Samenstelling
Fyremadel (als acetaat) XGVS Sun Pharmaceutical Industries Europe b.v.
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Ganirelix XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Orgalutran XGVS Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Orgovyx Aanvullende monitoring Accord Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 120 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Advies
Zie voor de behandeling van prostaatcarcinoom de geldende behandelrichtlijn via richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Voorkómen van voortijdige ovulatie bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Gevorderd hormoongevoelig prostaatcarcinoom.
Doseringen
Preventie van voortijdige ovulatie
Volwassenen
0,25 mg s.c. 1×/dag, afhankelijk van de ovariële respons (follikelgrootte en/of oestradiolwaarden) te beginnen op dag 5 of dag 6 van de ovariële stimulatie met een FSH-preparaat (follitropine of corifollitropine α). Bij afwezigheid van folliculaire groei kan het begin van de ganirelix-toediening worden uitgesteld. De behandeling voortzetten totdat er genoeg follikels van voldoende grootte aanwezig zijn. De laatste fase van de follikelrijping kan worden geïnduceerd door toediening van humaan chorion gonadotrofine (hCG). De tijd tussen twee doses ganirelix en de tijd tussen de laatste dosis ganirelix en toediening van hCG mag niet langer zijn dan 30 uur.
Tijdstip laatste injectie: Indien ganirelix 's morgens wordt toegediend: de behandeling (samen met de toediening van een FSH-preparaat) voortzetten tot en met de dag van ovulatie-inductie. Indien ganirelix in de namiddag wordt toegediend: de laatste dosis ganirelix geven in de namiddag voorafgaand aan de dag van ovulatie-inductie.
Toediening
- De injectie s.c. bij voorkeur in het bovenbeen toedienen, evt. door de patiënte zelf;
- De injectieplaats afwisselen om lipoatrofie te voorkomen;
- De injectie op ongeveer hetzelfde tijdstip toedienen als de FSH–injectie, maar op een andere plaats.
Doseringen
Prostaatcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
Oplaaddosis 360 mg op de eerste dag, gevolgd door 120 mg 1×/dag.
Bij combinatie met een orale Pgp‑remmer (zie rubriek Interacties): als gelijktijdig gebruik vereist is, de Pgp-remmer ≥ 6 uur ná relugolix innemen en vaker controleren op bijwerkingen. Of onderbreek de behandeling met relugolix voor maximaal 2 weken als er een korte behandelkuur met een Pgp‑remmer nodig is.
Bij combinatie met een gecombineerde Pgp‑ en CYP3A4‑inductor (zie rubriek Interacties): als gelijktijdig gebruik vereist is, de dosis relugolix verhogen naar 240 mg 1×/dag. Na staken van de gecombineerde Pgp‑ en sterke CYP3A4‑inductor de dosis relugolix weer verlagen naar 120 mg 1×/dag.
Bij een lichte of matig verminderde nierfunctie is dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij ernstig verminderde nierfunctie, omdat de blootstelling aan relugolix maximaal tweevoudig verhoogd kan zijn.
Bij een lichte of matig verminderde leverfunctie is dosisaanpassing niet nodig. Bij ernstig verminderde leverfunctie is de farmacokinetiek niet onderzocht.
Een gemiste dosis innemen zodra eraan wordt gedacht. Als de dosis > 12 uur geleden is gemist, deze niet alsnog innemen en het vaste doseerschema de volgende dag hervatten.
Als de behandeling langer dan 7 dagen is onderbroken, opnieuw starten met een oplaaddosis van 360 mg op de eerste dag, gevolgd door 120 mg 1×/dag.
Toediening
- Dagelijks op ongeveer hetzelfde tijdstip innemen;
- Met of zonder voedsel innemen. De tablet geheel doorslikken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): matige of ernstige lokale reacties op de injectieplaats (voornamelijk roodheid, met of zonder zwelling) die meestal binnen vier uur na toedienen verdwijnen.
Soms (0,1-1%): hoofdpijn, misselijkheid, malaise.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (incl. anafylaxie, anafylactische shock, angio-oedeem, dyspneu, zwelling van het gezicht, urticaria, huiduitslag). Verergering van reeds aanwezig eczeem.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): opvlieger. Diarree, obstipatie. Skeletspierpijn. Vermoeidheid.
Vaak (1-10%): anemie. Gynaecomastie. Slapeloosheid, depressie. Duizeligheid, hoofdpijn. Hypertensie. Misselijkheid. Hyperhidrose, huiduitslag. Afname libido. Toename gewicht, stijging bloedglucose, triglyceriden en -cholesterol.
Soms (0,1-1%): urticaria, angio-oedeem. Osteoporose of osteopenie. Stijging ASAT en ALAT-waarden.
Zelden (0,01-0,1%): myocardinfarct.
Verder is gemeld: verlengd QT-interval.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Een interactie met andere geneesmiddelen, waaronder middelen die histamine vrijmaken, kan niet worden uitgesloten.
Interacties
Relugolix is substraat voor (intestinale) Pgp, CYP3A4/5, CYP2C8 en CYP2C19. Het is een zwakke CYP3A4-inductor en remt BCRP en Pgp.
Gelijktijdig gebruik van orale Pgp-remmers vermijden, omdat de blootstelling aan relugolix toeneemt en daarmee het risico op bijwerkingen. Voorbeelden zijn: bepaalde antibiotica (azitromycine, erytromycine, claritromycine, gentamicine, tetracycline), antimycotica (ketoconazol, itraconazol), antihypertensiva (carvedilol, verapamil), antiaritmica (amiodaron, propafenon, kinidine), ciclosporine en hiv- of HCV-proteaseremmers (ritonavir). Als gelijktijdig gebruik toch noodzakelijk is, zie de rubriek Doseringen.
Gelijktijdig gebruik van gecombineerde Pgp- en sterke CYP3A4-inductoren vermijden, omdat de blootstelling aan relugolix afneemt en daarmee de werkzaamheid. Voorbeelden zijn: apalutamide, carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, rifabutine, sint-janskruid, ritonavir en efavirenz. Als gelijktijdig gebruik toch noodzakelijk is, zie de rubriek Doseringen.
Androgeendeprivatietherapie kan het QT-interval verlengen; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen. Voorbeelden zijn: amiodaron, disopyramide, domperidon, ibutilide, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, chinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).
Bij gelijktijdig gebruik van Pgp-substraten (zoals dabigatran) worden geen klinisch betekenisvolle effecten verwacht. Er wordt echter wel een dosisscheiding geadviseerd van de oplaaddosis relugolix en een ander Pgp-substraat, omdat deze combinatie niet is onderzocht.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Een ruime hoeveelheid gegevens over gebruik rond de conceptie, wijst niet op een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Vruchtbaarheid: Remt de vruchtbaarheid van de man tijdens de onderdrukking van testosteron. Het is niet bekend of relugolix of zijn metabolieten in sperma aanwezig zijn. Daarom dient een man die geslachtsgemeenschap heeft met een vruchtbare vrouw, tijdens de behandeling en gedurende 2 weken na de laatste dosis, adequate anticonceptieve maatregelen te nemen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Er kan geen advies worden gegeven, vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor een gonadoreline-agonist (GnRH-analoog);
- matige of ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij vrouwen met symptomen van een actieve allergische aandoening. Overgevoeligheidsreacties (zowel systemisch als lokaal) zijn gemeld, ook bij de eerste dosis. Gebruik ontraden bij een ernstige allergische aandoening, omdat klinische ervaring ontbreekt.
Tijdens of na ovariële stimulatie kan het ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden.
Medicatie ter ondersteuning van de luteale fase dient te worden gegeven volgens het standaardprotocol van de fertiliteitskliniek.
Onderzoeksgegevens: In klinische onderzoeken is ganirelix toegepast in combinatie met recombinant-FSH (follitropine) of corifollitropine α. De veiligheid en effectiviteit zijn niet vastgesteld bij vrouwen die < 50 kg of > 90 kg wegen. Er is geen klinische ervaring bij verminderde nier- of leverfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer het effect van de behandeling middels klinische parameters en PSA in serum.
Androgeendeprivatietherapie kan het QT-interval verlengen. Bij een voorgeschiedenis van of risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie of bij comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen: het gebruik afwegen. Relugolix heeft geen intrinsiek effect op verlenging van het QT-interval.
Cardiovasculaire events zoals myocardinfarct en beroerte zijn gemeld bij androgeen-deprivatietherapie. Houd rekening met alle cardiovasculaire risicofactoren.
De botdichtheid kan afnemen bij langdurige suppressie van testosteron, zoals bij gebruik van een GnRH-agonist of -antagonist. Dit kan leiden tot osteoporose en meer kans op botfractuur.
Bij een bekende of vermoede leverfunctiestoornis de leverfunctie controleren tijdens behandeling. Lichte, tijdelijke stijgingen van ALAT en ASAT (zonder klinische symptomen) zijn waargenomen.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met ganirelix contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met relugolix contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Gonadoreline-(GnRH)antagonist. Het bindt competitief aan GnRH-receptoren in de hypofyse, waardoor de afgifte van LH en in mindere mate van FSH dosisafhankelijk wordt geblokkeerd. Deze blokkade begint direct en wordt bij voortgezette behandeling gehandhaafd. Bij vrouwen wordt de LH-piek en daarmee de ovulatie uitgesteld.
Kinetische gegevens
F | s.c. ca. 91%. |
T max | 1–2 uur. |
Overig | De steady-state-plasmaconcentratie wordt binnen 2-3 dagen bereikt. |
Metabolisering | enzymatische hydrolyse tot kleine peptidefragmenten. |
Eliminatie | met de feces (ca. 75%, uitsluitend als metabolieten) en met de urine (ca. 22%, vooral als onveranderde stof). |
T 1/2el | ca. 13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Relugolix is een non‑peptide GnRH‑receptorantagonist die competitief bindt aan GnRH‑receptoren in de voorste hypofyse. Hierdoor kan endogeen GnRH niet binden en wordt de afgifte van luteïniserend hormoon (LH) en follikelstimulerend hormoon (FSH) geremd. Vervolgens neemt de aanmaak van testosteron in de testikels af. De FSH‑ en LH‑spiegel dalen snel na aanvang van de behandeling en de testosteronspiegel wordt reversibel onderdrukt tot onder de fysiologische concentratie.
Kinetische gegevens
Overig | De absorptie wordt hoofdzakelijk gemedieerd door intestinaal Pgp. |
F | ca. 12%. |
T max | ca. 2,25 uur. |
Overig | De ‘steady-state-concentratie’ wordt op dag 7 bereikt. |
V d | ca. 55,7 l/kg. |
Metabolisering | in de lever door CYP3A4/5 (45%) en CYP2C8 (37%) en in geringe mate door CYP2C19 (< 1%). |
Eliminatie | ca. 81% met de feces, waarvan 4,2% onveranderd; ca. 4,1% met de urine, waarvan 2,2% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 61 uur. |
Overig | De effectieve halfwaardetijd bedraagt. ca. 25 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ganirelix hoort bij de groep gonadoreline-antagonisten.
Groepsinformatie
relugolix hoort bij de groep gonadoreline-antagonisten.