Samenstelling
Prolutex Goodlife Pharma Nederland
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/1,112 ml
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Duphaston Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Advies
Bij dysmenorroe kan plaatselijke warmte de pijn verlichten; als geneesmiddel kan paracetamol of een NSAID (ibuprofen, naproxen, diclofenac) worden gebruikt. NSAID’s lijken effectiever door remming van de prostaglandineproductie en daarmee de uteruscontractie. Hormonale anticonceptie (sub-50 combinatiepil, hormoonspiraal) kan de pijn ook verlichten.
Dydrogesteron kan worden overwogen, maar deze toepassing berust meer op klinische ervaring dan op wetenschappelijk onderzoek. De effectiviteit is niet vastgesteld.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Dydrogesteron heeft als endometriumprotectie bij oestrogeensuppletie de voorkeur, vanwege het laagste risico op ernstige bijwerkingen. Het is ook beschikbaar als een oraal combinatiepreparaat met estradiol, wat de therapietrouw kan bevorderen. Bij intolerantie voor dydrogesteron: overweeg progesteron.
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), een NSAID (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Indicaties
- Ondersteuning van de luteale fase als onderdeel van geassisteerde voortplantingstechnieken (ART) bij onvruchtbare vrouwen die vaginale preparaten niet kunnen gebruiken of verdragen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Regulering van de cyclus;
- Dysmenorroe;
- Endometriose;
- Infertiliteit door corpus luteuminsufficiëntie;
- Ondersteuning van de luteale fase als onderdeel van de behandeling bij kunstmatige voortplantingstechnieken;
- Dreigende abortus en herhaalde abortus ten gevolge van progesterontekort.
Als toevoeging aan oestrogeentherapie bij vrouwen met intacte uterus:
- bij climacterische klachten ter preventie van endometriumhyperplasie in de postmenopauze (en offlabel: in de perimenopauze),
- bij disfunctionele uterusbloedingen,
- bij secundaire amenorroe.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken
Volwassenen
I.m.- of s.c.-injectie: 25 mg 1×/dag, te starten op de dag dat de eicellen worden verzameld, gewoonlijk tot 12 weken bevestigde zwangerschap voortzetten.
Toediening
- Diep intramusculair toedienen in femorale quadriceps van de rechter- of linkerdij óf subcutaan in voorkant van de dij of onderbuik;
- Langzaam injecteren, om lokale weefselschade te minimaliseren;
- S.c.-injectie kan door de patiënte zelf worden gedaan.
Doseringen
Regulering van de cyclus
Volwassenen
10 mg 1×/dag van cyclusdag 11 tot 25 bij een cyclusduur van 28 dagen.
Dysmenorroe
Volwassenen
10 mg 1–2×/dag van cyclusdag 5 tot 25.
Endometriose
Volwassenen
10 mg 1–3×/dag van cyclusdag 5 tot 25 of gedurende de gehele cyclus.
Corpus luteuminsufficiëntie
Volwassenen
10 mg 1×/dag van cyclusdag 14 tot 25, gedurende ten minste 6 opeenvolgende cycli. Gedurende de eerste maanden van een eventuele zwangerschap de dosering zoals bij herhaalde abortus geven.
Ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken
Volwassenen
10 mg 3×/dag, te beginnen na het oogsten van de eicellen, gedurende 10 weken tijdens de zwangerschap. De behandeling staken in geval van een abortus of miskraam.
Dreigende abortus
Volwassenen
begindosering 40 mg in 1 dosis, gevolgd door 10 mg iedere 8 uur; zo nodig de dosis elke 8 uur met 10 mg verhogen.
De effectieve dosis gedurende een week aanhouden, daarna geleidelijk verminderen. Bij terugkeer symptomen, de behandeling hervatten met de effectief gebleken dosis.
Herhaalde abortus
Volwassenen
de medicatie bij voorkeur vóór de conceptie starten: 10 mg 1×/dag tot de 20 e week van de zwangerschap, daarna de dosering geleidelijk verminderen. Bij dreigende abortus de dosering zoals onder die indicatie is beschreven aanhouden.
Als aanvulling bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze
Volwassenen
Volgens de Praktische handleiding Hormoonsuppletietherapie (mei 2024) als bijlage van de NVOG-richtlijn Management rondom menopauze: perimenopauzaal, bij amenorroe en geen hormonale anticonceptiebehoefte: 10 mg 1×/dag, gedurende 12 dagen per maand. Postmenopauzaal, bij langere behandelduur en bloedingsvrije behandeling: 10 mg 1×/dag continu.
Disfunctionele uterusbloedingen
Volwassenen
de bloeding tot staan brengen met 10 mg 2×/dag gedurende 5–7 dagen. Het bloedverlies neemt binnen enkele dagen sterk af. Enkele dagen na staken treedt een hevige onttrekkingsbloeding op. Volgende hevige bloedingen voorkómen met profylactische toediening van 10 mg 1×/dag gedurende cyclusdag 11 tot 25, eventueel gecombineerd met een oestrogeen gedurende 2–3 cycli. Daarna de behandeling stoppen om na te gaan of de vrouw weer een normale cyclus heeft.
Secundaire amenorroe
Volwassenen
10 mg 1–2×/dag van cyclusdag 11 tot 25, na voorbehandeling met een oestrogeen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): baarmoederspasme, vaginale bloeding. Reactie op de toedieningsplaats, zoals irritatie, pijn, jeuk of zwelling.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, obstipatie. Pijnlijke of gevoelige borsten, verandering in vaginale afscheiding, vulvo-vaginale jeuk, ongemak of ontsteking. Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Hematoom of verharding op de injectieplaats. Vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): veranderde stemming. Duizeligheid, slaperigheid. Maag-darmstoornis. Jeuk, huiduitslag. Borstaandoening. Gevoel van warmte, malaise.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): vaginale bloeding.
Vaak (1-10%): migraine of hoofdpijn. Misselijkheid, braken, buikpijn. Metrorragie, menorragie, oligo- of amenorroe, dysmenorroe, onregelmatige menstruatie, pijnlijke of gevoelige borsten.
Soms (0,1-1%): depressieve stemming. Duizeligheid. Gestoorde leverfunctie (met icterus, asthenie, malaise en buikpijn). Allergische huidreactie (zoals huiduitslag, jeuk, urticaria). Gewichtstoename.
Zelden (0,01-0,1%): groei van progestageenafhankelijk neoplasma (zoals meningeoom). Hemolytische anemie. Overgevoeligheid. Slaperigheid. Angio-oedeem. Zwelling van de borsten. Oedeem.
Interacties
Geneesmiddelen die CYP3A4 induceren (zoals rifampicine, carbamazepine, griseofulvine, fenobarbital, fenytoïne, middelen die sint-janskruid bevatten) kunnen de blootstelling aan progesteron verminderen.
Ketoconazol en andere remmers van CYP3A4 kunnen de blootstelling aan progesteron verhogen.
Dosisaanpassing van bloedglucoseverlagende middelen kan nodig zijn, omdat de glucosetolerantie mogelijk afneemt.
De plasmaconcentratie van ciclosporine kan toenemen.
Het effect van gelijktijdig gebruik van injecteerbare producten op de blootstelling aan progesteron is niet beoordeeld.
Interacties
Enzyminducerende stoffen kunnen de spiegel van dydrogesteron verlagen, zoals fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine, primidon, rifampicine en sint-janskruid.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers kunnen de spiegels van progestagenen verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. De beschikbare gegevens wijzen niet op een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen. De gegevens over een mogelijk toegenomen kans op hypospadie zijn tegenstrijdig.
Advies: Uitsluitend bedoeld voor gebruik tijdens het 1e trimester van de zwangerschap als onderdeel van de behandeling met kunstmatige voortplantingstechniek.
Zwangerschap
Teratogenese: Op basis van ruime ervaring bij de mens zijn er geen aanwijzingen voor schadelijke effecten.
Advies: Kan worden gebruikt ter ondersteuning van de luteale fase, zoals bij ivf of bij herhaalde miskramen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, nauwelijks.
Farmacologische effect: Progesteron zit van nature in moedermelk. Effecten op de melkproductie of op de zuigeling zijn niet gemeld bij gebruik als anticonceptivum.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- onverklaarde vaginale bloeding;
- gemiste abortus of extra-uteriene zwangerschap;
- ernstige leverfunctiestoornis of -ziekte;
- bestaand of vermoed mammacarcinoom of geslachtshormoonafhankelijke maligniteit;
- (voorgeschiedenis van) arteriële of veneuze trombo-embolie of ernstige tromboflebitis;
- acute porfyrie;
- voorgeschiedenis van idiopathische geelzucht, ernstige jeuk of pemphigoid gestationis tijdens de zwangerschap.
Contra-indicaties
- ernstige leveraandoening (in de anamnese), zolang de leverfunctie niet is genormaliseerd;
- aanwezigheid of vermoeden van geslachtshormoonafhankelijke maligniteit;
- onverklaard vaginaal bloedverlies;
- acute porfyrie.
Bij ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken: het gebruik staken in geval van een abortus of miskraam.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij vermoeden van een trombotische aandoening, gebruik staken (bv. myocardinfarct, cerebrovasculaire aandoening, arteriële of veneuze trombo-embolie, tromboflebitis of retinale trombose). Wees voorzichtig bij leeftijd > 35 jaar, roken en bij risicofactoren voor atherosclerose.
Het risico op retinale vasculaire laesies is mogelijk groter; staak het gebruik van progestagenen bij optreden van een voorbijgaand ischemisch voorval, plotselinge ernstige hoofdpijn of een visusstoornis gerelateerd aan papiloedeem of retinale bloeding.
Regelmatige controle is nodig bij:
- hartfalen, hypertensie, nierfunctiestoornis, astma, epilepsie en migraine in verband met mogelijke vochtretentie;
- diabetes mellitus wegens mogelijke afname van de glucosetolerantie;
- depressie (in de voorgeschiedenis); overweeg de behandeling te staken bij verergering van symptomen.
Wees voorzichtig bij milde tot matige leverfunctiestoornis; er zijn onvoldoende gegevens. Wees voorzichtig bij matige tot ernstige nierfunctiestoornis, omdat stapeling van cyclodextrinen (hulpstof in de injectievloeistof) kan optreden en er onvoldoende gegevens zijn.
Plotseling staken van toediening kan angstgevoel, humeurigheid en een verhoogde gevoeligheid voor toevallen veroorzaken.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de toediening bij optreden van veneuze trombo-embolie, sterke bloeddrukstijging of bij hevige hoofdpijn, migraine of symptomen die op een cerebrale ischemie kunnen duiden.
Als doorbraakbloedingen of 'spotting' optreden na geruime tijd van therapie of aanhouden na het stoppen van de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.
De volgende zelden voorkomende aandoeningen kunnen ontstaan of verergeren tijdens gebruik van geslachtshormonen: cholestatische icterus, herpes gestationis, ernstige jeuk, otosclerose en porfyrie.
Patiënten met depressie in de anamnese zorgvuldig observeren; staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert.
Bij adolescenten van 12 tot 18 jaar is de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Bij gecombineerde oestrogeen/progestageentherapie bij postmenopauzale vrouwen ook de waarschuwingen en voorzorgen in acht nemen die gelden voor oestrogeentherapie. Zie bv. estradiol (oraal) of estradiol (transdermaal).
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met progesteron contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Steroïd, identiek aan het natuurlijke hormoon progesteron. Progesteron brengt het endometrium in de secretiefase, indien dit vooraf door oestrogenen is beïnvloed. Het bevordert de ontvankelijkheid voor het innestelen van een embryo. Na innesteling van het embryo helpt progesteron om de zwangerschap te handhaven.
Kinetische gegevens
Overig | bij s.c.-toediening worden steady-state-concentraties bereikt binnen ca. 2 dagen. |
Eiwitbinding | 96–99%, m.n. aan serumalbumine en corticosteroïdbindend globuline. |
Metabolisering | in de lever tot m.n. pregnaandiolen en pregnanolonen, die vervolgens worden geconjugeerd tot glucuronide- en sulfaatmetabolieten. Metabolieten die via de gal worden uitgescheiden, kunnen een enterohepatische kringloop ondergaan. |
Eliminatie | via de nieren en de gal. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch progestageen zonder oestrogene, androgene, anabole of corticoïde activiteit. Brengt een endometrium, dat onder invloed van oestrogeen tot ontwikkeling is gebracht, in de secretiefase. Voorkomt het extra risico op endometriumhyperplasie en endometriumcarcinoom dat wordt veroorzaakt door oestrogeensuppletie in de postmenopauze. Onderdrukt de ovulatie niet.
Kinetische gegevens
T max | ¾ uur (dydrogesteron), 1¾ uur (DHD). |
F | ca. 28%. |
Eiwitbinding | > 90%. |
Metabolisering | de belangrijkste actieve metaboliet is 20α-dihydrodydrogesteron (DHD), voornamelijk gegenereerd door aldo-keto reductase 1C. DHD en in mindere mate dydrogesteron worden voornamelijk omgezet door CYP3A4. |
Eliminatie | ca. 63% met de urine. |
T 1/2el | ca. 15 uur (dydrogesteron en DHD). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
progesteron (parenteraal) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
Groepsinformatie
dydrogesteron hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk