraal gebruik van ijzer(III)carboxymaltose en ferrioxidesaccharaat tijdens het 2e en 3e trimester. Er zijn geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op negatieve zwangerschapsuitkomsten.
Farmacologisch effect: Mogelijk; foetale bradycardie is zelden gemeld bij zwangeren die een overgevoeligheidsreactie vertoonden.
Advies: Gebruik tijdens het 1e trimester ontraden. Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens het 2e en 3e trimester.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen in zeer hoge doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Mogelijk; foetale bradycardie is zelden gemeld bij zwangeren die een overgevoeligheidsreactie vertoonden.
Advies: Gebruik in het 1e trimester ontraden; in het 2e en 3e trimester alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja, in zeer geringe mate (≤ 1%).
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Zeer minimaal; suppletie van ijzer heeft geen noemenswaardig effect op de hoeveelheid ijzer in de moedermelk.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk.
Advies: Kan gebruikt worden.
Contra-indicaties
- ijzerstapeling of stoornissen in het ijzerverbruik;
- anemie die niet wordt veroorzaakt door ijzerdeficiëntie;
- bekende ernstige overgevoeligheid voor parenterale ijzerpreparaten.
Contra-indicaties
- ernstige overgevoeligheid voor parenterale ijzerpreparaten;
- ophopingen van ijzer of stoornissen in het ijzerverbruik (bv. hemochromatose, hemosiderose);
- anemie niet veroorzaakt door ijzerdeficiëntie, zoals hemolytische anemie;
- gedecompenseerde leveraandoening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties: Tijdens en tot minimaal 30 minuten na elke toediening is in verband met het risico van ernstige acute, potentieel letale anafylactische/anafylactoïde reacties zorgvuldige observatie aangewezen en dienen faciliteiten voor cardiopulmonaire reanimatie inclusief adrenaline beschikbaar te zijn. Geef indien nodig aanvullende behandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden. Staak de toediening direct bij de geringste tekenen van een anafylactische reactie. Overgevoeligheidsreacties kunnen ook optreden als eerdere toediening geen bijwerkingen veroorzaakte. Er zijn meldingen gedaan van overgevoeligheidsreacties die verergerden tot Kounissyndroom (acuut allergisch coronair arteriespasme dat een myocardinfarct kan veroorzaken). Er is meer kans op anafylactische reacties bij bekende (geneesmiddelen)allergie, bij een voorgeschiedenis van ernstig astma, eczeem of andere atopische allergie en bij immunologische of inflammatoire aandoeningen (bv. SLE, reumatoïde artritis).
Hypofosfatemische osteomalacie: Monitor het serumfosfaat bij een patiënt met bestaande risicofactoren voor hypofosfatemie, meerdere toedieningen met hoge doses of een langer durende behandeling vanwege de kans op symptomatische hypofosfatemie; dit kan leiden tot osteomalacie en fracturen waarvoor klinische interventie en chirurgie nodig is. Waarschuw de patiënt bij toenemende mate van vermoeidheid met myalgie of botpijn contact op te nemen met een arts. Heroverweeg bij aanhoudende hypofosfatemie de behandeling.
Voorzichtig toepassen bij infecties; therapie tijdelijk stoppen bij acute infectie.
Onmiddellijk de infusie stoppen bij (tekenen van) paraveneus lekken, wegens irritatie en langdurige bruine verkleuring van de huid.
Bij leverdisfunctie moet terughoudend worden behandeld, vooral als belasting met ijzer de aandoening kan verergeren zoals bij porphyria cutanea tarda.
Na repletie regelmatig de ijzerspiegels controleren en zo nodig corrigeren.
Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens bekend van enkelvoudige doseringen > 200 mg ijzer bij hemodialyse. Vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid ijzer(III)carboxymaltose niet gebruiken bij een leeftijd < 1 jaar en niet bij kinderen van 1-13 jaar die hemodialyse ondergaan.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties: Tijdens en tot minimaal 30 minuten na elke behandeling is in verband met het risico van ernstige acute, potentieel letale anafylactische of anafylactoïde reacties zorgvuldige observatie aangewezen en dienen faciliteiten voor cardiopulmonaire reanimatie inclusief adrenaline beschikbaar te zijn. Aanvullende behandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden indien nodig geven. Bij de geringste tekenen van een anafylactische reactie de toediening direct staken. Overgevoeligheidsreacties kunnen ook optreden als eerdere toediening geen bijwerkingen veroorzaakte. Er zijn meldingen gedaan van overgevoeligheidsreacties die verergerden tot Kounissyndroom (acuut allergisch coronair arteriespasme dat een myocardinfarct kan veroorzaken). Er is meer kans op anafylactische reacties bij bekende (geneesmiddelen)allergie, bij een voorgeschiedenis van ernstig astma, eczeem of andere atopische allergie en bij immuun-of inflammatoire aandoeningen (bv. SLE, reumatoïde artritis). Elke enkelvoudige i.v.-toediening van ijzer is een risico op een overgevoeligheidsreactie; daarom het aantal toedieningen tot een minimum beperken. Er kunnen ook vertraagde overgevoeligheidsreacties optreden, zie rubriek Bijwerkingen.
Bij leverdisfunctie moet terughoudend worden behandeld, vooral als belasting met ijzer de aandoening kan verergeren zoals bij porphyria cutanea tarda (PCT). De ijzerstatus zorgvuldig bewaken om 'ijzer-overload' te voorkomen.
Onmiddellijk de infusie stoppen bij (tekenen van) paraveneus lekken, wegens irritatie en langdurige bruine verkleuring van de huid.
IJzer(III)derisomaltose voorzichtig toepassen bij infecties, niet gebruiken bij bacteriëmie.
Er is melding gemaakt van een bruine verkleuring van het serum dat was verkregen uit een bloedmonster dat vier uur na toediening van hoge doses parenteraal ijzer (≥ 5 ml) werd afgenomen. Schijnbaar verhoogde serumbilirubinespiegels en verlaagde serumcalciumspiegels zijn gemeld bij gebruik.
IJzer(III)derisomaltose niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar vanwege het ontbreken van gegevens over veiligheid en effectiviteit.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
In ijzer(III)carboxymaltose komt het ijzer voor in een complex met een koolhydraatpolymeer, dat het bruikbare ijzer op gecontroleerde wijze afgeeft aan de ijzertransport- en ijzeropslagproteïnen in het lichaam (ferritine, transferrine). IJzer is nodig voor de synthese van haem in hemoglobine.
Kinetische gegevens
T max | 15–70 min. |
V d | 0,04 l/kg (plasmavolume). |
Eliminatie | de renale eliminatie is verwaarloosbaar. |
T 1/2el | 7–12 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Het complex van Fe³⁺ met daaromheen geschakeerd een mantel van isomaltosemoleculen is analoog aan de fysiologische vorm van ferritine. Het ijzer komt via een vertraagde afgifte beschikbaar om zich te binden aan ijzerbindende eiwitten. IJzer is nodig voor de synthese van haem in hemoglobine.
Kinetische gegevens
Resorptie | Opname na i.v.-infusie snel door de cellen van het weefselmacrofagensysteem, m.n. in lever en milt, waaruit het ijzer langzaam wordt afgegeven. De vrije ijzerionen worden onmiddellijk gebonden aan de beschikbare proteïnedeeltjes onder vorming van hemosiderine of ferritine (ijzeropslag) of aan transferrine (ijzertransport). |
T max | De serumferritineconcentratie is maximaal na enkele dagen en keert dan langzaam, na weken, weer terug tot de basiswaarde. |
Metabolisering | In het RES vindt splitsing in ijzer en derisomaltose plaats. |
Eliminatie | IJzer wordt in kleine hoeveelheden met de urine en de feces uitgescheiden; derisomaltose wordt gemetaboliseerd of als zodanig uitgescheiden. |
T 1/2el | 1–4 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ijzer(III)carboxymaltose hoort bij de groep ijzerpreparaten, parenteraal.
Groepsinformatie
ijzer(III)derisomaltose hoort bij de groep ijzerpreparaten, parenteraal.