Samenstelling
Inaqovi XGVS Aanvullende monitoring Otsuka Pharmaceutical Netherlands BV
- Toedieningsvorm
- tablet, filmomhuld
Elke tablet bevat 35 mg decitabine en 100 mg cedazuridine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Teysuno XGVS Aanvullende monitoring Nordic Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule '15/4,35/11,8'
Bevat per capsule: tegafur 15 mg, gimeracil 4,35 mg en oteracil 11,8 mg.
- Toedieningsvorm
- Capsule '20/5,8/15,8'
Bevat per capsule: tegafur 20 mg, gimeracil 5,8 mg en oteracil 15,8 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van acute myeloïde leukemie de richtlijn op hematologienederland.nl.
Advies
Voor de behandeling van maagcarcinoom en colorectaal carcinoom staan op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijnen.
Indicaties
Pas gediagnosticeerde acute myeloïde leukemie (AML) bij volwassenen, die niet in aanmerking komen voor standaard inductiechemotherapie. Geef als monotherapie.
Indicaties
- Gevorderd maagcarcinoom bij volwassenen in combinatie met cisplatine.
- Gemetastaseerd colorectaal carcinoom (CRC), als monotherapie of in combinatie met oxaliplatine of irinotecan, met of zonder bevacizumab, bij volwassenen die vanwege toxiciteit (hand-voetsyndroom of cardiovasculaire toxiciteit) niet met standaard fluoropyrimidine behandeld kunnen worden.
Doseringen
Overweeg premedicatie met een anti-emeticum.
Vervanging door een i.v. decitabine-product binnen een cyclus ontraden.
Acute myeloïde leukemie
Volwassenen (incl. ouderen)
1×/dag 1 tablet (35/100 mg) 1×/dag op dag 1 t/m 5 van de 28-daagse cyclus, gedurende minimaal 4 cycli. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaarbare toxiciteit optreedt.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min/1,73 m2) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-59 ml/min/1,73 m2 ) nauwgezet controleren op bijwerkingen. De toepassing is niet onderzocht bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 15-29 ml/min/1,73 m2 ) of terminale nierziekte (creatinineklaring< 15 ml/min/1,73 m2 ).
Verminderde leverfunctie: het is onbekend of een dosisaanpassing nodig is; er zijn geen gegevens beschikbaar.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (hematologisch of niet-hematologisch), de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 en 4.4).
Gemiste dosis: deze binnen 12 uur alsnog innemen; daarna niet meer. Als de vergeten dosis niet wordt ingenomen, een extra innamemoment op een nieuwe dag toevoegen aan de cyclus, zodat er in totaal 5 dagelijkse innamemomenten per cyclus zijn.
Bij braken: geen extra dosis innemen. Neem de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip in.
Toediening: de tabletten in hun geheel innemen met water (dus niet kauwen, vergruizen of breken om contact van het middel met huid of omgeving te voorkomen). 2 uur voor tot 2 uur na het innemen van de tabletten niets eten.
Doseringen
Test vóór aanvang van de behandeling op een deficiëntie van DPD.
Geef profylactisch een anti-emeticum en antidiarrhoicum. Zorg tevens voor een adequate hydratie, dit is van extra belang vanwege de combinatie met cisplatine. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Gevorderd maagcarcinoom:
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 70 jaar):
Aanbevolen dosering: 25 mg/m² lichaamsoppervlak (uitgedrukt als gehalte tegafur) 2× per dag, 's ochtends en 's avonds, gedurende 21 opeevolgende dagen, gevolgd door 7 dagen rust. Deze behandelcyclus om de 4 weken herhalen. Kuur combineren met cisplatine 75 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/4 weken via i.v. infusie. Na 6 behandelcycli cisplatine staken zonder stopzetten van tegafur/gimeracil/oteracil. De dosis tegafur moet worden herberekend indien het gewicht van de patiënt met ≥ 10% daalt of stijgt en de gewichtsverandering niet in verband staat met vochtretentie; zie hiervoor de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 2).
Gemetastaseerd colorectaal carcinoom
Volwassenen
Monotherapie: Aanbevolen dosering: 30 mg/m² lichaamsoppervlak 2×/dag gedurende 14 opeenvolgende dagen, gevolgd door 7 dagen rust. De dosis tegafur moet worden herberekend indien het gewicht van de patiënt met ≥ 10% daalt of stijgt en de gewichtsverandering niet in verband staat met vochtretentie; zie hiervoor de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 4).
Combinatietherapie: Aanbevolen dosering: 25 mg/m² lichaamsoppervlak (uitgedrukt als tegafurgehalte) 2×/dag gedurende 14 opeenvolgende dagen, gevolgd door 7 dagen rust. Kuur combineren met oxilaplatine i.v. 130 mg/m² op dag 1 of irinotecan i.v. 150-225 mg/m² op dag 1, al dan niet in combinatie met bevacizumab i.v. 7,5 mg/kg lichaamsgewicht op dag 1. De dosis tegafur moet worden herberekend indien het gewicht van de patiënt met ≥ 10% daalt of stijgt en de gewichtsverandering niet in verband staat met vochtretentie; zie hiervoor de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 4).
Bij ouderen en kwetsbare patiënten is de aanbevolen dosering 20 mg/m² lichaamsoppervlak (uitgedrukt als tegafurgehalte) 2×/dag, gedurende 14 opeenvolgende dagen, gevolgd 7 dagen rust. Kuur combineren met een verlaagde dosis oxaliplatine (100 mg/m 2 op dag 1).
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring > 50 ml/min is geen dosisaanpassing nodig. Verlaag bij een creatinineklaring van 30–50 ml/min de dosis tegafur tot 20 mg/m² lichaamsoppervlak 2× per dag. Onderbreek in verband met de onvoorspelbare stijging van de blootstelling aan 5-FU de behandeling bij een creatinineklaring < 30 ml/min. Daarna tegafur hervatten met 15 mg/m² 2× per dag. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij dialysepatiënten. Was de dosis tegafur al verlaagd dan gelden andere doseringen, zie hiervoor de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).
Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij ernstige bijwerkingen (hematologisch, renaal en overige bijwerkingen, óók bij een bekende gedeeltelijke DPD-deficiëntie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, o.a. tabellen 1 t/m 8). Een eenmaal verlaagde dosis tegafur/gimeracil/oteracil niet meer verhogen.
Gemiste of uitgebraakte dosis: vervang een gemiste dosis niet; ook niet na braken, vergeten of het tijdelijk onderbreken van de behandeling vanwege een toxiciteit.
Toediening: neem de capsules 1 uur vóór óf 1 uur na een maaltijd in met water.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diverse infecties (viraal, bacterieel, schimmel), pneumonie, sepsis, urineweginfectie. Leukopenie, trombocytopenie, anemie, (febriele) neutropenie. Hyperglykemie. Stomatitis, misselijkheid, diarree, braken. Stijging ASAT, ALAT, AF en serumbilirubine. Koorts.
Vaak (1-10%): sinusitis. Hoofdpijn. Bloedneus. Neutropene colitis.
Soms (0,1-1%): pancytopenie. Cardiomyopatie, Acute febriele neutrofiele dermatose (Sweet-syndroom).
Verder zijn gemeld:differentiatiesyndroom, interstitiële longziekte.
Bijwerkingen
De beschreven bijwerkingen hebben betrekking op de combinatiebehandeling van tegafur/gimeracil/oteracil met cisplatine.
Zeer vaak (> 10%): anorexie, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie. Perifere neuropathie. Vermoeidheid, asthenie. Neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie.
Vaak (1-10%): hypotensie, diepveneuze trombose, hypertensie. Dyspneu, bloedneus, hikken, hoesten. Droge mond, stomatitis, slikstoornis, gastro-intestinale ontsteking/bloeding, buikpijn, dyspepsie, flatulentie. Nierfalen. Slapeloosheid, duizeligheid, hoofdpijn, smaakstoornis. Visusstoornis, conjunctivitis, cornea-aandoeningen (bv. epitheeldefect, erosie, troebeling, perforatie, keratitis, keratitis punctata of keratitis ulcerosa). Gehoorstoornis, doofheid. Hand-voetsyndroom, huiduitslag, hyperpigmentatie van de huid, droge huid, jeuk, alopecia. Spierpijn, botpijn. Mucositis, koorts, gewichtsafname, (perifeer) oedeem, koude rillingen. Dehydratie, hypokaliëmie of hyperkaliëmie, hyponatriëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, hypoalbuminemie. Hyperbilirubinemie, verhoogde waarden ASAT/ALAT, verhoogde waarden creatinine en/of ureum in het bloed, verlaagde GFR. Febriele neutropenie, lymfopenie.
Soms (0,1-1%): angina pectoris, myocardinfarct, hartfalen, pericardiale effusie, atriumfibrilleren, tachycardie, palpitaties. Hypovolemische shock, arteriële trombose, veneuze trombose, (trombo)flebitis, orthostatische hypotensie, hematoom, hyperemie, opvliegers, blozen. Longembolie, luchtweginfectie, keelpijn, loopneus, neusverstopping, dysfonie. CVA, convulsie, syncope, bewustzijnsverlies, hemiparese, afasie, ataxie, metabole encefalopathie, akoestische neuritis, geheugenstoornis, evenwichtsstoornis, slaperigheid, tremor. Verwardheid, rusteloosheid, persoonlijkheidsstoornis, hallucinaties, depressie, angst, verminderd libido. (Neutropene) sepsis incl. shock. Toxische nefropathie, urineweginfecties, acute pyelonefritis, oligurie, hematurie, nierfunctiestoornis, verlaagde waarde creatinine in het bloed, pollakisurie. Cheilitis, orale herpes, candidiase, lip-oedeem, glossodynie, speekselklierstoornis, broos gebit, infecties van het gebit, oesofagusspasmen, oesofagitis, gastro-oesofageale reflux, maagzweer, ructus, retroperitoneale fibrose, gastro-intestinale perforatie, ileus, ascites, hemorroïden, anale bloeding. Tumorbloeding, pijn in de tumor. Overgevoeligheidsreacties (o.a. huid- en oogreacties). Ooglidptose, oogliderytheem. Bijnierbloeding. Vertigo, oorverstopping. Furunkel, schilferende huiduitslag, huidverkleuring, erytheem (o.a. erythema migrans necroticans), purpura, bloedblaar, hyperhidrose, nagelatrofie, paronychia, hypertrichose. Spierspasmen, spierzwakte, artralgie, gewrichtszwelling. Erectiestoornis, gevoelige borsten, tepelpijn. Multi-orgaanfalen, borstwandpijn, gewichtstoename, koude-gevoel, malaise. Jicht. Reactie op de injectieplaats. Pancytopenie, bloedstollingsstoornissen, leukocytose, trombocytemie. Hyperglykemie, verhoogde waarden van: γ-GT, AF, LDH. Hypofosfatemie, hypermagnesiëmie, hypoproteïnemie, hyperglobulinemie, hyperlipidemie.
(Zeer) zelden (< 0,1%): diffuse intravasale stolling. Interstitiële longaandoening. Hepatitis B-reactivatie. Acute pancreatitis, ileitis terminalis. Acuut leverfalen. Leuko-encefalopathie, reukstoornis. Toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom, fotosensibilisatie. Rabdomyolyse.
Interacties
Omdat decitabine een substraat is voor het enzym cytidinedeaminase (CDA), dat decitabine omzet in een inactieve gedeamineerde vorm, andere geneesmiddelen die CDA remmen vermijden; gelijktijdige toediening kan leiden tot verhoogde blootstelling aan decitabine.
Vermijd gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die primair door CDA worden omgezet (zoals cytarabine, gemcitabine, azacitidine), omdat dit kan leiden tot een verhoogde blootstelling aan deze middelen.
Een vet- en calorierijke maaltijd verlaagt de blootstelling aan decitabine.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met andere fluoropyrimidinen (bv. capecitabine, 5-FU) is gecontra-indiceerd. Een minimale 'wash out'-periode van 7 dagen aanhouden.
Behandeling binnen 4 weken met DPD-remmers is in verband met de stijging van de blootstelling aan 5-FU tot toxische concentraties gecontra-indiceerd. Een minimale 'wash out'-periode van 4 weken aanhouden.
Gelijktijdige toediening van tegafur/gimeracil/oteracil met remmers van CYP2A6 kan de concentratie van tegafur/gimeracil/oteracil en daarmee de werkzaamheid verlagen.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met foliumzuur, omdat foliumzuur de activiteit van 5-FU versterkt.
Door gelijktijdig gebruik met nitro-imidazolen (zoals metronidazol), methotrexaat, clozapine of cimetidine kan de toxiciteit van 5-FU eerder bereikt worden.
Fluoropyrimidinen verhogen de plasmaconcentratie van fenytoïne; frequente controle van de bloed-/plasmaspiegel van fenytoïne wordt aangeraden.
De INR-waarde kan verhoogd worden bij gelijktijdig gebruik met vitamine K-antagonisten.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens, bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: voorafgaand aan de behandeling bij vruchtbare vrouwen een zwangerschapstest uitvoeren. Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 6 maanden (vrouw) of 3 maanden (man) na de therapie.
Vruchtbaarheid: bij herhaalde toediening bij muizen is toxiciteit voor de ovaria en testes waargenomen, waaronder mutageniteit. Adviseer mannen voor start van de behandeling advies in te winnen over het bewaren van sperma en vruchtbare vrouwen om consultatie te vragen over cryopreservatie van oöcyten.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in klinische doses schadelijk gebleken (o.a. viscerale afwijkingen en afwijkingen van het foetale skelet). Er zijn bij de mens in enkele gevallen foetale afwijkingen gemeld.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie. Beëindig de behandeling indien de patiënt zwanger wordt en overweeg genetische counseling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens de borstvoeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Lactatie.
Contra-indicaties
- ernstige, onverwachte reactie op fluoropyrimidinetherapie in de voorgeschiedenis;
- ernstige beenmergsuppressie;
- nierinsufficiëntie waardoor dialyse noodzakelijk is;
- bekende totale dihydropyrimidine-dehydrogenase (DPD)-deficiëntie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Fatale en ernstige myelosuppressie is gemeld. Bepaal voorafgaand aan elke cyclus het volledig bloedbeeld. Stel de volgende cyclus uit als het absolute aantal neutrofielen (ANC) lager is dan 1,0 × 109 /l en het aantal bloedplaatjes lager is dan 50 × 109 /l bij afwezigheid van actieve ziekte. Controleer het volledig bloedbeeld tot het ANC 1,0 × 109 /l of hoger is en het aantal bloedplaatjes 50 × 109 /l of hoger is. Bij hematologisch herstel de behandeling hervatten met dezelfde of een verlaagde dosis; zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 en 4.4).. Controleer op klachten en symptomen van infectie en behandel deze direct indien nodig.
Bij decitabine zijn gevallen van interstitiële longziekte (ILD) (waaronder longinfiltraten, organiserende pneumonie en longfibrose) zonder tekenen van een infectieuze etiologie gemeld. Beoordeel patiënten met een acuut begin of onverklaarde verergering van longsymptomen zorgvuldig om ILD uit te sluiten. Bij bevestiging van ILD, een passende behandeling instellen.
Wees voorzichtig bij een verminderde leverfunctie; de toepassing is niet onderzocht. Voer leverfunctietesten uit voorafgaand aan de behandeling, voor elke behandelcyclus en indien klinisch aangewezen.
Gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) is niet vastgesteld; voorzichtigheid is aangewezen. Voer nierfunctietesten uit voorafgaand aan de behandeling, voor elke behandelcyclus en indien klinisch aangewezen. Indien de leverfunctie verslechtert tijdens de behandeling de patient zorgvuldig monitoren.
Controleer op klachten en symptomen van hartfalen, in het bijzonder bij een voorgeschiedenis van een hartziekte. Met decitabine zijn gevallen gemeld van cardiomyopathie met hartdecompensatie (soms reservibel). De veiligheid en werkzaamheid zijn niet onderzocht bij patiënten met ernstig congestief hartfalen of een klinisch onstabiele hartziekte.
Het differentiatiesyndroom, ook wel retinoïdenzuursyndroom genoemd, is gemeld en kan soms fataal verlopen. Bij optreden van eerste symptomen of klachten die wijzen op het differentiatiesyndroom hoge dosis i.v. corticosteroïden en hemodynamische monitoring overwegen. De behandeling onderbreken tot de symptomen verdwijnen. Wees voorzichtig bij het eventueel hervatten van de behandeling.
Waarschuwingen en voorzorgen
Een DPD-deficiëntie vermeerdert de kans op fluoropyrimidinegerelateerde toxiciteit, zoals stomatitis, diarree, mucositis, neutropenie en neurotoxiciteit. De activiteit van het enzym DPD is snelheidsbeperkend in de omzetting van 5-FU in inactieve metabolieten, waardoor een (gedeeltelijke) DPD-deficiëntie leidt tot een toename van de intracellulaire concentratie van de actieve metaboliet van 5-FU. Voer daarom voorafgaande aan de behandeling een DPD-fenotypering of -genotypering uit. Een patiënt met een totale DPD-deficiëntie komt zelden voor, maar bij hen is het risico van levensbedreigende of fatale toxiciteit groot en gebruik van tegafur/gimeracil/oteracil is daarom gecontra-indiceerd. Bij een gedeeltelijke DPD-deficiëntie bestaat een verhoogde kans op ernstige en mogelijk levensbedreigende toxiciteit; overweeg bij deze patiënten een dosisverlaging.
Beenmergdepressie: controleer voorafgaande aan elke cyclus en daarnaast regelmatig het volledig bloedbeeld en monitor zorgvuldig op het ontstaan van infecties en blauwe plekken/bloedingen. Een onderbreking van de behandeling en dosisverlaging kan nodig zijn. Overweeg een ondersteunende behandeling, bv. met antibiotica, bloedtransfusie of groeifactoren.
Hepatitis B-reactivatie: test voorafgaand aan de behandeling op een HBV-infectie. Bij serologisch aangetoonde hepatitis B (incl. actieve infectie) een deskundige op het gebied van hepatitis raadplegen. Indien een behandeling van tegafur toch noodzakelijk is bij een patiënt met een aangetoonde eerder HBV-infectie, gedurende de gehele behandeling controleren op HBV-reactivatie.
Diarree en dehydratie beperken de dosering vanwege toxiciteiten. Overweeg profylactische behandeling voor diarree. Bij diarree nauwkeurig de water- en elektrolytenhuishouding monitoren; start tijdig intraveneus vocht met elektrolyten en een behandeling tegen diarree (bv. loperamide). De behandeling opschorten en/of de dosering van tegafur aanpassen indien de symptomen aanhouden ondanks adequate therapie. Er is meer kans op het ontstaan van dehydratie bij patiënten met misselijkheid, braken, diarree, gastro-intestinale obstructie, stomatitis, anorexie en asthenie; bij hen extra alert zijn. Ook vereist therapie met cisplatine (waarmee tegafur wordt gecombineerd) extra aandacht voor rehydratie (hyperhydratie en geforceerde diurese). Diarree en dehydratie vermeerderen de kans op renale toxiciteit.
Renale toxiciteit: tegafur+cisplatine kan een voorbijgaande daling van de glomerulaire filtratiesnelheid geven, die primair wordt veroorzaakt door prerenale factoren zoals dehydratie en een verstoorde elektrolytenbalans. Een daling in de creatinineklaring, toxische nefropathie en acuut nierfalen zijn mogelijk. Monitor daarom tijdens de behandeling nauwkeurig de nierfunctie; uitstel van de behandeling (tegafur en/of cisplatine) en/of een verlaging van de dosering kan nodig zijn. Bij nierinsufficiëntie is de klaring van gimeracil verlaagd waardoor de blootstelling aan 5-FU onvoorspelbaar wordt verhoogd; daarom wordt gebruik bij een ernstig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) niet aanbevolen.
Controleer op oculaire reacties en consulteer vroegtijdig een oogarts bij persisterende of visusreducerende klachten. Een behandeling kan nodig zijn (gebruik van een bril in plaats van contactlenzen, instillatie van kunsttranen, antibiotische oogdruppels, implantatie van glazen of siliconen buisje in de punctum lacrimale (het traanpunt) of het traankanaal.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld. Tegafur is niet onderzocht voor maagkanker met microsatelliet-instabiliteit (MSI).
Overdosering
Neem voor informatie over een vergifiting met dectabine/cedazuridine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Vooral gastro-intestinale toxiciteit (braken, diarree, bloeding, mucositis), respiratoir falen en leukopenie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met tegafur/gimeracil/oteracil contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Decitabine is een pyrimidine-antagonist. Decitabine wordt intracellulair gefosforyleerd tot actief decitabinetrifosfaat, dat in het DNA wordt geïncorporeerd en selectief DNA-methyltransferase remt. Dit leidt via hypomethylering van de genpromotor tot reactivering van tumorsuppressorgenen, inductie van celdifferentiatie en apoptose..
Cedazuridine remt cytidinedeaminase (CDA). CDA is een enzym dat verantwoordelijk is voor de afbraak van cytidinenucleosiden, waaronder het cytidine-analogon decitabine. Hoge gehalten CDA in het maag-darmstelsel en de lever breken deze nucleosiden snel af en verhinderen of beperken de orale biologische beschikbaarheid ervan. Orale toediening van cedazuridine met decitabine verhoogt de systemische blootstelling aan decitabine door remming van het first-pass metabolisme van decitabine in de darmen en de lever door CDA.
Kinetische gegevens
T max | decitabine: 1 uur. Cedazuridine: 3 uur. |
F | cedazuridine: 20,7%. |
V d | decitabine: ca. 6,0 l/kg. Cedazuridine: ca. 4,2 l/kg. |
Metabolisering | decitabine wordt voornamelijk gemetaboliseerd via deaminering tot inactieve metabolieten door cytidinedeaminase. De primaire metabole route van cedazuridine is omzetting naar het epimeer bij preabsorptie in het maag-darmkanaal. |
Eliminatie | decitabine: met de urine 90% vnl. als metaboliet, waarvan 4% ongewijzigd. Cedazuridine: met de feces (51%) en met de urine (46%, waarvan ca. 17% ongewijzigd). |
T 1/2el | decitabine: ca. 1,2 uur. Cedazuridine: ca, 6,3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fluoropyrimidine, pyrimidine-antagonist (tegafur). Het middel bevat een vaste molaire verhouding van tegafur, gimeracil en oteracil welke ook wel bekend staat als S-1. Tegafur is een orale prodrug van 5-fluoro-uracil (5-FU). Gimeracil remt de 5-FU afbraak door reversibele remming van dihydropyrimidine-dehydrogenase (DPD). Oteracil verlaagt de activiteit en cytotoxiciteit van 5-FU in de normale gastro-intestinale mucosa door remming van orotaat-fosforibosyl-transferase (OPRT). De actieve metaboliet van 5-FU, 5-fluoro-desoxyuridine monofosfaat (FdUMP), veroorzaakt niet-specifieke remming van het enzym thymidilaatsynthetase wat leidt tot DNA-fragmentatie en celdood. Ook worden 5-FU en zijn metabolieten geïncorporeerd in DNA en RNA.
Kinetische gegevens
T max | tegafur 0,8 uur, gimeracil 1 uur, oteracil en 5-FU 2 uur. |
V d | ca. 16 l/m² (tegafur), 17 l/m² (gimeracil) en 23 l/m² (oteracil). |
Metabolisering | tegafur: in de lever door vnl. CYP2A6 tot het actieve 5-FU; 5-FU door het leverenzym DPD. |
Eliminatie | met de urine, als tegafur (ca. 4%), 5-FU (ca. 10%) of α-fluor-β-alanine (FBAL) (ca. 75%). |
T 1/2el | tegafur ca. 7–11 uur, gimeracil 3–4 uur, oteracil 2–10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
decitabine/cedazuridine hoort bij de groep pyrimidine-antagonisten.
- 5-fluoro-uracil (cutaan) (L01BC02) Vergelijk
- 5-fluoro-uracil (systemisch) (L01BC02) Vergelijk
- azacitidine (L01BC07) Vergelijk
- capecitabine (L01BC06) Vergelijk
- cytarabine (L01BC01) Vergelijk
- decitabine (L01BC08) Vergelijk
- gemcitabine (L01BC05) Vergelijk
- tegafur/gimeracil/oteracil (L01BC53) Vergelijk
- trifluridine/tipiracil (L01BC59) Vergelijk
Groepsinformatie
tegafur/gimeracil/oteracil hoort bij de groep pyrimidine-antagonisten.
- 5-fluoro-uracil (cutaan) (L01BC02) Vergelijk
- 5-fluoro-uracil (systemisch) (L01BC02) Vergelijk
- azacitidine (L01BC07) Vergelijk
- capecitabine (L01BC06) Vergelijk
- cytarabine (L01BC01) Vergelijk
- decitabine (L01BC08) Vergelijk
- decitabine/cedazuridine (L01BC58) Vergelijk
- gemcitabine (L01BC05) Vergelijk
- trifluridine/tipiracil (L01BC59) Vergelijk