Samenstelling
Primolut N Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Crinone Merck bv
- Toedieningsvorm
- Gel voor vaginaal gebruik
- Sterkte
- 80 mg/g
- Verpakkingsvorm
- applicator 1,125 g
De applicator bevat 90 mg progesteron.
Cyclogest Gedeon Richter Benelux Sprl.
- Toedieningsvorm
- Ovule
- Sterkte
- 400 mg
Lutinus Ferring bv
- Toedieningsvorm
- Tablet voor vaginaal gebruik
- Sterkte
- 100 mg
Utrogestan Besins Healthcare Netherlands
- Toedieningsvorm
- Capsule voor vaginaal gebruik, zacht
- Sterkte
- 200 mg, 300 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), NSAID’s (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Advies
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Zie voor meer informatie over de preventie van vroeggeboorte de NVOG-richtlijn Preventie recidief spontane vroeggeboorte (2019) op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Disfunctionele uterusbloeding.
- Menstruatieverschuiving.
- Aanvulling bij oestrogeentherapie bij de behandeling van primaire en secundaire amenorroe.
- Endometriose.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Ondersteuning van de luteale fase bij vrouwen die geassisteerde voortplantingstechnieken (ART) ondergaan.
- Preventie van een vroeggeboorte bij vrouwen met een enkelvoudige zwangerschap met een korte baarmoederhals (≤ 25 mm op een mid-trimester echografie) en/of een geschiedenis van spontane vroeggeboorte.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Disfunctionele uterusbloeding
Volwassenen
5 mg 3×/dag gedurende een kuur van 10 dagen. De bloeding stopt meestal binnen 1–3 dagen (soms pas na 5 dagen); 2–4 dagen na de kuur treedt een onttrekkingsbloeding op. Bij zware doorbraakbloedingen of niet tot stilstand komen van de bloeding tijdens behandeling, rekening houden met een organische oorzaak of een extragenitale factor (bv poliep, carcinoom van de cervix uteri of het endometrium, myoom, residu van een abortus, extra-uteriene zwangerschap of stollingsstoornis).
Om een recidief te voorkomen
Volwassenen
tijdens 3 opeenvolgende cycli: dag 16 t/m 25 (dag 1 = eerste dag van de laatste bloeding): 5 mg 1–2×/dag.
Menstruatieverschuiving
Volwassenen
Uitstellen van de menstruatie: ca. 3 dagen vóór de verwachte menstruatie: 5 mg 2–3×/dag gedurende maximaal 10–14 dagen. De onttrekkingsbloeding treedt 2–3 dagen na staken op. Deze methode is alleen bestemd voor die gevallen waarbij zwangerschap in de betreffende cyclus niet mogelijk is. Voor het vervroegen van de menstruatie heeft een progestageen/oestrogeen combinatie de voorkeur.
Amenorroe
Volwassenen
cyclische toediening: starten met oestrogenen (als voorbehandeling), daarna 5 mg norethisteron 1–2×/dag gedurende 10 dagen. Een onttrekkingsbloeding treedt enkele dagen na staken van de inname op. Bij voldoende endogene oestrogeenproductie: eventueel het oestrogeen weglaten en van dag 16 t/m 25: 5 mg norethisteron 2×/dag. Bij secundaire amenorroe vóór start behandeling zwangerschap en prolactineproducerende hypofysetumor uitsluiten.
Endometriose
Volwassenen
starten tussen cyclusdag 1 tot 5: 5 mg 2×/dag gedurende ten minste 4–6 maanden. Bij 'spotting' tijdelijk verhogen tot 10 mg 2×/dag. Bij ononderbroken dagelijkse inname treedt gewoonlijk geen ovulatie of menstruatie op; na staken treedt na enkele dagen een onttrekkingsbloeding op.
Tijdens behandeling is een ovulatie niet geheel uit te sluiten; gebruik van een niet-hormonaal voorbehoedmiddel (bv. condoom) is aangewezen. Bij uitblijven van een onttrekkingsbloeding zwangerschap uitsluiten voordat de toediening wordt gecontinueerd.
De tabletten na de maaltijd met wat vloeistof innemen om misselijkheid te voorkomen.
Bij vergeten van een tablet vóór het tijdstip van de volgende dosisinname, de vergeten dosis alsnog innemen en de volgende tablet op het gebruikelijke tijdstip.
Doseringen
Ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken
Volwassenen
Crinone: vanaf de dag van het overbrengen van het embryo: 1,125 g (= 1 applicator, 90 mg progesteron) 1×/dag, bij voorkeur 's ochtends, diep in de vagina inbrengen. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling voortzetten gedurende in totaal 30 dagen.
Cyclogest: 400 mg 2×/dag inbrengen in de vagina, te starten op de dag dat de eicellen worden verzameld. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling 38 dagen voortzetten, gerekend vanaf de start van de therapie.
Lutinus: 100 mg (= 1 tablet) 3×/dag in de vagina brengen met behulp van de bijgeleverde applicator, te starten na het verzamelen van de eicellen. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling 30 dagen voortzetten.
Utrogestan: 300 mg 2×/dag óf 200 mg 3×/dag diep in de vagina inbrengen, te beginnen niet later dan 3 dagen na het verzamelen van de eicellen. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling voortzetten tot minimaal de 7 e week van de zwangerschap en maximaal de 12 e week van de zwangerschap. Bij dosering 2×/dag, één dosis in de ochtend geven en één dosis 's avonds voor het slapengaan.
Preventie van vroeggeboorte
Volwassenen
Utrogestan: 200 mg 1×/dag diep in de vagina inbrengen, 's avonds voor het slapengaan, vanaf week 20 tot week 34 van de zwangerschap. Volgens de NVOG-richtlijn Preventie recidief spontane vroeggeboorte (2019) progesteron gebruiken vanaf week 16 tot week 36 van de zwangerschap.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): uteriene of vaginale bloeding (incl. doorbraakbloedingen), hypomenorroe.
Vaak (1-10%): amenorroe. Misselijkheid en braken. Hoofdpijn, oedeem.
Soms (0,1-1%): migraine.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties, urticaria, huiduitslag. Geelzucht, verandering van leverfunctiewaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): visusstoornissen, dyspneu. Voorts kunnen optreden: verandering van het libido en bij chronische en hoge doseringen: acne, (verergeren van) depressie, water- en zoutretentie, gewichtstoename en hirsutisme.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn, slaperigheid. Opvliegers. Misselijkheid, buikpijn of -krampen, opgezette buik, obstipatie. Pijnlijke of gevoelige borsten, uterusspasmen, intermenstrueel bloedverlies ('spotting'). Vermoeidheid. Bij de vaginale gel: milde reacties op de toedieningsplaats, zoals vaginale irritatie.
Soms (0,1-1%): veranderde stemming. Duizeligheid, slapeloosheid, smaakstoornis. Bloeding. Braken, maagdilatatie, flatulentie, diarree. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, jeuk, vulvovaginale zwelling, zwelling van de borsten en het gezicht), urticaria, nachtzweten. Gewrichtspijn. Pollakisurie, incontinentie. Vulvovaginale klachten (zoals brandend gevoel, jeuk, droogte), vaginale bloeding, vaginale mycose, metrorragie, bekkenpijn, ovariële vergroting. Perifeer oedeem, gevoel van koude of warmte, gewichtstoename.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reacties.
Bij gebruik van de vaginale gel is lokale opeenhoping of klontering van de gel gemeld, wat gepaard kan gaan met vaginale irritatie, pijn en zwelling.
Interacties
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid en mogelijk ook felbamaat, griseofulvine, oxcarbazepine en topiramaat, kan de werking van norethisteron afnemen.
Veel HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Sterke of matige CYP3A4 remmers (o.a. ketoconazol, itraconazol, claritromycine) kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verhogen.
Door gebruik van progestagenen kan de plasmaspiegel van lamotrigine dalen en die van ciclosporine stijgen.
Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Interacties
Geneesmiddelen die CYP3A4 induceren (zoals rifampicine, carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, primidon, middelen die sint-janskruid bevatten) kunnen de eliminatiesnelheid van progesteron verhogen.
Het effect van gelijktijdig gebruik van andere vaginaal gebruikte producten op de afgifte en absorptie van progesteron is niet beoordeeld en wordt niet aanbevolen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens aanwijzingen voor schadelijkheid (tijdelijke clitorishypertrofie).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Tijdens behandeling is een ovulatie niet geheel uit te sluiten; gebruik van een niet-hormonaal voorbehoedmiddel (bv. condoom) is aangewezen.
Zwangerschap
Teratogenese: Een ruime hoeveelheid gegevens (van > 1000 zwangere vrouwen die progesteron vaginaal gebruikten in het begin van de zwangerschap), duidt niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen.
Advies: Uitsluitend bedoeld voor gebruik conform de indicaties en doseervoorschriften.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Norethisteron kan in hoge dosis de borstvoeding onderdrukken; tevens kan het de kwaliteit van de moedermelk nadelig beïnvloeden.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, nauwelijks.
Farmacologisch effect: Er zijn geen ongewenste effecten bij het kind of op de melkproductie waargenomen bij gebruik als anticonceptivum.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Bestaande of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoeningen zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd.
- Goed- of kwaadaardige levertumoren in de anamnese.
- Actuele of doorgemaakte veneuze trombose (diepveneuze trombose, longembolie).
- Actuele of doorgemaakte arteriële trombose (zoals myocardinfarct) of prodromale aandoeningen (zoals angina pectoris en TIA).
- Actuele of doorgemaakte CVA.
- Veel kans op veneuze of arteriële trombose.
- Al dan niet erfelijke predispositie voor veneuze of arteriële trombose, zoals geactiveerd proteïne C (APC)-resistentie, proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie, hyperhomocysteïnemie en aanwezigheid van anti-fosfolipide-antilichamen.
- Migraine met focale neurologische symptomen in de anamnese.
- Diabetes mellitus met vaatproblemen.
- Geslachtshormoonafhankelijke maligne tumoren.
- Onverklaarde vaginale bloedingen.
- Acute porfyrie.
- Anamnese van icterus, herpes gestationis en verergering van otosclerose tijdens zwangerschap of gebruik van geslachtshormonen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Interacties, Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- onverklaarde vaginale bloeding;
- miskraam of extra-uteriene zwangerschap;
- geelzucht;
- ernstig leverfalen of ernstige leveraandoening;
- bestaande of vermoede geslachtshormoonafhankelijke maligniteit;
- (voorgeschiedenis van) arteriële of veneuze trombo-embolie, cerebrovasculair accident of ernstige tromboflebitis;
- acute porfyrie;
- prematuur gebroken vliezen (PPROM);
- Utrogestan: allergie voor pinda of soja.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de toediening bij hevige hoofdpijn, voor het eerst optreden van migraineuze hoofdpijn, bij plotselinge visus- of gehoorstoornissen, bij de eerste tekenen van tromboflebitis of trombo-embolie, bij sterke stijging van de bloeddruk, bij geelzucht, hepatitis en gegeneraliseerde jeuk. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij hartfalen, lever- of nierfunctiestoornis, epilepsie en migraine in verband met mogelijke vochtretentie. Behandeling met progestagenen kan een daling van de glucosetolerantie geven; daarom bij diabetes mellitus de bloedglucosespiegel nauwlettend controleren. Patiënten met depressie in de anamnese zorgvuldig observeren; staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert. Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
Norethisteron wordt gedeeltelijk gemetaboliseerd tot ethinylestradiol; daarom kunnen de volgende waarschuwingen met betrekking tot gecombineerde orale anticonceptiva ook van toepassing zijn.
Bij aanwezigheid van risicofactoren voor veneuze of arteriële aandoeningen, het gebruik afwegen. Het gebruik kan de kans op veneuze trombo–embolische aandoeningen verhogen, met name in het eerste jaar; de kans neemt toe bij toenemende leeftijd, positieve familie-anamnese (veneuze trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), bij immobilisatie, operatie (m.n. van de benen), grote traumata, recente bevalling of miskraam in het tweede trimester, obesitas (BMI > 30 kg/m²) en mogelijk bij oppervlakkige flebitis en varicosis. Er bestaat tevens meer kans op arteriële complicaties (myocardinfarct of beroerte), maar dit is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van andere risicofactoren zoals hogere leeftijd, roken (m.n. bij vrouwen > 35 j.), dyslipoproteïnemie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), hypertensie, migraine, diabetes mellitus, positieve familie-anamnese (arteriële trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), hartklepziekte en atriumfibrilleren. Wees voorzichtig bij andere aandoeningen waarbij vaatstoornissen kunnen optreden zoals systemische lupus erythematodes, hemolytisch uremisch syndroom, chronische inflammatoire darmziekte en sikkelcelanemie.
Tumoren: In epidemiologisch onderzoek is toename van de kans op borstkanker gerapporteerd, alsmede van optreden van cervixcarcinoom bij langerdurend gebruik van OAC's. De toegenomen kans op borstkanker en cervixcarcinoom verdwijnt binnen 10 jaar na staken van de inname.
Andere aandoeningen: Erfelijk angio–oedeem kan verergeren door exogene oestrogenen. Bij hypertriglyceridemie, of een positieve familie-anamnese hiervoor, bedacht zijn op meer kans op pancreatitis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij vermoeden van een trombotische aandoening, gebruik staken (bv. myocardinfarct, cerebrovasculaire stoornis, arteriële of veneuze trombo-embolie, tromboflebitis of retinale trombose). Wees voorzichtig bij risicofactoren voor trombotische aandoeningen (familiaire voorgeschiedenis, leeftijd > 35 jaar, roken, risicofactoren voor atherosclerose).
Het risico op retinale vasculaire laesies is mogelijk groter; staak het gebruik van progestagenen bij optreden van een voorbijgaand ischemisch voorval, plotseling ernstige hoofdpijn of een visusstoornis gerelateerd aan papiloedeem of retinale bloeding.
Plotseling staken van toediening kan angstgevoel, humeurigheid en een verhoogde gevoeligheid voor toevallen veroorzaken.
Regelmatige controle is nodig bij:
- hartfalen, hypertensie, nierfunctiestoornis, astma, epilepsie en migraine in verband met mogelijke vochtretentie;
- diabetes mellitus wegens mogelijke afname van de glucosetolerantie;
- depressie (in de voorgeschiedenis); overweeg de behandeling te staken bij verergering van symptomen.
Bij milde tot matige leverfunctiestoornis voorzichtig zijn.
Zwangerschapscholestase of een leveraandoening is zelden tot ontwikkeling gekomen door gebruik tijdens het 2e en 3e trimester van de zwangerschap.
Een vaginale bloeding altijd onderzoeken.
Na het gebruik van de vaginale gel, kunnen gedurende een aantal dagen kleine witte bolletjes als vaginale afscheiding verschijnen, mogelijk ten gevolge van opeenhoping van gel. Lokale huidreacties kunnen ontstaan op de penis van de partner bij geslachtsgemeenschap na het aanbrengen van de vaginale gel; om dit te voorkomen kunnen condooms worden gebruikt.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Eigenschappen
Steroïd met progestagene werking. Brengt een endometrium, dat onder invloed van oestrogenen tot ontwikkeling is gebracht, in de secretiefase. Bij continue toediening worden zowel de ovulatie als de menstruatie onderdrukt.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
F | ca. 64%. |
T max | < 1,5 uur. Wordt voor ca. 35% gebonden aan SHBG (sex hormoon bindend globuline) en voor 61% aan albumine. |
V d | ca. 4,4 l/kg. |
Metabolisering | vooral in de lever, gedeeltelijk tot ethinylestradiol. |
Eliminatie | vnl. als metaboliet: ca. 70% via de urine binnen 24 uur, de rest met de feces. |
T 1/2el | 5–13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Steroïd, identiek aan het natuurlijke hormoon progesteron. Progesteron brengt het endometrium in de secretiefase, indien dit vooraf door oestrogenen is beïnvloed. Het bevordert de ontvankelijkheid voor het innestelen van een embryo. Na innesteling van het embryo helpt progesteron om de zwangerschap te handhaven.
Verder beperkt progesteron de productie van stimulerende prostaglandinen die verantwoordelijk zijn voor samentrekkingen van de baarmoeder. Het vermindert ook het vrijkomen van matrixmetalloproteasen die uitrekking en verzachting van de baarmoederhals veroorzaken. Hierdoor kan progesteron helpen om vroeggeboorte te voorkomen.
Kinetische gegevens
Overig | De vaginale gel beschikt over een systeem voor vertraagde afgifte; progesteron komt gedurende max. 72 uur continu vrij. |
Resorptie | Progesteron wordt na vaginale toediening goed geabsorbeerd door endometriumweefsel, een klein percentage komt in de systemische circulatie. |
T max | ca. 7 uur (gel), ca. 17 uur (tablet), ca. 8 uur (vaginale capsule). |
Eiwitbinding | 96–99%, m.n. aan serumalbumine en corticosteroïdbindend globuline. |
Metabolisering | in de lever tot m.n. pregnaandiolen en pregnanolonen, die vervolgens worden geconjugeerd tot glucuronide- en sulfaatmetabolieten. Metabolieten die via de gal worden uitgescheiden, kunnen een enterohepatische kringloop ondergaan. |
Eliminatie | als metabolieten: 50–60% met de urine en ca. 10% via de gal met de feces. |
T 1/2el | 34–48 uur (gel). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
norethisteron hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
Groepsinformatie
progesteron (vaginaal) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk